4-32

4-32

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 29 MEI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van KMO, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid over «het globaal plan voor de horeca» (nr. 4-328)

De heer Dirk Claes (CD&V-N-VA). - Momenteel loopt op VTM het programma Mijn restaurant, een echte hype met meer dan een miljoen kijkers. Het handelt over het reilen en zeilen in de horeca. Teams krijgen een startbudget om een restaurant uit te baten. Kandidaten en kijkers worden geconfronteerd met de aangename kanten, maar ook met de zware moeilijkheden van de sector.

De Belgische horeca is een belangrijke economische sector met bijna 56.000 ondernemingen, ongeveer 35.000 zelfstandigen en 100.000 personeelsleden. De sector kan en wil een bijzonder sterke sociale opdracht vervullen. Ze verenigt verschillende functies die mensen bij elkaar brengt en de verbondenheid stimuleert. Toch gaat het niet zo goed. In 2007 waren er bijna 1500 faillissementen. De uitbaters worden met verschillende problemen geconfronteerd. Zo is het zeer moeilijk om arbeidskrachten te vinden, vooral voor avond- en weekendwerk. Vele uitbaters worden ertoe gedwongen hun zaak voor een aantal extra dagen te sluiten. Flexibele arbeidsvereisten zijn inherent aan deze sector.

Er is ook een rentabiliteitsprobleem. Het is moeilijk een behoorlijke winstmarge te creëren en in de beginperiode is het vaak onmogelijk om alle vaste kosten te dekken. De kosten voor verwarming, elektriciteit en water, die in een horecazaak essentieel zijn, zijn enorm gestegen. Heel wat starters, ook degenen die goed voorbereid en financieel gezond waren, eindigen met een financiële kater. Starters en uitbaters krijgen bijzonder moeilijk toegang tot investeringsleningen. De drempel ligt zeer hoog. Een onduidelijke fiscale regelgeving en een ontoereikende controle leiden tot heel wat zwartwerk. Voor mensen die vast werk hebben en wat extra willen bijverdienen zijn de huidige voorwaarden weinig stimulerend. Zij opteren voor het illegale circuit. Het is dus van groot belang dat de overheid meer aandacht besteedt aan deze belangrijke economische sector. Ik ga ervan uit dat de minister een inspanning zal doen om de sector er weer bovenop te krijgen.

Ik heb samen met enkele collega's een resolutie uitgewerkt tot bevordering van de ontwikkeling van de horecasector. Ik vernam dat ook de minister de nood inziet van een sterke en gecoördineerde aanpak van de sector en dat zij een nieuw globaal plan uitwerkte.

Wat zijn de krachtlijnen van het nieuwe KMO-plan, in het bijzonder voor de horeca? Welke problemen ziet de minister in de horecasector? Welke maatregelen stelt zij voor en binnen welke termijn zal zij het horecaplan uitvoeren? Is zij van plan iets te doen aan de nijpende problematiek om, vooral voor avond- en weekendwerk, voldoende werkkrachten te vinden? Hoe zal zij dat aanpakken? Zal zij andere federale ministers, deelstaatministers en beroepsorganisaties betrekken bij de uitwerking van haar plan?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van KMO, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid. - Ik heb niet de gewoonte om naar reality televisie te kijken, maar ik heb wel al gehoord over het programma waarnaar u verwees.

Ik zal hier nu niet de inhoud onthullen van het `Actieplan KMO', dat ik binnenkort aan de regering zal voorleggen.

Ik kan u wel zeggen dat het actieplan KMO's ambitieus opgevat is en steunt op een intersectoraal gedeelte rond drie hoofdpijlers: het oprichten van ondernemingen aanmoedigen, de zekerheid van de ondernemers verhogen en de relatie tussen KMO's en overheid verbeteren. Er werd ook voorzien in een sectoraal gedeelte. De horeca is één van de sectoren die deel uitmaken van het actieplan. Het is een belangrijke en specifieke sector en dus moeten we specifieke maatregelen nemen.

De toegang tot de beroepen in de horeca is duidelijk één van de thema's die in het actieplan worden behandeld. De toegang tot die beroepen moet worden gemoderniseerd. We mogen echter niet in een overdreven corporatisme vervallen maar we moeten ook voorkomen dat te veel gedereguleerd wordt, want dat zou nadelig zijn voor de voedselveiligheid van de consument. We moeten dus een evenwicht vinden tussen de toegang tot het beroep en de controle en de maatregelen inzake voedselveiligheid. We moeten niet tweemaal hetzelfde werk doen. Ik zal dan ook samenwerken met de horecasector.

De horeca zal, net als de andere sectoren van de KMO's, kunnen rekenen op een versoepeling van de administratieve formaliteiten die moeten worden vervuld door de zelfstandigen die in deze sector willen investeren. Die doelstelling, die beantwoordt aan mijn verbintenissen tegenover de ondernemers, ligt ook in de lijn van de Europese verplichtingen in verband met het enige loket. In Vlaanderen zijn er al ondernemingsloketten, maar in het Waals Gewest nog niet. Ik zal dus overleg plegen met de gewesten, want ik wil een vereenvoudiging uitwerken voor alle zelfstandigen.

Ik zal er ook op toezien dat de permanente onderhandelingen tussen het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en de horecasector niet stilvallen. Ik wil garant staan voor optimale hygiënische controles, maar ik zal ook rekening houden met de verantwoordelijkheid van de restauranthouders ten opzichte van hun klanten. Ook daar moeten we dus een evenwicht vinden.

De antitabakswetgeving, de btw-wetgeving en de problematiek inzake werknemers waarmee de horecasector moet afrekenen, behoren niet tot mijn bevoegdheid. Voor het opstellen van het actieplan KMO's zal ik dan ook overleg plegen met mijn collega's die terzake bevoegd zijn. Ik wil immers een totaalplan uitwerken, niet een plan alleen voor mijn bevoegdheden. De minister van Werk zal erbij worden betrokken voor een versoepeling of een aanpassing van de arbeidswetgeving, de minister van Sociale Zaken voor de antitabakswetgeving en de aanpassing van het Dimonasysteem en de minister van Financiën voor de btw-wetgeving.

Ik pleeg ook overleg met de beroepsorganisatie en de horecasector om een actieplan uit te werken dat een antwoord biedt op hun problemen.

Ik hoop het globaal plan voor de horeca tegen eind dit jaar te kunnen uitwerken en tegen 15 juli een eerste fase af te ronden.

De heer Dirk Claes (CD&V-N-VA). - Ik twijfel er niet aan dat de minister intensief zal werken aan de problemen in de horeca. Enkele CD&V-N-VA-senatoren hebben ten bate van de horeca een resolutie opgesteld die ik aan de minister wil meegeven. We willen graag meewerken aan de uitwerking van goede ideeën.