4-38

4-38

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 10 JUILLET 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Freya Piryns à la ministre de la Politique de Migration et d'Asile sur «la politique de migration et d'asile» (nº 4-414)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik moet bekennen dat ik even getwijfeld heb of ik deze vraag zou stellen, omdat het op den duur lijkt alsof ik steeds met dezelfde vraag kom aandraven. En in feite is dat ook zo. Toch was mijn twijfel snel voorbij, omdat ik er nu eenmaal zelf geen schuld aan heb dat de criteria voor regularisatie nog altijd niet zijn vastgelegd. Ik beloof de minister bij deze dan ook dat ik niet zal stoppen met haar telkens weer diezelfde vraag te stellen, tot de regering eindelijk de tijd en de moeite neemt om een oplossing te bieden voor al de duizenden mensen die zonder papieren de wanhoop echt stilaan nabij beginnen te zijn.

In het federale regeerakkoord van de regering `Leterme 0,5' - een kwakkelregering als deze kunnen we toch moeilijk `Leterme I' noemen - is er sprake van twee sporen om een regularisatiebeleid te ontwikkelen. Aan de ene kant spreekt het akkoord over een individueel regularisatiebeleid op basis van een circulaire met objectieve criteria, waar we nu al maanden op wachten. Aan de andere kant wil de regering werk maken van een verruiming van de economische migratie.

Na de vele debatten die we over het asielbeleid hebben gevoerd, weten we allemaal dat de minister in de eerste plaats minister van Economische migratie wil zijn, en slechts in laatste instantie, of liever helemaal niet, minister van Migratie- en Asielbeleid.

Op 1 juli richtte de minister bij de Dienst Vreemdelingenzaken een Dienst voor Economische Migratie of DEM op. Ze liet er geen twijfel over bestaan wat migratie en asiel voor haar betekenen. Ze is vooral geïnteresseerd in mensenstromen wanneer wij daarvan kunnen profiteren en ze steekt dat niet onder stoelen of banken. `We stevenen af op een battle of the brains en het best georganiseerde land, onder andere wat de afhandeling van visa betreft, zal dat gevecht winnen' aldus de minister. Of nog: `Hoe willen we multinationale ondernemingen warm maken om zich in België te vestigen, als een bedrijfsleider soms dagenlang op zijn visum moet wachten?' Dagenlang!

Het is ongetwijfeld belangrijk dat we bedrijven aantrekken, maar het is stuitend dat de minister het woord `dagenlang' in de mond neemt, terwijl we allen toestanden kennen die net iets schrijnender zijn en die ook dagenlang duren. Die worden door de minister en haar collega's in de hand gewerkt, omdat deze regering steeds maar maatregelen aankondigt, maar niet in staat is ze te realiseren. De minister verheft het non-beleid tot een kunstvorm. Als het echter enkel en alleen in het voordeel van de eigen achterban is, slaagt de minister er wel in een echt beleid te voeren. De CD&V stemt de visserij tevreden, de VLD stemt de buitenlandse investeerder tevreden. Op zich is dat aanvaardbaar, maar de minister zou diezelfde daadkracht tentoon moeten spreiden in de overige domeinen van haar beleid. Mensen zonder papieren en de organisaties die voor hen opkomen zijn het wachten meer dan beu. Zij wachten niet dagenlang, maar maanden- of jarenlang op papieren.

Dinsdag kondigde het Forum Asiel en Migratie aan een klacht te zullen indienen bij de federale ombudsman naar aanleiding van de ongelijke behandeling van de hongerstakers, enerzijds, en de tienduizenden mensen zonder papieren die niet kiezen voor een hongerstaking, anderzijds. Wij zijn absoluut geen voorstander van hongerstaking als vorm van actie of als middel om wanhoop tentoon te spreiden, maar het huidige beleid geeft aanleiding tot dit soort acties omdat er geen echte criteria zijn.

De minister heeft in de Senaat aangekondigd dat ze voorzichtig zou zijn met uitwijzingen zolang er geen regularisatiecriteria zijn. Desondanks worden nog heel wat mensen uitgewezen. Onlangs was er nog het geval van een meisje van twaalf jaar in Antwerpen.

