4-18

4-18

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 FEBRUARI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Dirk Claes aan de minister van Binnenlandse Zaken over «de wegenpolitie in Brabant» (nr. 4-168)

Mondelinge vraag van mevrouw Lieve Van Ermen aan de minister van Binnenlandse Zaken over «alcoholcontroles» (nr. 4-174)

Mondelinge vraag van mevrouw Freya Piryns aan de minister van Binnenlandse Zaken over «verkeerscontroles» (nr. 4-172)

De voorzitter. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)

De heer Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking, antwoordt.

De heer Dirk Claes (CD&V-N-VA). - Deze week was er heel wat te doen rond de werking van de politie. Zo zou de verkeerspolitie alcoholcontroles uitvoeren bij eigen personeel en gemeentepersoneel uitnodigen om over de weegbrug te rijden.

De klachten hadden vooral betrekking op de verkeerspolitie Brabant. De nepcontroles zie ik als een afgeleid probleem. Ik wil het vooral hebben over de organisatiestructuur van de verkeerspolitie Brabant, die repercussies heeft op de werking in Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Als de politie in Brabant geconfronteerd wordt met een verhoogde werkdruk en met een tekort aan manschappen, kan ze haar taken misschien niet naar behoren uitvoeren. Daarover hebben de media dan ook bericht.

De verkeerspolitie Brabant is nog altijd één en is zowel in de provincies Vlaams- en Waals-Brabant als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest actief. Dat vormt een unicum in België. De Brabantse verkeerspolitie staat onder het bevel van het CIC te Brussel, hoewel er ook een CIC Vlaams-Brabant en wellicht ook een CIC Waals-Brabant bestaat.

Bij de call taking heeft de CIC het naar verluidt dikwijls moeilijk met de plaatsbepaling voor Vlaams-Brabant.

Het naast elkaar bestaan van twee oproep- en coördinatiesystemen staat een efficiënte werking in de weg en vertraagt ook de interventies langs de autowegen.

Einde 2005 heeft de gouverneur van Vlaams-Brabant voorgesteld om een eigen Vlaams-Brabantse verkeerspolitie op te richten. Daarnaast kan natuurlijk ook een Waals-Brabantse verkeerspolitie worden opgericht.

Bestaan er intussen plannen voor een afzonderlijke verkeerspolitie voor Vlaams-Brabant en eventueel ook voor Waals-Brabant? Heeft de minister al concrete stappen gedaan? Hoever staat het met het overleg tussen de verschillende in dit dossier bevoegde instanties?

Worden intussen ook de 100- en 112-oproepen door de CIC's behandeld?

Stelt de minister intussen maatregelen voor om tegemoet te komen aan de extra werklast die de verkeerspolitie Brussel draagt? Ik kan me immers goed voorstellen dat de werklast in Brussel en op de grens van Vlaams- en Waals-Brabant groot is, vooral dan gezien de communicatieproblemen en gezien de verhouding tussen het aantal interventies in elk van die gebieden.

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Onlangs lazen we in De Standaard dat de verkeerspolitie de statistieken over dronken chauffeurs al jaren vervalst door af en toe zelf in het zakje te blazen. Rudi Conings, afgevaardigde van het VSOA en agent bij de verkeerspolitie, beweert dat ze niet anders kunnen omdat de politieke wereld strenge normen oplegt voor wat betreft het aantal chauffeurs dat aan alcoholtests moet worden onderworpen en er te weinig agenten zijn.

Elke post van de verkeerspolitie krijgt jaarlijks een strikt aantal alcoholcontroles opgelegd. Een dergelijk plichtbesef om het streefcijfer te halen is werkelijk ontroerend! Voor de belastingbetaler die door de ademproefjes van de arm der wet zijn duurverdiende centen in de lucht ziet opgaan is het echter om te huilen.

Op 26 februari verklaarde de minister dat hij een onderzoek geopend heeft naar de fraude bij de verkeerspolitie. Uit de verklaringen van de verschillende vakbondsvoorzitters blijkt bovendien dat de ondervraagde politici al minstens twee jaar op de hoogte zijn van de wanpraktijken.

Hoeveel bedraagt het totale budget voor de alcoholcontroles?

