4-51 | 4-51 |
(Voor het voorstel aangenomen door de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden, zie stuk 4-937/1.)
De heer Luc Van den Brande (CD&V), corapporteur. - De heer Cheron en ikzelf verwijzen naar het schriftelijke verslag en tonen daarmee aan dat corapporteurs een akkoord kunnen bereiken, althans wat het verslag betreft.
M. Marcel Cheron (Ecolo), corapporteur. - Je veux, moi aussi, me féliciter de l'accord sur le rapport auquel M. Van den Brande et moi-même avons abouti. C'est de la belle ouvrage !
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik zal bondig zijn en niet herhalen wat we bij de behandeling van het eerste belangenconflict hebben gezegd.
Wij zijn van oordeel dat de argumentatie van de Franse Gemeenschap en van de COCOF in feite betrekking had op de vraag of Vlaanderen wel bevoegd is om te doen wat het in dat decreet beoogt te willen doen. Ik ben het eens met diegenen die zeggen dat een eventuele overschrijding van een bevoegdheid aanleiding kan geven tot een belangenconflict om een en ander preventief uit te klaren. Een belangenconflict is immers een preventieve demarche, terwijl men bij een bevoegdheidsconflict iets wat goedgekeurd is kan aanvechten voor het Grondwettelijk Hof.
Dat geldt voor de twee belangenconflicten. In het eerste belangenconflict is men tot het advies gekomen dat opnieuw overleg moest worden georganiseerd tussen de ministers van Onderwijs van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap, terwijl het interpretatieve decreet dat in het Vlaams Parlement unaniem is goedgekeurd het resultaat is van het feit dat de verschillende ministers van Onderwijs nooit tot een akkoord zijn gekomen.
De indieners wilden duidelijk maken dat men, als men de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap over de pedagogische inspectie en de eindtermen voor de scholen in de zes faciliteitengemeenten betwist, over het decreet kan stemmen en achteraf uitsluitsel kan vragen aan het Grondwettelijk Hof.
Het is jammer dat men ons advies niet heeft gevolgd.
We hebben opnieuw een amendement ingediend op het voorstel van de Senaat om geen gemotiveerd advies uit te brengen, waarin we zeggen dat de Senaat van oordeel is dat de COCOF eigenlijk de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap betwist. Onze conclusie is dat hier geen sprake is van een belangenconflict. Als de Franstaligen de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap in deze aangelegenheid betwisten, dan is een beroep bij het Grondwettelijk Hof nog altijd mogelijk.
Het feit dat de Senaat nu geen advies kan geven, heeft ook te maken met de poging van de heer Van den Brande om alsnog een advies in elkaar te knutselen. Het was de bedoeling duidelijk te maken dat het hier eigenlijk ging over een betwisting van bevoegdheid, maar zelfs dat ging voor de Franstaligen te ver.
De Senaat geeft dus geen advies, wat te denken geeft over de rol die hij nog kan spelen in belangenconflicten. Als ons amendement wordt aangenomen, is er een duidelijke stemming en zegt de Senaat dat er misschien een bevoegdheidsconflict is, dat het Vlaams Parlement maar over het decreet moet stemmen en dat de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de COCOF de zaak desnoods door het Grondwettelijk Hof kunnen laten beslechten. Dat zou veel duidelijker zijn dan de huidige situatie waarin het belangenconflict misbruikt wordt om de zaak over de verkiezingen van 2009 te tillen. Wanneer dit belangenconflict is afgelopen, kunnen er nog andere volgen en dan kan het decreet in het Vlaams Parlement niet meer worden goedgekeurd. In 2009 zijn er immers verkiezingen voor het Vlaams Parlement en zal het decreet niet meer bestaan. Na de verkiezingen van 2009 en de installatie van het nieuwe Parlement kan dit decreet opnieuw worden ingediend en kunnen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de COCOF, en eventueel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, opnieuw belangenconflicten inroepen.
De Senaat kan geen advies geven. De rol van de Senaat in de zogenaamde verzoening tussen de gemeenschappen is dus uitgespeeld en dit document bewijst dat.
