4-46

4-46

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 23 OKTOBER 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Geert Lambert aan de eerste minister over «uitzendwerk bij de overheid» (nr. 4-439)

De voorzitter. - De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie, antwoordt.

De heer Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro). - In het regeerakkoord is sprake van een regeling voor uitzendkrachten bij de overheid. Het principe zou in overleg met de sociale partners verder worden uitgewerkt.

Heeft dat overleg al plaatsgevonden? Wat is de stand van zaken?

Wanneer zal uitzendwerk bij de overheid mogelijk worden?

De heer Carl Devlies, staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie. - Ik lees het antwoord de eerste minister.

In het regeerakkoord is inderdaad bepaald dat de regering aan de sociale partners zal vragen te voorzien in specifieke bepalingen voor interimarbeid in overheidsbesturen voor uitzonderlijke en tijdelijke behoeften. Het overleg daarover zal gebeuren in het Comité A dat bevoegd is voor de hele overheidssector.

Ter voorbereiding van dat overleg en met het oog op het ontwikkelen van een gezamenlijke visie, heeft een werkgroep met vertegenwoordigers van de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de drie regionale Verenigingen van Steden en Gemeenten op 24 juni een eerste keer vergaderd.

Op 15 juli heb ik de gemeenschaps- en gewestregeringen schriftelijk verzocht mij hun standpunt over interimarbeid mee te delen. Omdat niet alle regeringen mij al een antwoord hebben bezorgd, heb ik op 15 september een herinneringsbrief gestuurd. Zodra alle antwoorden binnen zijn, zal het overleg tussen alle betrokken overheden worden voortgezet.