4-25 | 4-25 |
M. le président. - M. Melchior Wathelet, secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, répondra.
Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Bij contacten met de politie is het belangrijk dat iedereen zich in zijn of haar eigen moedertaal kan uitdrukken. Alleen op die manier kan de communicatie in een comfortabele sfeer verlopen en kan de uitwisseling van informatie tussen de betrokkene en de politie in goede omstandigheden plaatsvinden.
Momenteel beschikken dove en slechthorende gebarentaalgebruikers op dit gebied niet altijd over dezelfde mogelijkheden als de andere burgers van het land. Politiemensen die zich om deze problematiek bekommeren, melden me regelmatig problemen. Zo zijn lang niet alle politiemensen ervan op de hoogte dat gebarentaalgebruikers het recht hebben een tolk te vragen die door de politiediensten wordt betaald. In Vlaanderen gebeurt het dan vaak dat mensen die niet goed op de hoogte zijn van hun rechten, zich verplicht zien tolkuren te gebruiken waarover ze via het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, het VAPH, beschikken.
Ze hebben echter slechts een beperkt aantal uren - het basisaantal is 18 - dat ook wordt gebruikt voor bijvoorbeeld doktersbezoeken, oudercontacten op school, culturele activiteiten enzovoort. Bovendien dient de betrokkene zelf de transportkosten van de tolk te betalen.
Zou het niet zinvol zijn de geschetste problematiek te behandelen in een omzendbrief aan alle politiediensten, zodat alle doven en slechthorenden van het land op een vlotte manier contact kunnen opnemen met de politiediensten en overal gelijk worden behandeld?
Zou het bovendien geen goed idee zijn een inventaris te maken van alle politiemensen die beschikken over een tolkendiploma Vlaamse, Frans Belgische of andere gebarentaal? Deze informatie kan dan worden verwerkt in een brochure die bij de politiediensten wordt verspreid. Op die manier kan een bijdrage worden geleverd aan de bewustwording over de problematiek en moet niet altijd een beroep worden gedaan op een externe tolk.
Ten slotte vernam ik graag of binnen het politieapparaat een cel bestaat die zich specifiek bezighoudt met de problematiek van de contacten tussen politie en personen met een handicap, en wat de eventuele concrete werking daarvan is.
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk. - Ik lees het antwoord van de minister.
Sinds 2003 maakt het diversiteitconcept het voorwerp uit van het beleid van de geïntegreerde politie. Concreet werd dit concept op het terrein vertaald aan de hand van een actieplan diversiteit. Dit actieplan werd ontwikkeld in nauwe samenwerking met de Vaste Commissie van de Lokale Politie en het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Binnen de federale politie is het de dienst gelijkheid en diversiteit die over de uitvoering en de opvolging van het actieplan diversiteit van de geïntegreerde politie waakt. Eén van de twee fundamentele pijlers van dit actieplan is de politie als openbare dienst. Het doel van deze acties is hoofdzakelijk een betere dienstverlening aan de bevolking.
In het kader van het actieplan diversiteit heeft de federale politie bijvoorbeeld in 2007 de eerste blinde of slechtziende collega's gerekruteerd om in de tapkamers van de federale gerechtelijke politie te werken. Zij werden gerekruteerd wegens hun bijzondere auditieve competentie als gevolg van hun blindheid of slechtziendheid. Ze hebben net een opleiding van één maand achter de rug en zijn nu volledig klaar om hun taken op het terrein te vervullen.
Ondertussen werd ook een werkgroep opgericht, met name de vzw Het reddend gebaar. Deze werkgroep is samengesteld uit politiemensen die bedreven zijn in de gebarentaal en zelfs een gediplomeerde tolk gebarentaal. In het Franstalige landsgedeelte werd eenzelfde vennootschap opgericht, met name Le geste qui sauve.
Op de website van bovenstaande vennootschappen vindt men de contactgegevens van de politiemensen uit de verschillende zones die bedreven zijn in de gebarentaal. Daarnaast kunnen mensen die doof of slechthorend zijn, op deze sites informatie vinden die nuttig is in hun contact met de politie. Deze sites bevatten eveneens tips en adviezen voor politiemensen die tijdens de uitvoering van hun job geconfronteerd worden met mensen die doof of slechthorend zijn.
Uit al deze initiatieven moge blijken dat het onthaal van de slechthorenden binnen de politiediensten heel ernstig wordt genomen.
Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Ik ben blij te vernemen dat de werkgroep Het reddend gebaar in het Vlaamse landsgedeelte en Le geste qui sauve in het Franstalige landsgedeelte nog bestaan. Door de integratie van de politiediensten bleven ze een beetje verweesd achter. Ik hoop dat ze de komende maanden en jaren terug actiever zullen worden. Binnen de dienstverlening van de politie zijn er ook blinden en slechtzienden. Het is belangrijk dat hun kwaliteiten worden benut.
Ik kreeg nog geen antwoord op mijn vraag in verband met de circulaire. Zal die er komen en zal die naar alle politiediensten worden gestuurd?
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk. - Ik kan geen antwoord geven op de vraag over de omzendbrief. Op de website kunnen de politiediensten nagaan wat ze moeten doen als ze geconfronteerd worden met slechthorenden of slechtzienden.