4-52

4-52

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 11 DECEMBER 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Lieve Van Ermen aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid en aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen over «het uitwijken naar Nederland voor veldproeven met genetisch gewijzigde populieren» (nr. 4-519)

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Ik had op deze vraag ook graag een antwoord gekregen van de minister van Ondernemen en Vereenvoudigen. Ik heb deze vraag al eerder gesteld.

In De Standaard van 9 december 2008 lees ik dat het VIB de toelating heeft gevraagd om genetisch gewijzigde populieren in Nederland te planten. De ministers Onkelinx en Magnette weigerden in mei nog hun goedkeuring te geven voor veldproeven met genetisch gewijzigde populieren, die beter geschikt zouden zijn om bio-ethanol te produceren. De populieren betekenen geen concurrentie voor de voedingsgewassen. Ze kunnen groeien op arme grond en zijn ecologisch bijzonder gunstig omdat de papierindustrie er op minder vervuilende manier papier mee kan produceren. Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie en ook de Raad van State brachten een positief advies uit.

Aangezien het plantseizoen is aangebroken, moet het VIB op zoek naar een veld in het buitenland om de bomen op te planten. Het VIB heeft een positief advies gekregen van de Nederlandse Commissie genetische modificatie. Het instituut vermoedt dat de definitieve vergunning snel zal volgen.

In Wageningen staan er al genetisch gemanipuleerde specimens. Toch hoopt het VIB nog altijd dat de federale regering de aanvraag voor een veldproef in ons land alsnog zal goedkeuren.

Innovatie is cruciaal voor economische groei. De minister laat ook niet na dat in de media te beklemtonen. Toch boycot de federale regering, waarvan ze lid is, dit hoogtechnologisch onderzoek in Vlaanderen in plaats van het te stimuleren. Hoe rijmt ze dat met elkaar?

Is ze het eens met de argumenten van haar collega's-ministers om de veldproef van het VIB af te keuren? Wat is haar visie op het advies van de Raad van State?

Werd de afkeuring uitvoerig besproken in de Ministerraad? We hebben de indruk dat een loopgravenoorlog wordt uitgevochten en dat de regering de beslissing wil uitstellen tot na de verkiezingen. Mag de afkeuring beschouwd worden als een beslissing van de voltallige federale regering?

Bestaat er nog een kans dat de federale regering alsnog de aanvraag voor een veldproef in de lente in ons land zal goedkeuren? Zal ze dit dossier ter harte nemen en in het belang van de Vlaamse en Belgische economie de goedkeuring bepleiten in regeringskringen?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid. - Als minister van Wetenschapsbeleid ben ik me uiteraard bewust van het belang van hoogtechnologisch onderzoek voor de economische ontwikkeling.

De beslissing over de veldproeven met genetisch gewijzigde populieren werd genomen door de ministers Onkelinx en Magnette en hoefde niet aan de Ministerraad te worden voorgelegd. Aangezien er geen verband is tussen de veldproeven en de veiligheid van de voedselketen, werd ik ook niet bij de beslissing betrokken.

Na de negatieve beslissing door de twee bevoegde ministers werd het dossier naar het Overlegcomité doorgestuurd en werd bijkomend advies gevraagd aan de Raad voor bioveiligheid. Die heeft nog geen advies uitgebracht. Op grond van dat advies zouden de ministers Onkelinx en Magnette hun beslissing eventueel kunnen herzien. Ik hoop dat alleszins.

Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie heeft inderdaad tegen de negatieve beslissing beroep aangetekend bij de Raad van State. De Raad van State heeft hierover nog geen uitspraak gedaan.

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Ik heb vernomen dat de Raad van State het dossier op 20 oktober 2008 behandeld heeft en dat de Raad de argumenten van de ministers Onkelinx en Magnette van de tafel heeft geveegd. Ik hoop dat de minister voet bij stuk houdt en dat het dossier eindelijk kan worden goedgekeurd.

Het is jammer dat onze instituten naar Duitsland en Nederland moeten uitwijken. Zowel voor de innovatie als in economisch opzicht is dat een ramp.