4-497/3 | 4-497/3 |
8 JULI 2008
Nr. 2 VAN MEVROUW DEFRAIGNE
Art. 2
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 2. — Artikel 97, § 1, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, wordt gewijzigd als volgt :
A) in het eerste lid worden de woorden « binnen een termijn van 24 uur, te rekenen van de dag waarop de beslissing hem werd ter kennis gebracht » vervangen door de woorden « binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de uitspraak van het vonnis »;
B) in het tweede lid, eerste volzin, worden de woorden « vierentwintig uur » vervangen door de woorden « vijftien dagen »;
C) in het tweede lid wordt tussen de eerste en de tweede volzin de volgende volzin ingevoegd: « De verklaring waarbij cassatieberoep wordt ingesteld, moet door een advocaat worden ondertekend ». »
Verantwoording
Deze wijziging strekt ertoe de termijn waarbinnen het openbaar ministerie cassatieberoep kan instellen op hetzelfde moment te doen ingaan als de termijn waarbinnen de veroordeelde cassatieberoep kan instellen tegen de beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank. Ook de duur van de termijn wordt gelijkgeschakeld en bedraagt nu vijftien dagen, zowel voor de veroordeelde als voor het openbaar ministerie.
Christine DEFRAIGNE. |
Nr. 3 VAN DE DAMES DEFRAIGNE EN CROMBÉ-BERTON
Art. 2
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 2. — Art. 97, § 1, van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten wordt gewijzigd als volgt :
A/ In het eerste lid worden de woorden « de dag waarop de beslissing hem werd ter kennis gebracht » vervangen door de woorden « van de uitspraak van het vonnis »;
B/ In het tweede lid worden de woorden « vierentwintig uur, te rekenen van de dag van de kennisgeving van het vonnis bij gerechtsbrief » vervangen door de woorden « vijftien dagen, te rekenen van de dag van de betekening van het vonnis »;
C/ In het tweede lid wordt tussen de eerste en de tweede volzin de volgende volzin ingevoegd : « De verklaring van cassatieberoep moet door een advocaat worden ondertekend. »;
D/ Paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Het vonnis wordt betekend door de directeur van de strafinrichting binnen een termijn van vierentwintig uur, te rekenen vanaf de uitspraak van het vonnis. De betekening bestaat uit een mondelinge mededeling aan de veroordeelde van de beslissing en van de modaliteiten van het cassatieberoep van de veroordeelde, in de taal van de rechtspleging, met afgifte van een volledig afschrift van de akte. De griffier van de strafuitvoeringsrechtbank moet het vonnis op de dag van de uitspraak per fax aan de directeur van de strafinrichting meedelen. ».
Verantwoording
A/ Het openbaar ministerie dat aanwezig moet zijn op de terechtzitting in strafzaken, overeenkomstig artikel 782bis van het Gerechtelijk Wetboek, neemt kennis van het vonnis bij de uitspraak ervan. De uitspraak moet dus niet ter kennis worden gebracht van het openbaar ministerie. De termijn waarbinnen het openbaar minister cassatieberoep kan instellen, blijft behouden op vierentwintig uur. Er moet een korte termijn worden bepaald om de gevangenisdirecteur er niet toe te verplichten de veroordeelde meerdere dagen in hechtenis te houden terwijl het openbaar ministerie beraadslaagt of het al dan niet in cassatieberoep gaat. Dat zou de rechten van de verdediging schaden.
B/ Deze wijziging waarborgt de rechtszekerheid en bepaalt een beginpunt voor de termijn van het cassatieberoep. Dat voorkomt tevens mogelijke problemen wanneer bewezen moet worden dat de gedetineerde per gerechtsbrief op de hoogte werd gebracht van het vonnis. In de praktijk wordt zelden een ontvangstbewijs gegeven, waardoor het beginpunt voor het cassatieberoep niet kan worden bepaald.
Wij behouden als beginpunt de betekening van het vonnis aangezien — anders dan bij de uitspraak van het vonnis — de veroordeelde niet aanwezig hoeft te zijn op de terechtzitting.
Een termijn van vijftien dagen lijkt geschikter zodat de gedetineerde een advocaat kan raadplegen die als enige gemachtigd is om in zijn naam cassatieberoep aan te tekenen. De advocaat zal dan ook de nodige tijd hebben om het dossier te bestuderen en te oordelen over de wenselijkheid van het beroep.
C/ De advocaat vormt een filter die ongegrond cassatieberoep voorkomt.
D/ De betekening moet zo efficiënt mogelijk verlopen. Men moet ervoor zorgen dat de veroordeelde snel kennis neemt van het vonnis en van zijn rechten.
Christine DEFRAIGNE. Marie-Hélène CROMBÉ-BERTON. |