Hoeveel geld werd met dergelijke wanpraktijken over de balk gegooid?

Hoe verhouden die nepcontroles zich in de statistieken in vergelijking met 2006 en 2007?

Wanneer verwacht de minister de eerste concrete resultaten van de onderzoekscommissie? Hoe is het mogelijk dat nog geen enkel onderzoek werd ingesteld, terwijl de bevoegde instanties en politici al meer dan twee jaar op de hoogte zijn van die wanpraktijken?

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Er is deze week terecht deining ontstaan over het bericht dat federale politiemensen zelf in het zakje zouden blazen om de statistieken over het aantal alcoholtests op te krikken. Dat bericht werd inmiddels reeds tegengesproken, maar het is een feit dat de federale verkeerspolitie onvoldoende manschappen telt om alle taken te kunnen uitvoeren. Verkeerscontroles vormen nochtans een belangrijk onderdeel van een degelijk verkeersveiligheidsbeleid en dat beleid is hard nodig.

In 2006 vielen er 1069 doden op de Belgische wegen. We staan met dat cijfer op de 18de plaats in Europa. In de periode 2000-2006 zagen we een duidelijke daling van het aantal slachtoffers, maar die daling is gestopt. Het aantal slachtoffers ging even opnieuw de hoogte in en stagneert nu.

Op het colloquium over verkeersveiligheid dat ik onlangs in de Senaat organiseerde, sprak onder meer Patric Derweduwen van het Belgisch Instituut van de Verkeersveiligheid. Hij benadrukte het belang van een hoge pakkans, zeker voor te hoge snelheid, gordeldracht en alcoholgebruik. Volgens hem zou er een rechtstreeks effect zijn. We zouden op korte termijn 200 levens kunnen redden als we een gordeldracht van 95% kunnen bereiken en de gemiddelde snelheid met 2 km/u naar beneden kunnen halen.

Ook de vertegenwoordiger van de minister van Mobiliteit, Yves Leterme, sprak over het belang van controles op de gordeldracht en de snelheids- en alcoholovertredingen. De minister wil de veelplegers aanpakken met nieuwe maatregelen, bijvoorbeeld het alcoholslot. Maar zelfs van die prioriteit op de handhaving is op onze wegen weinig te merken.

Gisteren gaf de minister in de Kamercommissie, in antwoord op een parlementaire vraag, een overzicht van de werkelijke cijfers, die niet zo goed zijn. Daaruit leren we dat het aantal manuren dat door de verkeerspolitie op haar grondgebied aan deze prioritaire controles wordt gespendeerd nauwelijks of niet stijgt. Het gericht toezicht op het gebruik van de gsm aan het stuur is verviervoudigd en de controle op het rijden onder invloed stijgt licht, maar in 2004 werden 46.956 manuren ingezet voor de controle van de snelheid en in 2007 nog slechts 44.570. Over de controle op het dragen van de gordel wordt zelfs niet gesproken.

Onderschrijft de minister het belang van verkeerscontroles voor een coherent verkeersveiligheidsbeleid?

Erkent de minister dat er een rechtstreeks verband is tussen het opvoeren van het aantal controles en het dalen van het aantal verkeersslachtoffers?

Vindt de minister dat er op dit moment genoeg controles gebeuren? Zo neen, welke verhoging heeft de minister gepland, tegen wanneer en heeft hij voorzien in voldoende mensen en middelen?

De heer Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Ik lees het antwoord van collega Dewael.

Ik verwijs allereerst naar het omstandige antwoord dat ik gisteren in de Kamercommissie heb gegeven op vragen van acht commissieleden.

De commissaris-generaal heeft een onafhankelijk onderzoek gevraagd aan de Algemene Inspectie over de feiten die één politiesyndicaat in de pers aan de kaak stelde. Ik kan de vermeende wanpraktijken op dit ogenblik dus niet bevestigen, noch ontkennen. Ik verwacht binnen de kortst mogelijke termijn een volledig verslag en wacht het resultaat van het onderzoek af.