De heer André Van Nieuwkerke (sp.a+Vl.Pro). - Ik richt mij vooral tot CD&V en Open Vld, die het decreet mee hebben goedgekeurd in de onderwijscommissie van het Vlaams Parlement. Het decreet heeft tot doel de kwaliteit van het Franstalig onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap te bewaken en te waarborgen, de betrokken leerlingen en ouders de ondersteuning te geven waarop ze, zoals alle leerlingen in het Vlaams onderwijs, recht hebben, en de keuzevrijheid en de toekomstmogelijkheden van de Franstalige leerlingen te waarborgen door hen onder meer een grotere vrijheid te geven voor een overstap naar het Nederlandstalig onderwijs op secundair niveau.
Uiteraard gaat het decreet ook over leerlingenbegeleiding en dat is in de faciliteitengemeenten de bevoegdheid van het Vlaams onderwijs. Wij vinden dat het Vlaams niveau op dat gebied decretaal volledig zijn werk moet doen. We zouden kunnen zeggen dat de ministers maar moeten onderhandelen, maar na tien jaar weten we wel dat dit niet zal gebeuren. Het decreet, dat nog altijd in de onderwijscommissie van het Vlaams Parlement ter bespreking voorligt, moet, wanneer het naar de plenaire vergadering wordt overgezonden, zo spoedig mogelijk worden goedgekeurd. Daarna kunnen de Franstaligen het bevoegdheidsconflict inroepen en advies vragen aan het Grondwettelijk Hof. Dan is er opnieuw discussie mogelijk.
Ik vind het jammer dat de Senaat, waar toch ook gemeenschapssenatoren zitting hebben, er niet in slaagt een inhoudelijke discussie te voeren.
Iedereen sluit zich op in zijn eigen cocon. We laten de verdere procedure over aan een carrousel waarin we politiek niets meer te zeggen hebben. De Senaat doet onvoldoende inspanningen om een inhoudelijk advies te formuleren. De sp.a-fractie houdt daarom zijn amendement aan, want het gaat om een bevoegdheid waarvoor Vlaanderen ten volle de verantwoordelijkheid draagt.
De heer Louis Ide (Onafhankelijke). - Ik zal het kort houden. Ik zou het kunnen hebben over de pedagogische aspecten en de kwaliteit die inspectie nodig maken, maar ik zal niet in de inhoudelijke val trappen. We hoeven hier geen woorden meer aan vuil te maken. De inspectie betreft een bevoegdheid voor Vlaanderen en de vraag is wat deze instelling hiermee heeft uit te staan. We maken dit trouwens al een tweede keer mee. Aan mijn Franstalige collega's stel ik de vraag: komt er nog een derde keer, of toch niet, zoals voor Brussel-Halle-Vilvoorde? Het déjà vu overheerst. We weten hoe het dossier van Brussel-Halle-Vilvoorde vorige week is afgehandeld!
De voorzitter. - Het voorstel aangenomen door de commissie luidt als volgt:
"In het licht van de discussie, zoals weergegeven in het commissieverslag nr. 4-937/1, stelt de commissie voor om geen gemotiveerd advies uit te brengen aan het Overlegcomité als bedoeld in artikel 31, §1, van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen."
Op dit voorstel hebben de heren Van Hauthem en Ceder amendement 1 ingediend (zie stuk 4-937/2) dat luidt:
Het voorstel aangenomen door de commissie vervangen als volgt:
"De Senaat,
Gelet op de bespreking in commissie voor de Institutionele Aangelegenheden;
Is van oordeel dat in deze aangelegenheid de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie eigenlijk de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap inzake de regelgeving en inspectie van het basisonderwijs in de randgemeenten betwist;
Is van oordeel dat in de Grondwet een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de vraag wie bevoegd is inzake regelgeving over het basisonderwijs in de randgemeenten enerzijds, en de taal waarin dit onderwijs wordt gegeven anderzijds;
Is bijgevolg van oordeel dat het Grondwettelijk Hof desgevallend een oordeel zal moeten vellen".
Op ditzelfde voorstel heeft de heer Van Nieuwkerke amendement 2 ingediend (zie stuk 4-937/2) dat luidt:
Het voorstel aangenomen door de commissie vervangen als volgt:
"De Senaat is van oordeel dat het belangenconflict met betrekking tot het voorstel van decreet van de Vlaamse Gemeenschap, opgeworpen door de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie, ten onrechte werd opgeworpen.
Zo respecteert de Senaat de bevoegdheid van het Vlaams Parlement."
-De bespreking is gesloten.
-De stemming over de amendementen wordt aangehouden.
-De stemming over het besluit van de commissie heeft later plaats.