4-33

4-33

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 5 JUNI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Elke Tindemans aan de minister van Buitenlandse Zaken over «de mensenrechten in Colombia» (nr. 4-346)

De voorzitter. - De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden, antwoordt.

Mevrouw Elke Tindemans (CD&V-N-VA). - Na de verkiezingen van 2002 uitte de nieuwe Colombiaanse president de wens om de problemen van zijn land aan te pakken. De War on Drugs werd gestart, de linkse guerrilla FARC werd hardhandig aangepakt en de paramilitaire organisaties zouden door middel van akkoorden worden ontwapend en eventueel in het reguliere leger en de politie worden geïntegreerd. Op deze manier wenste de president een einde te maken, niet alleen aan de geweldspiraal in het land, maar ook aan de corruptie en de economische en sociale malaise waarin het land verkeert.

Ondanks de ontgoochelende resultaten op het vlak van de rol van de paramilitaire organisaties slaagde president Uribe erin zijn ambtstermijn in 2006 te verlengen. Na zes jaar demobilisatie en ontmanteling van de paramilitairen blijkt hun structuur in de Colombiaanse samenleving zelfs nog versterkt te zijn. Hoewel het juridische apparaat erin geslaagd is om heel wat leiders van deze organisaties te veroordelen en 64 parlementsleden te laten arresteren wegens banden met de paramilitairen, nemen de politieke druk én de bedreigingen aan het adres van rechters en advocaten toch toe. Vooral nu het gerecht steeds meer in de buurt komt van de entourage van de zetelende president.

In dit klimaat van geweld en corruptie is uiteraard de burgerbevolking het eerste slachtoffer. Vooral de mensen op het platteland zitten gewrongen tussen de paramilitairen, de guerrilla en de drugsbaronnen. Het aantal politieke moorden, - alleen al tussen januari en april 2008 werden 22 vakbondsmensen vermoord - de voortdurende mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair recht en de macht van de drugskartels, maken een normaal economisch leven niet mogelijk, waardoor grote delen van de bevolking armoede kennen. Zo moet de dag van vandaag één op de tien Colombianen rondkomen met minder dan 1 dollar per dag. Bovendien zijn er ongeveer 2 tot 4 miljoen binnenlandse ontheemden die op de vlucht zijn voor het geweld of die door de paramilitaire organisaties van hun land werden verjaagd.

Meer en meer proberen de mensen zich te organiseren in allerlei verenigingen die niet alleen een duurzaam vredesproces tot stand willen brengen, maar ook de strijd tegen de armoede en de sociale ongelijkheid aangaan. Deze organisaties die op een vreedzame wijze en via dialoog een werkelijke verandering teweeg willen brengen, worden sterk gehinderd in hun werkzaamheden. Intimidaties, geweld en zelfs moord zijn schering en inslag.

Het recente rapport van Amnesty International bevestigt al deze problemen: 280 buitengerechtelijke executies tussen juni 2006 en juni 2007 door het leger, 230 burgers vermoord door paramilitairen, terwijl in 2007 alleen al 210 mensen door de FARC werden vermoord.

Verschillende waarnemers, waaronder die van de OAS/OEA-Missie van Steun aan het Vredesproces, MAPP-OEA, erkennen dat de paramilitaire organisaties niet ontwapenen, of dat ze onder een nieuwe naam doorgaan, zoals de Zwarte Adelaars en de Organisatie van de Nieuwe Generatie en dat er zelfs nieuwe worden opgericht. De MAPP-OEA heeft dan ook 22 actieve paramilitaire organisaties in kaart gebracht. Die bezondigen zich aan moord, verdwijning, chantage, beperking van de bewegingsvrijheid en de vrijheid tot organisatie. Welk standpunt nemen ons land en de Europese Unie in over het aanhoudende geweld en de mensenrechtenschendingen in Colombia?

De wet Justicia y Paz van 2005 zorgt voor een juridisch kader voor het demobilisatieproces. Alleen worden de internationale rechtsregels inzake waarheid, gerechtigheid en herstel in deze wet niet gerespecteerd. Welke houding neemt ons land tegenover deze wet aan die duidelijk de internationale humanitaire rechtsregels overtreedt? Welke standpunt neemt de Unie ter zake in, verwijzende naar het samenwerkingsakkoord en de gangbare mensenrechtenclausule?

