4-1110/1 | 4-1110/1 |
13 JANUARI 2009
Inleiding
Sinds vele jaren worden jonge ouders in de kraamkliniek verblijd met een geschenkenpakket bij de geboorte van hun baby, beter bekend als de « roze Ddoos ». Dit is een doos met staaltjes van producten en reclamebonnen die gegeven wordt door de staf van de materniteit, zonder dat er een controle plaatsheeft van de inhoud van deze dozen. Het is slechts een van de reclamestunts, want de roze doos wordt gevolgd door een blauwe doos, een groene doos en een gele doos. De materniteiten ontvangen deze dozen naar aloude traditie zonder voorafgaande aanvraag. Meerdere bedrijven staan in voor de inhoud en verdeling ervan en het ziekenhuispersoneel is deel van een ware distributieketen. Ziekenhuizen kunnen de dozen vanzelfsprekend wel weigeren of er bepaalde producten of folders uit verwijderen. Deze dozen zijn populair bij jonge ouders, die er dikwijls zelf om vragen. De inhoud van de dozen moet beantwoorden aan de geldende wetgeving (onder meer de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, het koninklijk besluit van 14 april 1980 betreffende de reclame voor voedingswaren, het koninklijk besluit van 18 februari 1981 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding).
Algemeen
De vraag rijst of het de opdracht is van ziekenhuisafdelingen om publiciteit te maken voor commerciële producten. De verspreiding van deze promotiepakketten in kraamafdelingen door zorgverleners wordt door de jonge ouders en hun familie maar al te vlug opgevat als een garantie voor kwaliteit, geloofwaardigheid en legitimiteit van de producten. Deze zijn echter niet gegarandeerd gezien het ziekenhuis deze pakketten niet opent om na te gaan wat er precies inzit, volledig terecht trouwens aangezien dit niet hun taak is. Diverse studies hebben recentelijk aangetoond dat bepaalde babyproducten die moeders in de kraamkliniek meekrijgen aan de hand van die reclamepakketten, schadelijke stoffen bevatten waaronder parabenen, EDTA, BHA en bisfenol A.
Een aantal materniteiten in Wallonië en Vlaanderen verbieden nu al de « roze doos » en andere reclamepakketten. Dat is bijvoorbeeld het geval in de Clinique Saint-Vincent in Rocourt (Luik), het Henry Serruys-ziekenhuis in Oostende en het UZ Gasthuisberg in Leuven. Al deze ziekenhuizen kregen recent het label « Baby Friendly Hospital » van de WHO en UNICEF en gesteund door de FOD Volksgezondheid, een concept waarbinnen het uitdelen van ongecontroleerde reclame niet meer in past. Ook in Frankrijk hebben een aantal ziekenhuizen recent de « roze doos » verbannen. In het UZGent zal ze vanaf 1 januari 2009 verboden zijn.
Eén van de criteria om te voldoen aan het Baby Friendly Hospital Initiatief (BFHI) luidt als volgt : « Indien er binnen de instelling geschenkdozen geschonken worden binnen de pre- en postnatale diensten moet men er zeker van zijn dat de inhoud geen publiciteit bevat voor vervangingsmiddelen van moedermelk, spenen, zuigflessen, tutten, (stalen, boeken, bonnen, ondersteunende middelen, uitnodigingen voor dergelijke websites over firma's of verdelers ...). Het weigeren door het ziekenhuis van geschenken, niet-wetenschappelijke literatuur, materiaal of uitrusting, geld of steun voor opleidingen of evenementen van fabrikanten of verdelers van vervangingsmiddelen, flessen/spenen, fopspenen is in België nog niet overal een gewoonte. De pilootziekenhuizen die in aanmerking komen voor het certificaat zullen aantonen hoe zij werken om de financiële banden met de firma's af te bouwen. »
Voornoemde ziekenhuizen in Luik, Oostende en Leuven hebben dit strikt geïnterpreteerd en de reclamedozen consequent verboden. Een aantal andere ziekenhuizen uit Brussel, Gent en Genk overwegen nu hetzelfde te doen. Toch mag dit niet afhangen van individuele ziekenhuizen, vermits bepaalde producten schadelijk kunnen zijn en ze niet gecontroleerd worden door het ziekenhuis, waarbij een bijkomende vraag rijst van aansprakelijkheid als er een probleem opduikt met een product dat in een gesloten box, blindweg wordt uitgedeeld door het ziekenhuispersoneel. De vraag is of het personeel in kraamklinieken zich moet bezighouden de inhoud van deze reclamedozen te controleren. In de praktijk gebeurt dat niet. Het personeel geeft de gesloten dozen door aan de ouders en heeft noch de opdracht noch de tijd om de inhoud ervan te controleren. Wie is aansprakelijk als er ooit iets gebeurt met de aangeboden producten (bijvoorbeeld glas in een potje babyvoeding of een allergische reactie bij gebruik van één van de producten) ?
