4-46

4-46

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 23 OCTOBRE 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Hugo Coveliers à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur «les problèmes relatifs à la validité des arrêtés royaux nos 78 et 79» (nº 4-422)

M. le président. - Mme Julie Fernandez Fernandez, secrétaire d'État aux Personnes handicapées, adjointe à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, répondra.

De heer Hugo Coveliers (VB). - Mijn vraag betreft koninklijke besluiten van het einde van de jaren zeventig waarover lange tijd discussie bestond. Het zijn volmachtbesluiten over een belangrijk gedeelte van de sociale zekerheid en het statuut van de geneesheren, waarmee veel geld en belangen zijn gemoeid.

Minister Onkelinx zei in antwoord op een vraag van collega De Schamphelaere dat er volgens haar een verschil is tussen de koninklijke besluiten die goedgekeurd werden in de Ministerraad, en de versies die ter bekendmaking werden gegeven. In strafrechttaal zou men zeggen dat er een vermoeden van valsheid in geschrifte is. Maar volgens de minister leek de term `vervalsing' toch wat overdreven. Hoe noemt men dan een koninklijk besluit dat wordt goedgekeurd, maar nadien gewijzigd wordt gepubliceerd? Voor mij is dat valsheid in geschrifte, maar dat zal wel beroepsmisvorming zijn.

De minister kan opwerpen dat alleen de rechterlijke macht kan oordelen of de koninklijke besluiten vervalst zijn en dat de termijn om te vervolgen wegens valsheid in geschrifte in elk geval verstreken is. Maar indien de koninklijke besluiten gewijzigd zijn door personen die er niets mochten aan wijzigen, rijst de vraag naar de strafbaarheid van al diegenen die gebruik maken van die valse stukken. Het Hof van Cassatie bevestigt immers in een arrest van 7 januari 1998 dat de bewuste besluiten door onregelmatigheden aangetast zouden kunnen zijn.

Als de minister van Volksgezondheid en voormalig minister van Justitie willens en wetens deze valse stukken gebruikt, zal haar dat ongetwijfeld worden verweten. Zal de minister dus een eind maken aan het gebruik van stukken die mogelijk vals kunnen zijn?

Mevrouw Julie Fernandez Fernandez, staatssecretaris voor Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.

Ik verwijs naar de antwoorden die ik vroeger gaf op de vragen over deze zaak. Zoals de zaken er nu voorstaan, is er geen reden om a priori de juridische geldigheid van de twee koninklijke besluiten op losse schroeven te zetten, want ze worden nu reeds meer dan veertig jaar toegepast en daarenboven zijn ze na publicatie al verschillende keren gewijzigd door het parlement. Aangezien er vandaag geen nieuw element te vermelden valt, is er dus geen reden om mijn standpunt en dat van mijn voorgangers te wijzigen.

De heer Hugo Coveliers (VB). - Als de staatssecretaris nog vaak naar de Senaat komt en een beetje Nederlands leert, zal ze wellicht verstaanbare antwoorden kunnen geven. Dit antwoord was nauwelijks te verstaan.

Minister Onkelinx beweert dat er geen reden is om de koninklijke besluiten op losse schroeven te zetten aangezien ze reeds veertig jaar worden toegepast. Zij moet toch weten dat het gebruik van valse stukken, ook al gebeurt dat gedurende veertig jaar, niets afdoet aan de strafbaarheid ervan. Dat zal haar echtgenoot haar - voor één keer gratis en niet betaald door de Belgische Staat - toch kunnen uitleggen. Ze heeft zelf in haar antwoord aan mevrouw De Schamphelaere toegegeven dat er verschillen zijn tussen de versies. Een uitgeschreven cheque waarin `lichte' wijzigingen zijn aangebracht, is toch een vervalste cheque? Een openbaar document dat is goedgekeurd door een regering en nadien wordt gepubliceerd met een andere tekst, dat is toch een vervalsing.

De minister loopt groot gevaar. Ik waarschuw haar uitdrukkelijk: ze maakt gebruik van valse stukken. Dat is strafbaar. Indien morgen iemand bij het Hof van Cassatie klacht indient tegen haar wegens het gebruik van valse stukken, dan riskeert ze ten minste een vervolging. Daarvoor wil ik haar behoeden.