4-36

4-36

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 26 JUIN 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Dirk Claes au secrétaire d'État à la Mobilité sur «les amendes pour cyclistes» (nº 4-380)

De heer Dirk Claes (CD&V-N-VA). - In Leuven is er nogal wat beroering rond hoge fietsboetes. Vooral studenten doen daarover hun beklag. De stad Leuven heeft een oplossing gevonden door de tarieven voor minnelijke schikkingen drastisch te verlagen.

Een fietser die in Brussel, Antwerpen of Gent een overtreding inzake eenrichting begaat, betaalt 160 euro voor een minnelijke schikking, terwijl daarvoor in Leuven maar 75 euro wordt aangerekend. Op zich heb ik met dat verschil geen probleem, de vraag rijst wel of het billijk is.

Vandaar de vraag of het toch niet mogelijk is om in de verkeerswet voortaan een onderscheid te maken tussen gemotoriseerde en niet-gemotoriseerde voertuigen. Concreet wordt het dan mogelijk om bepaalde verkeersovertredingen voor fietsers, bijvoorbeeld het rijden tegen de rijrichting in, te verlagen van categorie 3 naar 1. Dat zou dan resulteren in een boete van 50 euro in plaats van 150 euro nu. Een ander gevolg zou zijn dat de rechtbank de minnelijke schikking niet goedkoper zou moeten maken dan de onmiddellijke inning. Als men in Leuven nu door de politie wordt tegengehouden en men onmiddellijk betaalt, kost dat 150 euro, bij een minnelijke schikking maar 75 euro.

Vandaag zijn sommige boetes voor fietsers echt buiten alle proportie. Ik moet er ook aan toevoegen dat CD&V zich ten tijde van de invoering altijd tegen de superboetes heeft verzet en gepleit heeft voor lagere boetes en een hoge pakkans.

Hoe staat de staatssecretaris voor Mobiliteit tegenover het principe van lagere boetes en een hogere pakkans?

Is de staatssecretaris voorstander van een analyse van de huidige verkeerswetgeving om na te gaan of het huidige boetesysteem voor herziening vatbaar is? Ik weet dat die analyse niet eenvoudig is en het antwoord op de vraag niet evident.

Is de staatssecretaris bereid te onderzoeken of voor bepaalde verkeersovertredingen een onderscheid kan worden gemaakt tussen gemotoriseerde en niet-gemotoriseerde weggebruikers? Hoe staat de staatssecretaris tegenover de vraag om voor bepaalde overtredingen de boetes voor fietsers te verlagen?

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik verwijs eerst naar het omstandige antwoord van de minister van Justitie dat ik hier op 15 mei jongstleden heb voorgelezen.

Ik ga niet akkoord met de manier waarop spreker het principe van de hogere pakkans in combinatie met lagere boetes voorstelt. Hoge boetes zijn inderdaad zinloos als er geen of haast geen pakkans is en een hoge pakkans heeft evenmin zin als er geen of te lage boetes zijn.

Ik heb de indruk dat fietsovertredingen als een doodnormale zaak worden voorgesteld. Het lijkt alsof fietsers het recht moeten hebben om overtredingen te begaan en dat zij, net als voor een bioscoopbezoek, een reductie op de boete mogen krijgen.

De grootste besparing die de arme student in Leuven kan doen is gewoon geen overtredingen begaan.

We moeten toch blijven uitgaan van het principe dat de verkeersregels moeten worden nageleefd en dat er sancties mogen zijn als dat niet gebeurt. Op dat stuk toegeven leidt tot normvervaging, waarmee ik niet zeg dat er over de norm zelf niet kan worden gediscussieerd.

Als men in Leuven weinig bereid is om voor fietsers het tweerichtingsverkeer in eenrichtingsstraten toe te staan, dan is dat zo. Dat behoort tot het gemeentelijke verkeersbeleid. Inbreuken toelaten op het verkeersreglement is geen remedie.

Ik wijs er in dat verband op dat er van zogenaamde superboetes in de praktijk geen sprake meer is na de zoveelste hervorming van de vorige regering. Ik ben bijgevolg ook niet van plan om de indeling van de verkeersovertredingen in de vier bestaande categorieën nog eens te veranderen, zeker niet om de redenen die hier worden aangehaald.

De boetes moduleren naar gelang van het soort weggebruiker kan een soort sneeuwbaleffect hebben, waarbij men al gauw het noorden dreigt te verliezen bij gebrek aan objectieve criteria. Een fietser die in de verboden richting rijdt, is inderdaad niet hetzelfde als een automobilist die in de verboden richting rijdt, maar het is duidelijk dat de fietser die in de verboden richting rijdt, wel degelijk zichzelf in gevaar brengt.

Men vertrekt best van een geïntegreerde benadering, waarbij preventie en repressie zoveel mogelijk samengaan. Op stedelijk niveau moet dat mogelijk zijn, bijvoorbeeld door het stedelijk milieu fietsvriendelijker te maken, door preventieve acties te voeren bijvoorbeeld op het vlak van de fietsverlichting, maar ook door aangepaste maatregelen voor verkeerszondaars. Het moeten niet altijd en alleen boetes zijn, men kan ook gecontroleerde waarschuwingen geven of zelfs de overtreders naar verkeerslessen sturen.

Ik denk dat het zeker mogelijk moet zijn een samenhangend vervolgingsbeleid te voeren, waarbij politie en parketten op dezelfde lijn zitten.

Zoals mijn collega van Justitie al meldde, kan dergelijk vervolgingsbeleid, bij wijze van uitzondering en gelet op de specifieke omstandigheden, ook aanleiding geven tot geldboetes die afwijken van de algemene regel.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat de verkeersregels beter worden nageleefd en de verkeersveiligheid groter wordt, wat zeker kan worden bewerkstelligd door een verhoging van de pakkans met aangepaste maatregelen ter bestraffing.

De heer Dirk Claes (CD&V-N-VA). - Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoord. Ik kan enigszins begrijpen dat het niet zo eenvoudig is de wetgeving te veranderen en de niet-gemotoriseerde weggebruikers speciaal te behandelen op het vlak van boetes. Het was zeker niet onze bedoeling fietsers te bevoordelen. Nu bestaat er echter een discriminatie tussen de stad Leuven zelf en de omstreken. De fietsers die in Leuven in de verboden richting rijden, betalen bij een minnelijke schikking maar half zoveel als bij een onmiddellijke inning.

Het lijkt me raadzaam bij een herziening van de indeling van de verkeersovertredingen het verschil in behandeling dat ik hier heb aangekaart weer eens te bekijken om tot een billijke oplossing te komen.

De heer Etienne Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik begrijp de bezorgdheid en de benadering van de heer Claes. In deze aangelegenheid moet niet alleen worden overlegd met de minister van Justitie, maar ook met de stad Leuven die voor haar vele fietsende studenten een aangepaste verkeersreglementering kan uitwerken.

De heer Dirk Claes (CD&V-N-VA). - Leuven telt uiteraard veel studenten en de politie is er ook zeer actief, maar daarom pleit ik nog niet voor een ander verkeersbeleid in Leuven dan in Gent, Brussel of Antwerpen waar er toch ook studenten zijn. Anderzijds stel ik ook niet voor dat de studenten in Leuven 160 euro boete zouden moeten betalen, zoals een collega die me verkeerd heeft begrepen, tegenover de media beweerde.