4-36

4-36

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 26 JUIN 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Margriet Hermans au ministre des Affaires étrangères sur «l'évaluation de la situation dans les orphelinats en Bulgarie» (nº 4-380)

Question orale de Mme Helga Stevens à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique et au ministre des Affaires étrangères sur «les efforts entrepris au niveau fédéral pour améliorer la situation des orphelins et des enfants et personnes handicapés dans la société et les institutions bulgares» (nº 4-385)

M. le président. - Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment)

Mevrouw Margriet Hermans (Open Vld). - Vijf maanden geleden, nadat we op de televisie een choquerende Britse documentaire hadden gezien, werd in de Senaat unaniem een resolutie over de Bulgaarse kinderen goedgekeurd. Het was een samenvoeging van een voorstel van collega Van Den Driessche en een voorstel van mezelf.

Ik denk dat het tijd is om een eerste evaluatie te maken, te meer omdat de heer Duchausoit gisteren in de pers verklaarde dat hij tijdens een bezoek aan het kindertehuis te Mogilino had vastgesteld dat er, in tegenstelling tot de hoopvolle berichten van Unicef en diverse politici, op het terrein nog niet veel was veranderd. Meer nog, volgens een Franse reportage over een tehuis in Medven zou het er zo mogelijk nog erger aan toe gaan.

Ik weet dat de minister 250.000 euro heeft uitgetrokken, waarvoor dank, en dat een Belgische missie naar Bulgarije is geweest op 27 januari 2008. We kregen daarover trouwens een gedetailleerd verslag in de commissie. Ik heb dan ook de volgende vragen.

Werd de situatie van de weeskinderen, de gehandicapte kinderen en de Roma in Bulgarije reeds op Europees niveau aangekaart en zo ja, zijn er al tastbare resultaten van dit overleg?

Kan de minister aangeven aan welke projecten de hulp van 250.000 euro concreet werd toegekend? Werd hierbij samengewerkt met de lokale ngo's en hun integratieprojecten voor de Roma?

In de resolutie vroegen we onder meer er bij de Wereldbank op aan te dringen dat een project voor kinderrechten in Bulgarije wordt heropgestart, waarin, naast bewustmakingscampagnes bij de bevolking, er ook aandacht is voor het bijzonder aspect van de discriminatie van de Roma. Welke stappen heeft de minister hiervoor al gedaan of zal hij doen en kan hij dat concreet toelichten? Welke andere stappen acht hij zelf opportuun?

Werd de unaniem goedgekeurde resolutie reeds aan het parlement en aan de regering van Bulgarije bezorgd? Zo ja, wat was hun reactie? Zo neen, wanneer ziet de minister de mogelijkheid om dat te doen?

Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Op 31 januari jongstleden keurde deze vergadering naar aanleiding van berichten in de media over de dramatische situatie in Bulgaarse weeshuizen een resolutie goed over de kinderrechten en de opvang van kinderen in Bulgarije. Vanuit mijn bekommernis dat dit initiatief meer moest zijn dan een tijdelijke en eenmalige opflakkering van verontwaardiging, stelde ik op 28 februari al een vraag over de besteding van de 250.000 euro die door de minister van Buitenlandse Zaken werd vrijgemaakt. Minister Onkelinx antwoordde toen dat het geld alleszins besteed zou worden `aan een structurele activiteit die de institutionalisering bevordert en de sociale diensten op regionaal niveau ondersteunt'.

Deze week werd ik echter tot mijn verbazing in de kranten geconfronteerd met de noodkreet van de heer Duchausoit. Hij heeft met eigen ogen vastgesteld dat er ter plaatse in de weeshuizen in kwestie nog niets is veranderd, ondanks eerdere, andersluidende beloftes van de Bulgaarse regering. Wat de toezeggingen van de Belgische overheden betreft, verklaart hij: `Na ronkende verklaringen van veel politici in januari, schiet er ook in ons land van politieke initiatieven niet veel meer over.' Een geplande ontmoeting met eerste minister Leterme werd blijkbaar reeds viermaal uitgesteld. Over de besteding van de toegezegde 250.000 euro lijkt niet de minste duidelijkheid te bestaan.

Ik begrijp uiteraard dat het niet realistisch is te verwachten dat de Bulgaarse situatie op enkele maanden tijd totaal verandert. Voor de Bulgaarse overheid is dat hoe dan ook een werk van zeer lange adem. Mij benieuwt het of er werkelijk een begin van mentaliteitswijziging is bij de politiek verantwoordelijken in Bulgarije. Nu ik verneem dat het tehuis toch niet zou worden gesloten, terwijl de Bulgaarse overheid dat eerder wel had beloofd, wil ik wel weten wat daarvoor de beweegreden zijn.

Kan de minister mij informeren over de huidige stand van zaken wat de contacten en het overleg met de Bulgaarse overheid en de gemeenschappen betreft en over het resultaat van de voorbije initiatieven en de lopende acties?

Hoe wordt het toegezegde bedrag van 250.000 euro besteed? Welke mogelijkheden ziet de federale regering om te investeren in belangenverenigingen, eventueel in samenwerking met het European Disability Forum, EDF, een Europese organisatie die honderden gehandicaptenorganisaties overkoepelt? Het is een heel belangrijke organisatie met contacten tot op het lokale niveau, met ouders, organisaties en met mensen met een handicap.

Welke inspanningen doet de federale regering op Europees niveau, onder meer in de Raad van Europa, om dit dossier onder de aandacht te houden en te volgen?

De heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken. - De federale overheid heeft over deze problematiek diverse contacten gehad met de Bulgaarse autoriteiten, met internationale organisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie, Unicef en de Raad van Europa, en met de Europese Commissie.

