4-34

4-34

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 12 JUIN 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Marleen Temmerman au ministre de la Coopération au développement sur «la diminution des efforts de la Belgique dans la lutte internationale contre le sida» (nº 4-351)

Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a+Vl.Pro). - De voorbije dagen werd op een VN-top in New York het vooruitgangsrapport van UNAIDS voorgesteld. UNAIDS-directeur Peter Piot en VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon trokken enige hoopvolle conclusies uit het rapport: door de wereldwijd verhoogde middelen is de strijd tegen aids blijkbaar op een keerpunt gekomen. Tussen 2001 en 2007 daalde het aantal overlijdens ten gevolge van aids van 3,9 tot 2,1 miljoen, vooral omdat aidsremmers nu ook beschikbaar zijn in ontwikkelingslanden. Het aantal nieuwe infecties verminderde van 3,2 miljoen in 1998 tot 2,5 miljoen vorig jaar. Toch blijft aids de belangrijkste doodsoorzaak in ontwikkelingslanden, zeker in Afrika. De ruimere beschikbaarheid van aidsremmers is een positieve trend, maar daartegenover staat dat het aantal nieuwe besmettingen angstwekkend stijgt.

Het rapport van de Verenigde Naties toont aan dat nu ongeveer drie miljoen mensen in ontwikkelingslanden aidsmedicijnen krijgen. Dat is 42% meer dan in 2006. De vooruitgang op sommige vlakken is een goede zaak, maar er is nog een lange weg te gaan. Zo was het aantal nieuwe infecties vorig jaar uiteindelijk toch nog 2,5 maal hoger dan het aantal mensen die toegang hebben tot een behandeling. Dat heeft zeker te maken met de ontoereikende inspanningen op het vlak van preventie, vooral inzake condoompromotie. Tegelijk moeten alle zeilen worden bijgezet om het wetenschappelijk onderzoek naar vaccins en microbiciden te versterken. Een echt aidsvaccin moet binnen afzienbare tijd haalbaar zijn.

Op de UNAIDS-top in New York waren acht presidenten en meer dan negentig ministers aanwezig. Dankzij de Interparlementaire Unie kreeg ik daar de gelegenheid de assemblee toe te spreken over de hiv/aidsproblematiek. Ik was echter ontgoocheld door de afwezigheid van een standpunt van de Belgische regering. In de wandelgangen hoorde ik daarenboven verontrustende geruchten over de Belgische inspanningen op het vlak van het internationale hiv/aidsbeleid.

Kan de minister zijn hiv/aidsbeleid toelichten? Heeft België een duidelijk uitgeschreven hiv/aidsbeleid?

Klopt het dat de aangekondigde bijdrage van België aan het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria van 78 miljoen euro voor de periode 2008-2011 in de definitieve begroting werd teruggebracht tot 52 miljoen euro? De planning van organisaties als het Global Fund wordt sterk bemoeilijkt door het feit dat donoren hun budgetten op korte tijd aanzienlijk terugschroeven.

Waarom heeft België geen aidsambassadeur meer? De vorige aidsambassadeurs hebben ervoor gezorgd dat ons land kon wegen op de besluitvorming in internationale instellingen die rond aids werken. Ze hebben ook de weg bereid voor onze ngo's en wetenschappelijke instellingen die aldus konden uitgroeien tot belangrijke partners op het gebied van internationale gezondheid en aids.

Overweegt de minister de aangekondigde middelen voor het Global Fund alsnog vrij te maken zodat ons land verder kan uitgroeien tot een geloofwaardige autoriteit op het vlak van hiv/aidsbestrijding?

De heer Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - De strijd tegen hiv/aids is een van de transversale thema's in het globale beleid inzake ontwikkelingssamenwerking. Het blijft dus een prioriteit van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en alle kanalen worden daarbij betrokken.

Het grootste deel van onze bijdragen zijn multilateraal. In 2007 ging het om 16.550.000 euro, waarvan 12.050.000 euro voor het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria en 4.500.000 euro voor UNAIDS. Andere belangrijke partners zijn de bilaterale samenwerking via BTC, enkele gespecialiseerde ngo's en het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen.

Het is hierbij niet altijd eenvoudig de specifieke aidsbestrijding te scheiden van de holistische totaalbenadering die de basis is van het Belgische gezondheidsbeleid. In totaal werd in 2007 via de verschillende kanalen - bilaterale, multilaterale en indirecte hulp - 35,8 miljoen euro besteed aan projecten met een belangrijke aidscomponent.

Voor meer informatie over het beleid van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking verwijs ik naar de beleidsnota's `De Belgische bijdrage aan de wereldwijde strijd tegen hiv/aids' en `De Belgische Ontwikkelingssamenwerking op het gebied van Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten'. Beide documenten vormen ook de basis van het werk van de netwerken die mijn administratie met de civiele maatschappij daaromtrent opbouwt.

Het klopt dat de indicatieve raming in de begroting van 2008 voor de periode 2008-2011 tot 52 miljoen euro werd teruggebracht. De berekening van het voor 2008 aangevraagde krediet gebeurde op basis van de realisaties van 2007, verhoogd met 3%. Dat maakt deel uit van de geldende budgettaire beperkingen voor het lopende jaar.

Wat de derde vraag betreft, is er inderdaad nog geen beslissing genomen over de aanwijzing van een aidsambassadeur. Een van de redenen is dat ik nog dieper wil nadenken over de precieze taakomschrijving van deze functie, die ik ook wil optimaliseren.

Aidsbestrijding is de afgelopen jaren sterk geëvolueerd. Daar moet in de nieuwe taakomschrijving rekening mee worden gehouden. De balans die gisteren en eergisteren in New York op een High-level Meeting voor de strijd tegen aids werd opgemaakt, zal voor mij een belangrijke input zijn in die reflectie. Ik wijs erop dat er in mijn administratie een contactpunt is voor aidsbestrijding dat de aidsproblematiek in zijn verschillende facetten opvolgt.

Ten slotte ben ik vast van plan om, voor zover de budgettaire situatie het toelaat, het oorspronkelijke groeipad terug op te nemen. Ik heb in mijn begrotingsvoorstellen voor 2009 dan ook voorgesteld om onze bijdrage aan het Global Fund de komende jaren op te trekken zodat we in de periode 2008-2011 in totaal 76 miljoen euro kunnen besteden.

Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a+Vl.Pro). - Het verheugt me dat de minister van plan is om de Belgische bijdrage aan het Global Fund op te trekken tot het niveau zoals voorzien was in het groeipad.