4-17 | 4-17 |
M. le président. - M. Charles Michel, ministre de la Coopération au Développement, répondra.
Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - De mensonwaardige situatie waarin circa 850 geïnterneerden - 500 in Vlaanderen en 350 in Wallonië - zich vandaag in de Belgische gevangenisinstellingen bevinden, werd tijdens de vorige legislatuur al herhaaldelijk aangeklaagd in de Senaat. De Belgische Staat werd al herhaaldelijk veroordeeld. De Liga voor Mensenrechten bracht de problematische behandeling van geïnterneerden in gevangenissen onlangs opnieuw in de actualiteit door de toekenning van haar jaarlijkse prijs aan het project `Ontgrendeld' van OBRA, een dagcentrum voor volwassen personen met een handicap in het Oost-Vlaamse Evergem. Via dit door het Vlaams agentschap voor personen met een handicap gesubsidieerde project biedt het centrum OBRA begeleiding aan geïnterneerden in de gevangenis van Gent met het oog op hun reïntegratie in de samenleving. Het is een van de door de Vlaamse overheid ondersteunde initiatieven waarmee wordt geprobeerd in enige mate de bestaande schrijnende toestand te verhelpen.
De actoren in het Vlaamse landsgedeelte, onder andere de Vlaamse gezondheidsraad, de Nationale raad voor ziekenhuisvoorzieningen en de Vlaamse regering zelf, hanteren inzake de geïnterneerdenproblematiek de visie dat het het beste is om zoveel mogelijk geïnterneerden in het reguliere circuit voor geestelijke gezondheidszorg onder te brengen, waarbij rekening wordt gehouden met het risico dat de geïnterneerde vertegenwoordigt. Zo kunnen geïnterneerden met een laag risico ondergebracht worden in een ambulante en semiresidentiële instelling; geïnterneerden met een medium risico in aparte eenheden in psychiatrische ziekenhuizen en geïnterneerden met een hoog risico in voorzieningen met gesloten karakter.
Aansluitend bij die visie lopen er sinds 2003 proefprojecten voor mediumrisicogeïnterneerden in het Universitair Psychiatrisch Centrum in Bierbeek, het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum in Rekem en het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist in Zelzate. De projecten worden gefinancierd door de FOD Justitie, Volksgezondheid en Sociale Zaken.
De blijvende financiering van die herhaaldelijk positief geëvalueerde projecten was de jongste jaren vaak onzeker.
Graag hoorde ik de beleidsvisie ter zake van de minister.
Is de minister bereid om de gunstig geëvalueerde proefprojecten in Bierbeek, Rekem en Zelzate uit te breiden in die instellingen zelf?
Is de minister bereid om die projecten uit te breiden naar andere instellingen?
Is de minister bereid de projecten een meer permanent statuut te geven?
Ten tweede, bestaat er voor die proefprojecten intussen al een uitgewerkt therapeutisch project dat voldoet aan de Vlaamse visie ter zake?
Ten derde, welke initiatieven plant de minister op het vlak van de ambulante en semiresidentiële behandeling van laagrisicogeïnterneerden?
Zal de minister over de hier verwoorde problematiek overleg plegen met de bevoegde collega's op federaal en op gemeenschapsniveau? Zo ja, wanneer?
De heer Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - Ik lees het antwoord van mevrouw Onkelinx.
Ik wens er allereerst aan te herinneren dat het project voor geïnterneerden met een medio risico niet enkel loopt in het Universitair Psychiatrisch Centrum in Bierbeek, het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum in Rekem en het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist in Zelzate. Ook het Centre hospitalier psychiatrique `Les Marronniers' in Doornik en het Centre hospitalier Jean Titeca in Brussel nemen aan het proefproject deel.
Voor de voortzetting van de financiering van de projecten heeft mijn voorganger Didier Donfut al gedeeltelijk oog gehad. Om de contracten te verlengen tot 2007 werden herhaaldelijk besprekingen gevoerd met de sector en met de gemeenschappen en gewesten. Die hebben ertoe geleid dat de overeenkomsten met de deelnemers in een driejarenplan werden opgenomen en dus lopen tot 2010.
Die overeenkomsten worden automatisch met drie jaar verlengd voor zover de vereiste middelen op de begroting worden uitgetrokken.
In 2007 werd een driejarenplan ter verwezenlijking van een forensisch zorgnetwerk uitgewerkt. Het is belangrijk om dat plan te evalueren alvorens verdere stappen te doen. Het plan voorziet onder meer in specifieke maatregelen voor low-riskpatiënten. De FOD Justitie staat in voor de uitvoering ervan.
Op federaal niveau wordt een begeleidingscomité opgericht om de projecten op te volgen. Het heeft als opdracht op basis van activiteitenrapporten op elk werkingsgebied te evalueren hoe de uitbouw van die zorgtrajecten opschiet.
Doordat er een regering van lopende zaken is aangetreden en de regeringsonderhandelingen lang hebben aangesleept, werd het begeleidingscomité in die periode niet samengeroepen. Nu de toestand opnieuw stabiel is, kan het begeleidingscomité weer zijn werk beginnen doen.
Bij mijn aantreden als minister van Volksgezondheid heb ik mijn federale collega, de heer Vandeurzen, uitdrukkelijk per brief verzocht een structureel platform op te richten met de bedoeling het zorgnetwerk voor geïnterneerden waarin het plan voorzag, gezamenlijk te evalueren.
Mevrouw Helga Stevens (CD&V-N-VA). - Ik dank de minister voor het duidelijke antwoord.
Ik ben blij dat er ondanks de moeizaam lopende regeringsonderhandelingen duidelijkheid is over de financiering tot 2010. Ik ben blij dat er bij de administratie goed gewerkt wordt.
Het uitstel dat de regeringsonderhandelingen met zich hebben gebracht, kan niet worden ingeroepen om de zaken ook op het terrein uit te stellen. De federale overheid moet terzake haar verantwoordelijkheid opnemen.
Ik begrijp wel dat de regering planmatig te werk dient te gaan, maar het voorbereidende werk zou toch al lang gebeurd moeten zijn.
Is het begeleidingscomité inmiddels al bijeengekomen of zal dat eerstdaags gebeuren?