4-139/2

4-139/2

Belgische Senaat

ZITTING 2007-2008

18 MAART 2008


Wetsvoorstel tot invoering van een betalingsbevel in het Gerechtelijk Wetboek


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 1

In dit artikel het cijfer « 78 » vervangen door het cijfer « 77 ».

Verantwoording

Dit artikel bevat de gebruikelijke verwijzing naar het toepasselijke grondwetsartikel. Doordat het voorstel wijzigingen inhoudt van de bevoegdheden van hoven en rechtbanken, valt het eerder onder artikel 77 G.W.

Nr. 2 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 3

In de inleidende zin de woorden « 1 september 2004 » vervangen door de woorden « 10 mei 2007 ».

Verantwoording

Het gerechtelijk wetboek werd laatst gewijzigd bij de wet van 10 mei 2007.

Nr. 3 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

In dit artikel de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. In het opschrift van het voorgestelde hoofdstuk XV, het woord « betalingsbevel » vervangen door het woord « Betalingsbevelprocedure »;

B. In het voorgestelde artikel 1338 het woord « opeisbare » invoegen tussen het woord « vaststaande » en het woord « schuld »;

C. Het eerste lid van het voorgestelde artikel 1338 wordt § 1;

D. Het voorgestelde artikel 1338 aanvullen met een § 2, luidende :

« § 2. Deze wet is niet van toepassing op :

a) de goederenrechtelijke gevolgen van huwelijken en soortgelijke relaties;

b) faillissement, uitstel van betaling, procedure collectieve schuldenregeling, procedures ter ontbinding van insolvente vennootschappen of andere rechtspersonen, gerechtelijke of faillissementsakkoorden en andere soortgelijke procedures;

c) sociale zekerheid;

d) vorderingen uit niet-contractuele verbintenissen tenzij :

— zij voorwerp zijn van een overeenkomst tussen de partijen of er een schuldbekentenis is;

— zij betrekking hebben op vaststaande schulden uit hoofde van gemeenschappelijke eigendom van goederen.

Verantwoording

Deze uitzonderingen betreffen bijzondere procedures met een eigen specifieke regelgeving. Het verdient bovendien aanbeveling deze wet zoveel als mogelijk in overeenstemming te brengen met verordening (EG) nr. 1896/2006.

Zoals vermeld in de nota wetsevaluatie dienen vorderingen krachtens art 601bis Ger. W. te worden uitgesloten van het toepassingsgebied. Deze hebben een extra-contractuele grondslag en vallen derhalve onder het punt d) van het voorgestelde artikel.

Nr. 4 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

In het voorgestelde artikel 1339 de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. In § 2 het woord « modelformulier » vervangen door de woorden « standaardformulier verzoek »;

B. In § 2, 2º en 3º het woord « voornaam » telkens vervangen door het woord « voornamen ».

Verantwoording

In het kader van de procedure moet voor de communicatie tussen de rechterlijke instantie en de partijen zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van standaardformulieren, teneinde de afhandeling ervan te vergemakkelijken. Het gebruik van het begrip « standaardformulier » gevolgd door de te ondernemen actie komt de duidelijkheid van het voorstel ten goede.

Gelet op het feit dat personen meerdere voornamen kunnen hebben, is het, conform de nota wetsevaluatie, aangewezen het meervoud te gebruiken.

Nr. 5 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

Paragraaf 2, 3º, van het voorgestelde artikel 1339 aanvullen als volgt : « evenals in voorkomend geval het uniek ondernemingsnummer ».

Verantwoording

Sedert 1 januari 2005 is het gebruik van het ondernemingsnummer verplicht voor alle ondernemingen in hun betrekkingen met de administratieve en gerechtelijke overheden en tussen de overheden onderling.