De zorg voor de kinderen in de instelling verbeterde nadat Unicef in samenwerking met een alliantie van ngo's zorgde voor extra personeel. Er werd gezorgd voor aangepaste voeding en voor therapie om de mobiliteit van de kinderen te activeren. Alle kinderen werden individueel onderzocht, om precies te weten wat hun noden zijn. Drie kinderen werden verplaatst naar instellingen korter bij hun familie en worden voorbereid op re-integratie in hun gezin. Er werden opendeurdagen georganiseerd voor de families, waarna nog eens vijf families zich kandidaat stelden voor een begeleide re-integratie.

Eind april werden tien kinderen tijdelijk overgeplaatst naar Roese, met het oog op een overplaatsing naar nieuwe community-based care. De overplaatsing naar Roese had tot doel de kinderen de mogelijkheid te geven om vandaar reeds een beroep te doen op diensten voor dagopvang en aldus hun definitieve overplaatsing naar een community service voor te bereiden. Drie jonge kinderen werden geplaatst in een sheltered house in Dolni Tsjiflik en er worden voorbereidingen getroffen om bijkomend nog andere jongeren over te plaatsen naar gelijkaardige sheltered houses.

Er is een akkoord tussen Unicef, de Bulgaarse overheid en de steden - Roese, Varna en Sofia - voor de ontwikkeling van vijf family type houses voor de kinderen van Mogilino, zodat de kinderen niet alleen gebruik kunnen maken van bijkomende dagopvang en begeleiding, maar ook dichter bij hun familie kunnen zijn, dit alles met het oog op uiteindelijke re-integratie.

Naast deze acties zal de Belgische bijdrage toegespitst worden op de structurele opbouw van de Bulgaarse betrokken instantie. Dat gebeurt in samenwerking met Unicef. De draft planning dateert van mei 2008.

Het budget van 250.000 euro wordt gedragen door de post Preventieve Diplomatie. Een volledig overzicht van de inhoudelijke elementen in de timing is voorhanden, maar kan moeilijk mondeling doorgegeven worden gezien het groot aantal cijfergegevens. Het kan wel elektronisch doorgestuurd worden. Een volledige projectbeschrijving met budgettering in samenwerking met Unicef opgemaakt, is in een laatste fase en zal volgende week definitief vastgelegd worden. Ik stel voor dit definitieve document ter beschikking te stellen van de diensten van de Senaat. Het omvat antwoorden op alle elementen van de vraagstellers.

Aangezien de problematiek zich niet beperkt tot Bulgarije, hebben wij ook nog acties ondernomen met diverse internationale organisaties. We werken samen met Bulgarije en Servië een project uit voor de negen landen van de Balkan voor een structurele hervorming van de instellingen. Het gaat om een budget van de FOD Volksgezondheid van 100.000 euro. Normaal wordt dat volgende week in Brussel afgerond.

Op de laatste vergadering van het gezondheidscomité van de Raad van Europa heeft België ook een project voorgesteld om in het kader van de rechten van het kind te werken rond de problematiek van de-institutionalisering.

Het project werd goedgekeurd en kreeg de steun van de meeste Balkanlanden, waaronder Bulgarije.

Ten slotte kan ik meedelen dat vorige maandag een delegatie van Bulgaarse Europarlementsleden een bezoek heeft gebracht aan twee Vlaamse instellingen om een zicht te krijgen op de Belgische aanpak van deze problematiek. In dit dossier werken mijn diensten nauw samen met die van de FOD Volksgezondheid.

Mevrouw Margriet Hermans (Open Vld). - Het verheugt me dat de minister kan meedelen dat er toch een en ander beweegt. De initiatieven die hij opsomt, zijn zeer hoopgevend.

Ik vind wel dat vrij sterk gefocust wordt op re-integratie. We mogen ons daar niet blind op staren, want soms ontaardt de situatie zo erg dat de kinderen absoluut niet meer welkom zijn in hun familie of omgeving.

Ik apprecieer ook het bezoek van de politici. Ik hoop dat ze de knowhow die ze hier hebben opgestoken in hun land kunnen aanwenden.

Ik wil de minister nog vragen ons de cijfers te bezorgen zodra hij ze ontvangen heeft.

Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Net als collega Hermans ben ik blij met het duidelijke antwoord van de minister en met het feit dat de zaken op het terrein positief evolueren. Het verheugt me ook dat we met negen Balkanlanden structureel kunnen samenwerken. De situatie is immers niet alleen in Bulgarije, maar ook in Servië en in Roemenië zeer dramatisch. Roemenië kwam een tijd geleden erg in de belangstelling en mag zeker niet vergeten worden. We moeten de situatie van kinderen met een handicap in het oog blijven houden. We moeten ook alles in het werk stellen om mensen aan te moedigen hun kinderen met een handicap weer op te nemen in de familie en in de lokale gemeenschap. We mogen ons echter niet uitsluitend focussen op re-integratie. Waar re-integratie niet mogelijk is, moet de overheid voldoende opvang in degelijke instellingen aanbieden.

Ik zal dit dossier nauwgezet blijven volgen.

De heer Karel De Gucht, minister van Buitenlandse Zaken. - Zoals ik in mijn antwoord al vermeldde, worden in totaal drie kinderen in hun familie gere-integreerd en zijn er vijf kandidaat voor een mogelijke re-integratie. In totaal gaat het dus om acht kinderen voor het volledige weeshuis. Het klopt dus niet dat er alleen aan re-integratie wordt gedacht. Het komt erop aan om geval per geval te na te gaan wat de beste oplossing is.