4-567/2

4-567/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

11 JUNI 2008


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 5bis van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, betreffende de verklaring van de benadeelde persoon


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE DAMES DEFRAIGNE EN CROMBÉ-BERTON

Art. 2

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 2. — Artikel 5bis, § 2, derde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd door de wet van 12 maart 1998, wordt vervangen als volgt :

« De bij het dossier te voegen verklaring, waarvan akte wordt opgesteld, kan worden afgelegd op het secretariaat van het openbaar ministerie of bij de politie die ze onverwijld aan het secretariaat van het openbaar ministerie bezorgt of kan bij een ter post aangetekende brief naar het openbaar ministerie worden gestuurd. ».

Verantwoording

Wij hebben een derde procedure toegevoegd om een verklaring van benadeelde persoon te kunnen afleggen. Die verklaring kan voortaan ingevuld en bij gewone aangetekende brief opgestuurd worden vanop het thuisadres van de benadeelde, naar het openbaar ministerie.

Zo krijgt het slachtoffer een vrij grote waaier van mogelijkheden aangereikt om het statuut van benadeelde persoon aan te vragen. Er moet immers rekening worden gehouden met de vaak zwakke psychologische toestand van het slachtoffer op het ogenblik dat het slachtoffer zijn klacht indient. Soms verkeert die persoon nog in shock en vat hij de gevolgen van de toekenning van het statuut van benadeelde persoon niet op het ogenblik dat hij de klacht indient.

Het kan dus een betere keuze zijn om het slachtoffer eerst bedenktijd te geven vóór het zijn beslissing neemt, in het bijzonder door advies te vragen aan zijn directe omgeving of aan zijn advocaat.

Als het slachtoffer een verklaring van benadeelde persoon aflegt bij de politie, dan moet de politie die verklaring zo snel mogelijk aan het openbaar ministerie bezorgen.

Nr. 2 VAN DE DAMES DEFRAIGNE EN CROMBÉ-BERTON

Art. 3 (nieuw)

Een artikel 3 (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 3. — Artikel 5 van dezelfde wet wordt aangevuld met een § 4, luidende :

« § 4. Het openbaar ministerie kan weigeren gevolg te geven aan de verklaring van benadeelde persoon indien het van oordeel is dat de persoon die deze verklaring aflegt, geen persoonlijk belang kan doen gelden of indien deze verklaring kennelijk niet op gegronde redenen berust.

Van zijn gemotiveerde beslissing wordt binnen een termijn van vijf dagen te rekenen van de datum van de beslissing, per fax of bij een ter post aangetekende brief kennis gegeven aan de persoon die de verklaring heeft afgelegd en eventueel aan diens advocaat.

Onverminderd het recht op burgerlijkepartijstelling staat tegen zijn beslissing geen beroep open. ».

Verantwoording

In de wet bleek verduidelijking nodig over de voorwaarden die het openbaar ministerie moet naleven wanneer het zijn beslissing bekend maakt. Wij menen dat het aangewezen is de eiser mee te delen waarom hem de toekenning van het statuut van benadeelde persoon werd geweigerd. Hiermee komt men tegemoet aan het streven naar een zo groot mogelijke transparantie van het juridisch apparaat. Als de beslissing meegedeeld moet worden binnen 5 dagen, dan kan de eiser snel ingelicht worden over de verwerping van zijn vraag zodat hij onverwijld kan reageren, in het bijzonder om zich burgerlijke partij te stellen.

Nr. 3 VAN DE DAMES DEFRAIGNE EN CROMBÉ-BERTON

Art. 4 (nieuw)

Een artikel 4 (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 4. — Artikel 5bis, § 3, derde lid van dezelfde wet wordt vervangen als volgt :

« De benadeelde persoon wordt ingelicht over zijn rechten, de seponering van zijn zaak en de reden hiervan, de mogelijkheid van burgerlijkepartijstelling, de initiatieven inzake bemiddeling en minnelijke schikking, het instellen van een gerechtelijk onderzoek en de bepaling van een rechtsdag voor het onderzoeks- en vonnisgerecht. ».

Verantwoording

Er moet voor gezorgd worden dat de persoon die het statuut van benadeelde persoon heeft, zo omstandig mogelijk geïnformeerd wordt.

Nr. 4 VAN DE DAMES DEFRAIGNE EN CROMBÉ-BERTON

Art. 5 (nieuw)

Een artikel 5 (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 5. — Artikel 5bis, § 3, van dezelfde wet wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende :

« De benadeelde persoon kan op elk ogenblik het openbaar ministerie inlichten, op een manier zoals vermeld in §2, derde lid, dat hij niet meer de informatie wil ontvangen bedoeld in het derde lid. ».

Verantwoording

Als de benadeelde persoon meent dat hij geen informatie meer wil over het verdere verloop van het dossier, dan moet hij dat zelf te kennen geven. Het openbaar ministerie dient niet zelf te oordelen of de benadeelde persoon, in geval enige reactie van de benadeelde persoon uitblijft, niet meer op de hoogte wenst gehouden te worden.

Christine DEFRAIGNE.
Marie-Hélène CROMBÉ-BERTON.