Nr. 6 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

Paragraaf 2, 5º, van het voorgestelde artikel 1339 vervangen als volgt :

« 5º de oorzaak van de vordering en een opsomming van de eventuele documenten die van aard zijn om het bestaan ervan te bewijzen. In dat geval wordt een kopie van deze documenten als bijlage gevoegd en in fine van het verzoekschrift wordt een genummerde inventaris van de stukken opgenomen »

Verantwoording

Het betreft een louter tekstuele aanpassing die lezing ervan duidelijker maakt.

Nr. 7 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

In § 4 van het voorgestelde artikel 1339 het woord « modelformulier » vervangen door de woorden « standaardformulier verzoek ».

Verantwoording

Gelet op de vervanging van het woord « modelformulier » door « standaardformulier » gevolgd door te ondernemen actie dient voormeld artikel eveneens in die zin gewijzigd te worden. Zie ook amendement nr. 4.

Nr. 8 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

Paragraaf 5 van het voorgestelde artikel 1339 vervangen als volgt :

« Het « standaardformulier verzoek » kan worden ingediend op elektronische wijze.

De Koning bepaalt op welke wijze en onder welke vorm het « standaardformulier verzoek » elektronisch wordt ingediend. »

Verantwoording

De beide mogelijkheden dienen te worden voorzien. Indien het standaardformulier verzoek enkel elektronisch zou kunnen worden ingediend, zou dit een bijkomend probleem kunnen vormen voor hen die niet over een computer beschikken of die een eerder beperkte computerkennis hebben.

Nr. 9 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

Na § 5 van het voorgestelde artikel 1339, een artikel 1339bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1339bis. — Het gerecht waarbij een verzoek om een betalingsbevel is ingediend, onderzoekt zo spoedig mogelijk op basis van het standaardformulier verzoek of de in de artikelen 587, 589, 628, 1338 en 1339 gestelde eisen vervuld zijn en of de vordering gegrond lijkt. »

Verantwoording

Het gerecht toetst het verzoek, met inbegrip van de bevoegdheid en de beschrijving van het bewijs, op basis van de informatie in het standaardformulier verzoek. Aldus zou de rechtbank de gronden van de vordering prima facie kunnen onderzoeken en onder meer kennelijk ongegronde of niet-ontvankelijke vorderingen kunnen uitsluiten.

Door toevoeging van dit artikel wordt deze wet beter afgestemd op de verordening(EG) nr. 1896/2006.

Nr. 10 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

In dit artikel een artikel 1339ter (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1339ter. — Indien niet is voldaan aan de in artikel 1339, § 2. gestelde eisen en tenzij de vordering kennelijk ongegrond of het verzoek niet-ontvankelijk is, biedt de rechtbank de eiser de gelegenheid het verzoek aan te vullen of te corrigeren. Het gerecht gebruikt daartoe het standaardformulier aanvulling en correctie. Dit standaardformulier dient binnen de 15 dagen na ontvangst teruggestuurd te worden.

Het standaardformulier aanvulling en correctie wordt vastgesteld door de Koning. »

Verantwoording

Artikel 1028bis Ger. W. zou eveneens soelaas kunnen bieden in geval het verstrekken van bijkomende inlichtingen noodzakelijk zou worden geacht, doch het gebruik van een standaardformulier maakt de afhandeling ervan makkelijker.

Nr. 11 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

In het voorgestelde artikel 1340 de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. De eerste zin van het eerste lid vervangen als volgt :

« De rechter doet uitspraak binnen de 30 dagen na indiening of ontvangst van het standaardformulier verzoek ».

B. In het tweede lid het woord « of » vervangen door het woord « en ».

Verantwoording

De verlenging van de termijn van 15 naar 30 dagen is ingegeven door de mogelijkheid om het verzoek aan te vullen of te corrigeren. De oorspronkelijk voorziene termijn van 15 dagen wordt zodoende verlengd met de 15 dagen die verzoeker krijgt om het standaardformulier aanvulling en correctie terug ter griffie te bezorgen.