De « roze dozen » bevatten weliswaar producten die ook op de markt te koop zijn, maar dat mag geenzins verblinden. Bedrijven die reclame maken in dergelijke campagnes zullen niet altijd promotie maken voor de gezondste en/of duurzaamste producten en ook een goede prijs/kwaliteitsverhouding is zelden een bekommernis. Inzake gezondheidspromotie is er dus geen enkele kwaliteitsgarantie.
Enkele voorbeelden :
In de zeep van de staaltjes van vochtige doekjes in de doos zit phenoxyethanol, een product dat allergie kan veroorzaken.
Naast staaltjes van babyvoeding, pampers, kortingbonnen, melkpoeder en een fopspeen worden er tegenwoordig ook scheermesjes voor de papa in verpakt zodat hij zich « baby-zacht » kan vertonen voor de boreling. Dergelijke reclame heeft niets meer te maken met de verzorging van de pasgeborene.
Het insluiten van waardebonnen voor melkpoeder gaat regelrecht in tegen het internationale pleidooi voor borstvoeding. De « roze doos » gaat in deze in tegen de internationale code inzake de niet-verspreiding van reclame voor moedermelksubstituten en bepaalde producten van kraamzorg, zoals fopspeen en babyflessen en het gratis verdelen ervan. Deze praktijk is in strijd met het voornoemde project « Baby Friendly Hospital » dat ook ondersteund en gepromoot wordt door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, een concept dat een bijzonder erkenning geeft aan ziekenhuizen die borstvoeding actief promoten. Het commerciële karakter van de reclamedozen valt niet te ontkennen.
81 % van de jonge moeders die de « Roze Doos » krijgen vullen een formulier in dat zich in deze doos bevindt. Daarmee gooien ze voor een stuk hun privacy te grabbel. Reeds na een aantal maanden ontvangen de moeders thuis telefonische aanbiedingen. Na een tijdje krijgen ze ook de staaltjes en aanbiedingen in de « blauwe doos » (na 5 maanden), de « groene doos » (na eerste verjaardag), de « gele doos » (wanneer kindje naar eerste kleuterklas gaat) en de « Happy Kid Box ». Het gaat met andere woorden om een stevig uitgebouwd marketingsysteem. Zo wordt bijvoorbeeld aanvullend ook een sms-dienst aangeboden waarbij jonge moeders berichtjes krijgen als « Beste Lucy, uw dochtertje Laura is nu twee maanden, proficiat, vergeet niet dat het tijd is voor een inenting tegen x of y ... ». Hiermee wordt communicatief gefocust op « key emotional moments ». Hierbij dreigt het bedrijf in de plaats te treden van de zorgverlener.
Het bedrijf BEWEB biedt de mailing-lijst van de roze doos te koop aan met inbegrip van het profiel van de ouders en het geslacht en de leeftijd van het kind. Kopers gebruiken deze data voor het zenden van monsters van hun producten of van nieuwsbrieven. Dit is niet verboden maar het is niet wenselijk dat hospitalen en zorgverleners aan de basis liggen van dergelijke uitdijende reclamecampagnes ten aanzien van jonge ouders en hun opgroeiende kinderen.
Besluit
De « roze doos » en gelijkaardige ongecontroleerde reclamesets zijn commerciële initiatieven waarbij informatie over de gezondheid van baby en moeder niet centraal staat. Momenteel belet niets eender welk bedrijf om gelijkaardige producten in de kraamafdeling of elders in het ziekenhuis aan te bieden. De indieners van dit voorstel vinden het niet de taak van het ziekenhuispersoneel om ongecontroleerde reclameproducten te verspreiden, noch aan de ziekenhuizen zelf de zorg over te laten hierover te beslissen. Gezien deze praktijken de volksgezondheid niet dienen moeten ze eenvoudigweg niet getolereerd worden in ziekenhuizen.
In het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd is vermeld onder artikel N1. Bijlage A. III Organisatorische normen :
« 8º Alle publiciteit, klantenjagerij of opzichtige reclame, met in het algemeen door de code van geneeskundige plichtenleer afgekeurde middelen, is verboden. »
Het blijft in deze onduidelijk of het gaat om reclame door het ziekenhuis of in het ziekenhuis door derden maar de opsomming in de wettekst wijst op het eerste. Daarom wensen de indieners een punt toe te voegen in hetzelfde koninklijk besluit dat een verbod inhoudt op ongecontroleerde reclame-initiatieven in materniteiten.
Marleen TEMMERMAN Christine DEFRAIGNE Patrik VANKRUNKELSVEN. |
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
In het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd wordt in Bijlage « A. Algemene normen die op al de inrichtingen toepasselijk zijn », rubriek « III. Organisatorische normen » de bepaling onder 8º/1 ingevoegd, luidende :
« 8º/1 Het aanbieden van ongecontroleerde reclame en niet-medische producten met het oog op reclame door derden via het ziekenhuispersoneel is verboden. »
10 december 2008.
Marleen TEMMERMAN Christine DEFRAIGNE Patrik VANKRUNKELSVEN. |