4-25 | 4-25 |
M. le président. - M. Olivier Chastel, secrétaire d'État chargé de la Préparation de la Présidence européenne, adjoint au ministre des Affaires étrangères, répondra.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a-spirit). - Op 28 februari vroeg ik naar de verzekeringsdekking voor het personeel van de FOD Buitenlandse Zaken dat zijn opdracht vervult in het buitenland. In zijn antwoord verduidelijkte de minister verschillende punten. Zo gaf hij onder meer aan dat het departement geen onderscheid maakt voor de arbeidsongevallenverzekering tussen het statutair en het contractueel personeel: `Het departement maakt geen onderscheid tussen het uitgezonden statutair of het uitgezonden contractueel personeel. Het departement stelt, na onderzoek van het ingediende dossier voor beide categorieën van het personeel de juridische erkenning op of de gerapporteerde feiten aanleiding kunnen geven tot de toepassing van de wet van 3 juli 1967 en het KB van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector voor arbeidsongevallen en voor ongevallen van en naar het werk.' Hiermee geeft de minister duidelijk aan dat geen onderscheid kan worden gemaakt tussen contractueel en statutair personeel met betrekking tot de verzekeringsdekking voor arbeidsongevallen.
Nochtans werd vorige week duidelijk dat het standpunt van de minister hieromtrent niet zo eenduidig is als het toen leek.
Op dinsdag 8 april verscheen in De Morgen een artikel omtrent de concrete casus van een secretaresse tewerkgesteld in de Belgische ambassade in Iran. Einde 2004 werd de vrouw in haar appartement gewekt door een inbreker die haar brutaal verkrachtte en urenlang folterde. In eerste instantie ontving de vrouw veel steun van Buitenlandse Zaken en werd ze uitgenodigd alle medische facturen door te sturen, maar op 8 augustus 2005 liet de personeelsdienst van Buitenlandse Zaken haar weten dat ze het voorval niet konden aanvaarden als arbeidsongeval. Het gevolg was dat de vrouw een deel van de ontvangen sommen moest terugstorten, afzien van een psychotherapeutische behandeling en van een geplande neuscorrectie en terugviel op een vervangingsinkomen van 600 euro.
In het artikel geeft woordvoerder Marc Michielsen van de FOD Buitenlandse Zaken de oorzaken van dit probleem aan: `Het Belgische ambassadepersoneel in het buitenland wordt verondersteld 24 uur per dag in functie te zijn. Deze dame had helaas geen statutaire, maar een contractuele verbintenis. Daardoor gold dat principe voor haar niet.' Kort daarna volgde een rechtzetting in de krant waarin de gelijke behandeling van contractuele en statutaire personeelsleden met betrekking tot verzekeringen voor gebeurlijke ongevallen toch werd bevestigd.
In elk geval bestaat enige verwarring. Naar aanleiding van het dramatisch voorval in Teheran had ik graag van de minister een aanvullend antwoord gekregen.
Wordt met betrekking tot de verzekeringsdekking al dan niet een onderscheid gemaakt tussen contractuele en statutaire personeelsleden van de FOD Buitenlandse Zaken die hun opdracht vervullen in het buitenland?
Kan de minister per statuut de verzekeringsvoorwaarden opsommen en de eventuele verschillen aanwijzen? Indien geen onderscheid bestaat op basis van statuten, zou ik graag vernemen waarom wel een uitzondering wordt gemaakt voor de besproken casus in Teheran, te meer omdat uitdrukkelijk wordt gesteld dat het Belgisch ambassadepersoneel in het buitenland wordt verondersteld 24 uur per dag in functie te zijn? Ik begrijp dat zolang het gerechtelijk onderzoek loopt geen uitspraken over het specifieke dossier kunnen worden gedaan, maar ik had graag vernomen welke procedure en richtlijnen worden gehanteerd bij het nemen van beslissingen zoals in de zaak in Teheran?
De heer Olivier Chastel, staatssecretaris belast met de Voorbereiding van het Europese Voorzitterschap, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. - De wetgeving betreffende arbeidsongevallen wordt niet verschillend geïnterpreteerd naar gelang van het statuut van het betrokken personeelslid, contractueel of statutair.
Uit dat antwoord blijkt dan ook dat de tweede vraag geen antwoord meer behoeft.
Ten derde is de stelling als zou personeel in het buitenland 24 uur per dag in functie zijn niet correct. De journalist heeft het citaat van de heer Michielsen niet correct weergegeven en dat werd in een van de volgende edities van de vermelde krant ook rechtgezet.
We moeten er wel op wijzen dat elk geval toch nog afzonderlijk dient te worden beoordeeld. Hierbij wordt uiteraard rekening gehouden met de algemene principes, enerzijds, en met de stand van de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer inzake arbeidsongevallen, anderzijds.
Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a-spirit). - Ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoord en hoop in elk geval dat het personeel van de FOD Buitenlandse Zaken grondig wordt geïnformeerd en dat de woordvoerder in het vervolg correcte informatie geeft.
Misschien heeft het helemaal niets met mijn vragen te maken, maar vanmorgen om tien uur hebben alle uitgezonden personeelsleden, statutaire en contractuele, toevallig het bericht in hun mailbox gekregen dat het departement met Assuralia, de beroepsvereniging voor Belgische verzekeringsbedrijven, een overeenkomst zal sluiten waarin een individuele levensverzekering voor uitgezonden personeelsleden vervat is. Kan de minister er dan ook over waken dat het personeel maximaal wordt verzekerd tegen aanslagen, aanrandingen en ongevallen, 24 uur op 24, want die kunnen natuurlijk ook buiten de werkuren gebeuren?