Is er in de Europese Unie enig overleg over maatregelen ter bescherming van de mensen en organisaties die opkomen voor de mensenrechten in Colombia? Zo ja, welke?

Het proces van de vredesonderhandelingen beperkte zich tot op heden tot de paramilitaire organisaties. Indien men een duurzame vrede wil, is er ook nood aan onderhandelingen met de guerrillabewegingen. Welke steun verleent ons land aan dit proces? Wat is de houding van de Europese Unie daarin?

In welke mate steunt ons land het Colombiaanse middenveld in zijn streven naar vrede en ontwikkeling?

De heer Jean-Marc Delizée, staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden. - Ik lees het antwoord van de minister.

De Europese Unie en haar lidstaten zijn bezorgd over het aanhoudende geweld en de mensenrechtenschendingen in Colombia en drukken deze bezorgdheid ook uit bij de Colombiaanse autoriteiten. Naar aanleiding van recente bedreigingen tegen NGO's deed het EU-voorzitterschap een demarche. Ook op Belgisch niveau worden de mensenrechtenschendingen regelmatig besproken, zowel met de civiele maatschappij als met de Colombiaanse autoriteiten. Ik wijs ook op de ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationale humanitaire recht door de illegaal gewapende groepen in de vorm van geweldplegingen en ontvoeringen.

De Europese Unie steunt het vredesproces in Colombia en de wet Justicia y Paz van 2005. Deze wet is al meer dan twee jaar van toepassing, maar bevat nog veel onvolkomenheden. Bij de Colombiaanse autoriteiten wordt aangedrongen om middelen vrij te maken voor een efficiënte en effectieve toepassing van deze wet, zodat werk kan worden gemaakt van de rechten van de slachtoffers, de strijd tegen de straffeloosheid en de schadeloosstelling.

De mensenrechtenclausule is een essentiële clausule van elk kaderakkoord dat de EU met derde landen of regio's wenst te sluiten. Dit geldt dus eveneens voor het momenteel in onderhandeling zijnde Associatieakkoord tussen de EU en haar lidstaten en de Andesgemeenschap en haar lidstaten. De Europese Unie, en ook België, zullen erop toezien dat, eens het akkoord van kracht is, de beschikkingen op het vlak van de mensenrechten worden gerespecteerd.

De Colombiaanse regering toonde reeds meerdere keren de wil om tot onderhandelingen met de FARC te komen. De FARC stellen echter de ontruiming van de gebieden Florida en Pradera in het departement Valle del Cauca als een voorwaarde voor gesprekken over een eventuele humanitaire ruil van de ontvoerden. België ondersteunt volledig het beleid van de Europese Unie dat gericht is op een vreedzame en onderhandelde oplossing van het conflict, de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van de gijzelaars en de eerbiediging van het internationale humanitaire recht.

De internationale gemeenschap zal Colombia blijven steunen om een onderhandelde oplossing van het conflict te vinden. Zo vindt in het kader van de G24, waarvan België deel uitmaakt, tussen de internationale gemeenschap, de Colombiaanse regering en de civiele maatschappij op geregelde basis een dialoog plaats over de mensenrechten, vrede en de slachtoffers van het conflict. De Belgische ambassade in Bogotá nam deel aan de jongste bijeenkomst van de G24 op 27 en 28 maart 2008 met als thema's de rechten van de slachtoffers en de vredesopbouw. Als niet wordt gewerkt aan de rechten van de slachtoffers, zijn de kansen op duurzame vrede miniem. De internationale gemeenschap zal de civiele maatschappij hierbij begeleiden.

Mevrouw Elke Tindemans (CD&V-N-VA). - Het verheugt me te vernemen dat de regering en zelfs de Europese Unie mijn bezorgdheid delen. Ik hoop dat er nog vruchtbare gesprekken volgen en dat iedereen zich zal blijven inzetten om nieuwe gijzelingen te voorkomen.

De voorzitter. - De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergadering vindt plaats donderdag 12 juni om 15 uur.

(De vergadering wordt gesloten om 20.30 uur.)