Uiteraard zijn handhaving en dus controles een essentieel onderdeel van een geïntegreerd veiligheidsbeleid, naast opvoeding, bewustmaking en een aangepaste infrastructuur. De pakkans moet worden opgevoerd. Door de introductie vanaf dit jaar van digitale camera's zal het aantal snelheidscontroles wellicht snel stijgen.

Tijdens de begrotingsbesprekingen heb ik bijkomende middelen gekregen voor de uitvoering van het nationaal veiligheidsplan van de geïntegreerde politie. Naast de federale verkeerspolitie hebben ook de lokale politiezones op het vlak van verkeershandhaving een belangrijke rol te spelen.

De federale verkeerspolitie krijgt nu via een wetswijziging van 2005, die tot stand kwam onder impuls van toenmalig collega van Mobiliteit Landuyt en van mezelf, middelen uit het verkeersveiligheidsfonds. De federale verkeerspolitie ontving aldus de voorbije jaren jaarlijks tussen de drie en vier miljoen euro extra. De komende dagen en weken zal duidelijk worden of en welke structurele wijzigingen aan het systeem van dit fonds worden aangebracht. Op basis van die beslissingen zullen we, samen met de partners in de schoot van de federale commissie verkeersveiligheid, bekijken hoe de aanbevelingen met betrekking tot controles van de Staten-Generaal voor de Verkeersveiligheid van 2007 kunnen worden geoperationaliseerd. Tijdens de volgende weken zal duidelijk worden welke inspanningen van de verschillende politiediensten worden verwacht en welke middelen daarvoor nodig zijn.

Dit zal onder meer worden besproken tijdens een interministeriële conferentie waaraan mijn collega van Mobiliteit en ikzelf zullen deelnemen alsook een tiental federale en gewestelijke ministers die, ieder vanuit zijn of haar bevoegdheid, een bijdrage leveren tot een verbetering van de verkeersveiligheid.

Aan de heer Claes kan ik antwoorden dat momenteel geen plannen bestaan om de verkeerspolitie Brabant te splitsen. De oproepen voor dringende interventies van de verkeerspolitie Brabant worden gecoördineerd vanuit het CIC Brussel. Er bestaan wel plannen om de zogenaamde projectploegen van de WPR Brabant te laten aansturen vanuit de CIC's Brussel, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant, afhankelijk van het grondgebied waarop de projectploeg opereert.

Aan mevrouw Van Ermen kan ik antwoorden dat de verkeerspolitie in 2007 20.653 manuren op 1.589.534 uren beschikbare capaciteit heeft besteed aan alcoholcontroles tegenover 17.474 manuren in 2006. Binnen het korte beschikbare tijdsbestek was het niet mogelijk exacte begrotingscijfers te verkrijgen.

De heer Dirk Claes (CD&V-N-VA). - Ik neem akte van het antwoord van de minister. Het verheugt mij te horen dat de CIC's van Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Brussel in de toekomst wellicht de teams van de verkeerspolitie ter plaatse zullen sturen. Toch denk ik dat het in de toekomst nodig zal zijn de verkeerspolitie te splitsen in cellen voor Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Brussel om een goede werking te garanderen.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik heb ondertussen ook de cijfers gekregen die gisteren in de Kamercommissie werden geciteerd. Ik heb de minister echter zeer expliciet gevraagd of hij erkent dat er een rechtstreeks verband is tussen het aantal doden op onze wegen en het aantal controles. Ik heb daar geen duidelijk antwoord op gekregen. Volgens mij is het niet voldoende te zeggen dat de ministers binnen een bepaalde termijn zullen bijeenkomen om maatregelen te nemen. We hebben al te veel tijd verloren. De doelstellingen worden niet gehaald; integendeel, het aantal doden is in 2007 opnieuw gestegen. Het is hoog tijd voor een ambitieuzer verkeersveiligheidsbeleid. Ik hoop dat de bevoegde ministers daar samen werk van maken en dat een goed controlebeleid daarbij prioritair wordt.

Mevrouw Lieve Van Ermen (LDD). - Ook ik dank de minister voor zijn antwoord. We kijken uit naar de resultaten van de onderzoekscommissie. Ik vraag me wel af wat de verhouding is tussen Vlaanderen en Wallonië. Misschien is het interessant om ook dat na te gaan.