4-51 | 4-51 |
M. le président. - M. Carl Devlies, secrétaire d'État à la Coordination de la lutte contre la fraude, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État, adjoint au ministre de la Justice, répondra.
De heer Dirk Claes (CD&V). - De aangekondigde alcoholcontroles zijn voldoende aan bod gekomen in de pers. Ik zal me beperken tot mijn vragen erover.
Steunt de staatssecretaris de intentie om het aantal alcoholcontroles in de eindejaarsperiode op te voeren? Kadert deze actie in een breder plan om meer mensen te sensibiliseren over de gevaren van alcohol achter het stuur?
Zal de staatssecretaris er bij de minister van Binnenlandse Zaken op aandringen dat het niet de bedoeling kan zijn dat bij de politie personeel wordt opgevorderd, bijvoorbeeld voor een terreurdreiging, waardoor minder alcoholcontroles kunnen worden uitgevoerd en op die manier het beoogde aantal controles niet kan worden gehaald?
Is het juist dat er specifiek met betrekking tot jongeren extra maatregelen zullen worden opgelegd betreffende de sanctionering van dronkenschap achter het stuur? Welke wettelijke basis wordt daarvoor ingeroepen? Bestaat er geen verwarring tussen de categorie `jongeren' en de officieel erkende categorie `onervaren automobilisten', namelijk de automobilisten die minder dan twee jaar over een rijbewijs beschikken?
Heeft de regering specifieke maatregelen genomen om het intrekken van het rijbewijs of het opleggen van een rijverbod gemakkelijker te laten uitvoeren? Welke criteria zullen daarbij worden gehanteerd? Binnen welke periode zullen die maatregelen worden toegepast?
Is er voorafgaand overleg geweest met het College van procureurs-generaal? Zal erop worden toegezien dat de strafbepaling- en uitvoering in het hele land volgens dezelfde criteria verloopt?
De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord van de staatssecretaris voor Mobiliteit.
Tijdens de lopende Bob-campagne is het inderdaad de bedoeling om het aantal alcoholcontroles met tien procent te verhogen, tot 180 000, het hoogste aantal ooit. Het gaat vooral om aselecte controles, waarbij iedereen die wordt staande gehouden aan een ademtest wordt onderworpen.
Het is geenszins de bedoeling een bepaalde bevolkingscategorie of leeftijdscategorie te treffen, maar het is duidelijk dat, wanneer controles plaatsvinden in de weekend- en feestnachten, er proportioneel meer jonge bestuurders zullen worden gecontroleerd. Ter informatie wordt ook een brochure verspreid waarin de straffen zijn vermeld voor het rijden onder invloed van alcohol.
In de vorige regeerperiode, in 2007, werd de bestraffing voor bestuurders die sinds minder dan twee jaar hun rijbewijs hebben, strenger gemaakt. Wanneer zij een overtreding begaan die in aanmerking komt voor een verval van het recht tot sturen, is de rechter verplicht om het verval van het recht tot sturen uit te spreken. Bijgevolg zal bij de vaststelling van 0,8 promille bij een bestuurder met een rijbewijs van minder dan twee jaar, de rechter verplicht zijn om een verval van het recht tot sturen uit te spreken en moet de bestuurder opnieuw slagen in het theoretisch en praktisch examen om opnieuw een rijbewijs te verkrijgen.
Het gaat dus niet om jonge bestuurders, maar om alle bestuurders - jong of oud - die sedert minder dan twee jaar hun rijbewijs hebben behaald.
De achterliggende gedachte bij deze maatregel is tweeledig: enerzijds is het niet normaal dat iemand die net het theoretisch en praktisch rijexamen heeft afgelegd, al meteen zware overtredingen begaat, zoals het rijden onder invloed van alcohol, en anderzijds beschikken nieuwe bestuurders nog niet over voldoende rijervaring. Het gebrek aan rijervaring, in combinatie met het rijden in onbekende omstandigheden - 's nachts, slechte weersomstandigheden, enzovoort - heeft voor gevolg dat het rijden onder invloed een verzwarende omstandigheid is, die sneller tot een ongeval leidt. In zo een geval mag het rijden onder invloed boven de 0,8 promille zeker en vast niet worden toegestaan terwijl het maximaal toegelaten gehalte 0,5 promille bedraagt. Europees onderzoek wijst trouwens uit dat bij beginnende bestuurders er al een verhoogd ongevalrisico is vanaf 0,2 promille, precies door het gebrek aan ervaring.
Het is dus volkomen logisch dat voor beginnende bestuurders sneller wordt teruggegrepen naar het opnieuw afleggen van het theoretische en praktische rijexamen, korte tijd nadat zij het rijbewijs hebben gehaald.
Ook de andere bestuurders worden gecontroleerd en wanneer zij positief zijn, kunnen zij eveneens met een verval van het recht tot sturen met examens worden gestraft.