Zelfs wanneer een verzoeker een advocaat heeft, verdient het voorkeur dat de schuldeiser eveneens een afschrift van de beschikking bekomt. Zoals in de nota wetsevaluatie terecht wordt aangegeven bepaalt het voorgestelde artikel 1342, § 6 dat de griffier binnen de drie dagen na ontvangst van het verzet dit ter kennis brengt van de schuldeiser bij gerechtsbrief en in voorkomend geval van diens raadsman bij gewone brief.

Nr. 12 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

In het voorgestelde artikel 1342 de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. In § 2, 2º de woorden « modelformulier voor verzet » vervangen door de woorden « standaardformulier verzet »;

B. In § 3 het woord « modelformulier » vervangen door de woorden « standaardformulier verzet ».

Verantwoording

Zie ook amendementen nrs. 4 en 7.

Nr. 13 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

Paragraaf 5 van het voorgestelde artikel 1342 vervangen als volgt :

« § 5. De verweerder kan, kosteloos, op de griffie van de rechtbank die de beschikking heeft gewezen een verweerschrift tegen het betalingsbevel indienen door middel van het standaardformulier verzet, dat hem samen met het betalingsbevel wordt verstrekt.

Het verweerschrift wordt, op straffe van verval, toegezonden binnen 30 dagen nadat het betalingsbevel aan de verweerder is betekend ».

Verantwoording

In het kader van de procedure moet voor de communicatie tussen de rechterlijke instantie en de partijen zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van standaardformulieren, teneinde de afhandeling ervan te vergemakkelijken.

Nr. 14 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

In het voorgestelde artikel 1343 de volgende wijzigingen aanbrengen :

A. Paragraaf 1, eerste lid vervangen als volgt :

« Indien de eis tot de volstrekte bevoegdheid behoort van de rechter die de beschikking heeft gewezen waarbij bevel tot betaling wordt gegeven, neemt die volgens de gewone wijze kennis van het verzet en doet hij uitspraak over de oorspronkelijke eis, de tussenvorderingen en het verweer ten gronde ».

B. Paragraaf 1, tweede lid vervangen als volgt :

« Indien de rechter onbevoegd is, wordt de zaak verwezen naar de bevoegde rechtbank overeenkomstig de artikelen 660 Ger. W. en volgende ».

Verantwoording

Omwille van de duidelijkheid wordt dit artikel, zoals gesuggereerd in de nota wetsevaluatie, gewijzigd.

Nr. 15 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 5

Het eerste lid van het voorgestelde artikel 1344 vervangen als volgt :

« Indien geen verzet wordt aangetekend binnen de termijn van 1 maand die volgt op de betekening van het voor eensluidend verklaard afschrift van de beschikking waarbij het bevel tot betaling wordt gegeven, kan de schuldeiser mondeling ter griffie tegen ontvangstbewijs of per aangetekend schrijven de griffier verzoeken de beschikking met het formulier van tenuitvoerlegging te bekleden. De schuldeiser voegt bij zijn verzoek het bewijs van de betekening ».

Verantwoording

Huidige wijziging betreft een verduidelijking. Gelet op het feit dat de schuldeiser het verzoek moet richten binnen de termijn van een maand na het verstrijken van de verzettermijn, is het verzoek bij aangetekend schrijven dan wel mondeling tegen ontvangstbewijs, om bewijsrechtelijke redenen, aangewezen.

Nr. 16 VAN MEVROUW TAELMAN

Art. 7

Dit artikel aanvullen met een tweede lid, luidende :

« Artikel 1339, § 5, treedt in werking op het ogenblik dat de Wet van 10 juli 2006 inzake de elektronische procesvoering in werking treedt. »

Verantwoording

De elektronische indiening van het « standaardformulier verzoek » zal voor het eerst pas mogelijk zijn nadat de Wet van 10 juli 2006 betreffende de elektronische procesvoering in werking is getreden. Deze wet dient overeenkomstig artikel 39 uiterlijk in werking te zijn getreden op 1 januari 2009.

Martine TAELMAN.