4-497/2

4-497/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

17 JUNI 2008


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW DEFRAIGNE

Art. 2

Punt A vervangen als volgt :

« A. De eerste volzin wordt vervangen als volgt : « De veroordeelde stelt het cassatieberoep in binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de dag waarop het vonnis is uitgesproken. »

Verantwoording

Deze wijziging moet de rechtszekerheid garanderen en een eenvormig vertrekpunt vaststellen voor de termijn van het cassatieberoep. Zo voorkomt men mogelijke bewijsproblemen inzake het tijdstip waarop de gedetineerde de gerechtsbrief met de kennisgeving van het vonnis heeft ontvangen. In de praktijk stelt men immers meestal vast dat elk bewijs hiervan ontbreekt, waardoor de aanvang van de termijn van het cassatieberoep niet vastgesteld kan worden.

Een termijn van vijftien dagen zou dus beter zijn om de gedetineerde toe te staan een advocaat te raadplegen, die als enige bevoegd is om het cassatieberoep in zijn naam in te stellen. De advocaat zal ook de nodige tijd hebben om het dossier te onderzoeken en zich een oordeel te vormen over de slaagkansen van het cassatieberoep.

Christine DEFRAIGNE.