Vindt de minister het verdedigbaar dat de regering besluiten neemt omtrent economische migratie, maar het stilzwijgen bewaart over maatregelen die vallen onder andere domeinen waarvoor de minister bevoegd is?

Wat is de reactie van de minister op de beslissing van het Forum Asiel en Migratie om klacht in te dienen bij de federale ombudsman? Wat is haar mening over het juridische argument dat zij ontwikkelen?

Heeft de minister na het bekend worden van haar eerste voorstel van rondzendbrief nieuwe voorstellen ter sprake gebracht bij haar collega-ministers? De minister blijft anderen immers de schuld in de schoenen schuiven.

Vindt de minister het niet cynisch dat de Dienst Vreemdelingenzaken, ondanks de uitlatingen van de minister in een zeer recent verleden, een jacht op kinderen organiseert aan het einde van het schooljaar?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Migratie- en Asielbeleid. - Ons migratiebeleid volgt inderdaad verschillende sporen. Het spoor economische migratie vormt daar een onderdeel van. Ik heb inderdaad de oprichting van de Dienst voor Economische Migratie aangekondigd, maar ook het spoor van de humanitaire regularisatie is een onderdeel van mijn beleid.

In 1974 werd een migratiestop afgekondigd. In feite moeten we de migratie organiseren en controleren in plaats van ze te stoppen. We moeten `de voordeur' definiëren waarlangs men ons land kan binnenkomen. Een van die voordeuren is de economische migratie. In dat kader heb ik onlangs de oprichting van de Dienst Economische Migratie aangekondigd met het doel de tijd die nodig is om een visum te bekomen in te korten.

Ik blijf er rotsvast van overtuigd dat dit een van de manieren is om de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt en de budgettaire weerslag van de vergrijzing op te vangen. We moeten echter bepalen onder welke voorwaarden mensen die onze economie, en dus ook onze sociale zekerheid en onze gezondheidszorg, kunnen ondersteunen, een plaats in onze samenleving kunnen krijgen. Recente cijfers van het Planbureau staven mijn opvattingen ter zake. Vandaar dat het thema nu ook op de regeringstafel ligt.

We bestuderen de uitbreiding van de wetgeving zowel met het oog op economische migratie uit de Europese Unie als uit derde landen.

Verder staat het iedere burger vrij om tegen gelijk welk overheidsoptreden klacht in te dienen bij de federale ombudsdienst. De federale ombudsmannen behandelen vervolgens die klachten. Als bevoegde minister kan ik me niet in de plaats van de ombudsmannen stellen of op hun antwoord vooruitlopen, anders hadden we die ombudsdienst niet moeten oprichten. Ik doe daarover dus geen uitspraak.

Over de circulaire blijf ik herhalen wat ik al een hele tijd zeg: ik zoek naar oplossingen en ik verken nieuwe denksporen die ik aan de meerderheid voorleg. Ook in antwoord op andere vragen zal ik blijven herhalen dat voor mij de timing en de inhoud beide bijzonder belangrijk zijn.

De zogenaamde jacht op kinderen op het einde van het schooljaar is uit de lucht gegrepen. Er werden wel controles aan huis uitgevoerd, al dan niet op verzoek.

Zoals mevrouw Piryns zelf weet, sta ik in het dossier van de kinderen in gesloten centra dicht bij een doorbraak.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Met mijn vragen wilde ik vooral wijzen op het grote verschil in snelheid waarmee de minister de economische migratie en het regularisatiebeleid aanpakt. Ik blijf dat cynisch vinden en betreur dat ten zeerste.

Voor de zoveelste keer gaf de minister geen concreet antwoord op de vraag naar de datum waarop ze haar regularisatienota zal bekendmaken. Ik vrees dat de hongerstakers die nu hun acties hervatten, zeer vastberaden zullen blijven. Ik vind hongerstaken geen geschikt actiemiddel, het is een wanhoopskreet. Hopelijk wordt dan ook een oplossing gevonden alvorens er doden vallen.

15 juli is D-day voor van alles en nog wat. Ik hoop dat de minister voor zichzelf nu eindelijk een tijdslimiet heeft bepaald en ik hoop dat die zeer dichtbij ligt.