4-17 | 4-17 |
M. le président. - M. Charles Michel, ministre de la Coopération au Développement, répondra.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V-N-VA). - Test-Aankoop merkte een jaar geleden op dat bij een controle van frisdranken op de Belgische markt grote hoeveelheden kankerverwekkende benzeen aangetroffen werden. De Belgische referentiewaarde van 1 µg/kg en de norm van 10 µg/kg vooropgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie werd geregeld overschreden.
Aangezien benzeen een kankerverwekkende stof is, moet de hoeveelheid best zo laag mogelijk worden gehouden.
In het antwoord op mijn vraag om uitleg 3-2195 van 15 maart 2007 antwoordde de toenmalige minister van Volksgezondheid: `Om in België zo goed mogelijk met deze problematiek te kunnen omgaan, hebben mijn diensten contact opgenomen met de industrie. Er zijn al vergaderingen geweest en er zijn er nog andere gepland. Als de standpunten van iedereen bekend zijn, kan bepaald worden welke maatregelen kunnen worden genomen.'
Wat zijn de resultaten van de gesprekken tussen de diensten van de minister en de industrie? Zijn de standpunten van de betrokken actoren met andere woorden intussen bekend?
Welke maatregelen zal de minister nemen om de dosis benzeen in frisdranken zo laag mogelijk te houden?
De heer Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.
Uit vergaderingen met de industrie is gebleken dat de bedrijven uitzochten voor welke producten een herformulering nodig was, en dat er herformuleringen uitgevoerd werden met behulp van de gids die de industrie heeft uitgewerkt.
Overschrijdingen van de afgesproken maximale waarde van 10 µg/kg zijn nu zeldzaam tot niet bestaand.
Uit discussies op Europees niveau is gebleken dat dit onderwerp nog opvolging verdient, maar dat het niet als een acute problematiek gezien wordt, gelet op de zeldzaamheid van hoge gehaltes benzeen in frisdrank.
Om op langere termijn de problematiek van benzeen in levensmiddelen in een meer algemeen kader aan te pakken, hebben mijn diensten een oproep voor een onderzoeksproject gedaan. Momenteel worden de offertes geëvalueerd. Dergelijk onderzoek kan beleidsvoorbereidend zijn voor eventuele normering op Europees niveau. Ten laatste over drie jaar moeten de resultaten van dit onderzoek beschikbaar zijn.