4-46

4-46

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 23 OCTOBRE 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Freya Piryns à la ministre de l'Intégration sociale, des Pensions et des Grandes villes et à la ministre de la Politique de Migration et d'Asile sur «le manque de places d'accueil pour des demandeurs d'asile» (nº 4-433)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Zowel de dienst Vreemdelingenzaken als Fedasil trokken de afgelopen maanden aan de alarmbel in verband met het tekort aan opvangplaatsen voor nieuwkomers in open centra.

Eind augustus kondigde Fedasil noodmaatregelen aan tegen de overbezetting van het opvangnetwerk. Met een bezettingsgraad begin augustus van 95%, meer dan 15 000 mensen, heeft het opvangnetwerk zijn grenzen bereikt; er vertrekken te weinig mensen uit de opvangcentra en er zijn ook meer aankomsten. De verschillende noodmaatregelen, zoals het verplicht vertrek van bewoners met een verblijfstitel en het creëren van overcapaciteit in de centra, zouden op korte termijn effect moeten hebben.

Ondertussen is het duidelijk geworden dat er meer structurele oplossingen nodig zijn. DVZ liet afgelopen week in een open brief weten dat ze weigeren nog langer asielzoekers op straat te dumpen. Het probleem is dus duidelijk nog niet opgelost.

In een reactie liet de minister weten niet te willen zorgen voor extra plaatsen zolang de minister van Asiel en Migratie, mevrouw Turtelboom, geen regularisatiecriteria heeft vastgelegd. De onenigheid binnen de regering heeft nu dus niet alleen gevolgen voor de duizenden mensen zonder papieren in ons land, maar ook voor alle andere vluchtelingen.

Ministers rollen al ruziënd over de straatstenen, terwijl ze elkaar de schuld in de schoenen schuiven. Het is een schande dat mensen daardoor op straat worden gezet en aan hun lot worden overgelaten.

Fedasil heeft beslist om voor een beperkte periode een overcapaciteit te creëren in enkele federale opvangcentra. Die tijdelijke extra plaatsen worden vooral ingericht in gemeenschappelijke ruimten, zoals sportzalen, of door het plaatsen van tenten. Vindt de minister het te verantwoorden dat het peil van comfort in de opvangcentra ernstig naar bedenen wordt gehaald door het creëren van overcapaciteit? Vindt ze tenten een geschikte manier van opvang?

Een richtlijn van Fedasil aan de federale en de Rode Kruisopvangcentra bepaalt dat personen met een verblijfstitel - erkende vluchtelingen, personen die subsidiaire bescherming genieten of personen die geregulariseerd werden - de opvangstructuur uiterlijk na twee maanden moeten verlaten. Op welke manier worden deze personen met een verblijfstitel nadien begeleid?

Hoe staat het met de aangekondigde maatregel waardoor personen met een verblijfstitel in de toekomst vlotter de overstap moeten kunnen maken van materiële steun - verleend door opvangcentra - naar financiële steun? Die maatregel houdt in dat het OCMW van de gemeente waar de betrokkene zich vestigt, bevoegd wordt voor zaken zoals de huurwaarborg of de installatiepremie in plaats van het OCMW van de gemeente van de opvangstructuur.

Hoe kan de minister verantwoorden dat mensen de nacht op straat moeten doorbrengen, dat ze uit de open asielcentra worden weggestuurd, dat de dienst Vreemdelingenzaken - zoals hij zelf zegt - mensen op straat zet om druk uit te oefenen op een minister uit de eigen meerderheid? De minister heeft gelijk als ze zegt dat collega Turtelboom haar omzendbrief onmiddellijk moet publiceren omdat er veel mensen op zitten wachten. Dat daarvoor in de regering op elkaar druk wordt uitgeoefend is echter niet correct.

Ik roep haar dan ook op om er op andere manieren voor te zorgen dat die omzendbrief er eindelijk komt.

Mevrouw Marie Arena, minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden. - De maatregelen van Fedasil waardoor de capaciteit van de opvangcentra wordt overschreden, zijn spoedmaatregelen die genomen zijn in een moeilijke situatie. Ik besef dat overbevolking gevolgen heeft voor de kwaliteit van de opvang, maar het doel van die maatregelen is zoveel mogelijk mensen op te vangen. Een buitengewone situatie vergt buitengewone maatregelen. Het is niet mijn bedoeling te kiezen voor overschrijding van de capaciteit van de centra als een definitieve maatregel. Zodra er structurele oplossingen zijn, zullen de dringende maatregelen worden afgeschaft.

De resultaten van de in augustus genomen richtlijnen betreffende het vertrek van mensen die een verblijfstitel hebben, worden nu merkbaar. Asielzoekers die het statuut van vluchteling hebben of een subsidiaire bescherming krijgen, of vluchtelingen wier verblijf geregulariseerd wordt, moeten immers de opvangstructuur in principe binnen een termijn van 45 dagen tot 2 maanden verlaten.

Die termijn is heel kort en gezien de huisvestingsproblemen valt hij ook moeilijk te eerbiedigen. Goedkope woningen zijn zeldzaam en voor mensen met een laag inkomen is het moeilijk een gezonde en goedkope woning te vinden. Dat geldt ook voor mensen met een verblijfstitel die de opvangstructuren verlaten en moeten rondkomen met een OCMW-uitkering. Het `Fedasilpubliek' bevindt zich wat dat betreft, in dezelfde situatie als Belgen met een laag inkomen.

De richtlijnen van augustus bepalen wel dat Fedasil de betrokkenen bij hun vertrek moet begeleiden bij het zoeken naar een woning en in hun contacten met een OCMW.

Het was evenwel moeilijk om te bepalen welk OCMW bevoegd is om iemand bij zijn vertrek uit een opvangstructuur ten laste te nemen. In juli 2008 heeft de ministerraad de knoop doorgehakt: het OCMW van de gemeente waar een woning wordt gevonden, neemt betrokkene ten laste en kent hem een installatiepremie en een huurwaarborg toe.

Ik wil geen enkele minister van de meerderheid beïnvloeden via mensen voor wie we geen plaats in het netwerk vinden. Van die alarmerende situatie mag geen gebruik gemaakt worden. Mochten we bijkomende plaatsen kunnen vinden, dan zou de maatregel voluit uitgevoerd kunnen worden. Ik moet wel rekening houden met de moeilijke financiële situatie van Fedasil, maar ik kan de opvang van mensen van wie het dossier onontvankelijk is verklaard, niet zomaar aan de OCMW's overdragen. Nu de winter in aantocht is, hebben de OCMW's het immers al moeilijk om goedkope woningen te vinden.

Tot slot stel ik toch vast dat de verzadiging van het opvangnetwerk ook verband houdt met de vertraging die de uitvoering van het regeerakkoord ter zake heeft opgelopen. Ik denk in het bijzonder aan de regularisatie van mensen die in een lange asielprocedure of in een procedure voor de Raad van State verwikkeld zijn.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik dank de minister voor haar eerlijke antwoord.

Zoals ik in mijn vraag liet blijken, ben ik het ermee eens dat de regularisatie er snel moet komen, zodat heel wat mensen die vandaag in opvangcentra zitten, de kans krijgen om buiten een echt leven uit te bouwen.

Ik dank de minister ook voor haar aandacht voor de huisvestingsproblemen van houders van een verblijfstitel. Ik hoop samen met haar dat daarvoor snel oplossingen worden gevonden.