4-14 | 4-14 |
M. le président. - Je vous propose de joindre ces questions orales. (Assentiment)
M. Charles Michel, ministre de la Coopération au Développement, répondra.
M. Georges Dallemagne (cdH). - Je regrette d'autant plus l'absence du premier ministre qu'il était présent à la Chambre. Je considère cela comme une petite injustice à l'égard du Sénat !
À l'invitation du ministre de la Défense, M. Pieter De Crem, j'ai participé hier, en sa compagnie, à une visite de la base aérienne de Kleine Brogel.
Cette visite a débuté par un briefing public du commandant de la base, le colonel Van de Voorde, à l'intention du ministre, des parlementaires et des journalistes présents.
Le commandant a confirmé que la mission de la base aérienne était de participer à des opérations à la fois conventionnelles et nucléaires. C'est d'ailleurs ce que l'on pouvait lire sur le deuxième slide du briefing largement distribué à la presse.
Lors de la présentation des effectifs et de l'organigramme de la base, le commandant a précisé, ce qui suit : « à propos du nucléaire, un détachement de 140 soldats américains était présent à Kleine Brogel pour s'en occuper ». Il s'agit en réalité du 701ème Munition Support Squadron (701 MUNSS).
Le ministre de la Défense a lui aussi confirmé à certains journalistes la présence de capacités nucléaires à Kleine Brogel.
Je me réjouis de cette nouvelle politique de communication plus transparente de la part de la Belgique. Cette position du « ni oui ni non » était difficilement tenable dans la mesure où, il y a 20 ans, un ministre avait déjà communiqué de manière assez transparente à ce sujet.
Je voudrais savoir si cette stratégie d'information est partagée par les autres États membres de l'OTAN. Selon mes informations, une majorité d'États membres de l'OTAN et de responsables militaires souhaiteraient aujourd'hui que l'on parle plus ouvertement des capacités nucléaires de l'OTAN et de leur répartition.
Par ailleurs, certains estiment que la présence en Belgique d'armements nucléaires contrevient à l'article 2 du Traité de non-prolifération qui interdit le transfert d'armes nucléaires par un autre État. Quelle est la réponse du gouvernement à cet égard ?
En outre, l'entreposage de ces armes étant avéré, le ministre peut-il préciser si les sites ont été soumis aux contrôles et vérifications de l'AIEA, et quelles sont les règles qui s'imposent en la matière ?
La doctrine nucléaire fait l'objet de débats récurrents depuis quelques années : la fin de la guerre froide aurait rendu la dissuasion inutile ou inopérante. Comment la Belgique se positionne-t-elle dans ce débat ?
De heer Bart Martens (sp.a-spirit). - De minister van Landsverdediging kan vandaag niet in ons midden zijn, omdat hij op bezoek is in Auschwitz. We hopen dat hij daar de gave vindt om te zwijgen, zodat hij achteraf niet zoals gisteren op een uitspraak moet terugkomen. Gisteren bevestigde hij immers, in aanwezigheid van de pers, dat er kernwapens op Belgisch grondgebied staan opgesteld.
Zoals iedereen weet, maakt België deel uit van het NAVO-bondgenootschap en die deelname houdt bepaalde afspraken en geplogenheden in. Om strategische en veiligheidsredenen houdt de NAVO de locatie van haar tactische kernwapens geheim en wordt de opstelling ervan periodiek gewijzigd. De NAVO zal nooit ontkennen dat ze over kernwapens beschikt, maar houdt de exacte locaties ervan strikt geheim. De `vijand', wie dat vandaag ook mag zijn, dient hierover steeds in het ongewisse te worden gelaten. Het gaat om de veiligheid van het gebied waar de wapens aanwezig zijn.
De media hebben het over de zoveelste flater van onze minister van Landsverdediging, die nog maar een paar maanden op post is. Hij wordt onder meer beschreven als de brokkenpiloot, de jongen die eindelijk volwassen moet worden en de jongen die met zijn tinnen soldaatjes speelt.
Anders dan de andere flaters van minister De Crem, lijkt deze flater ons toch wel bijzonder zwaar te zijn. Niet alleen omdat hij het imago van ons land in het buitenland aantast, zeker bij de NAVO-partners, maar vooral omdat hij de veiligheid van onze bevolking in het gedrag brengt. De Trabelsi's van deze wereld zitten natuurlijk te wachten op dergelijke aankondigingen. Voor terreurorganisaties is dit een godsgeschenk. Het enige wat de minister nog niet heeft gedaan, is een vlaggetje plaatsen om aan te geven waar de kernwapens precies liggen.
De uitschuiver van minister De Crem geeft ons land echter eindelijk de kans van die NAVO-kernwapens af te raken en kernwapenvrij te worden. Dat is immers wat het overgrote deel van onze bevolking en de meerderheid van onze burgervaders overigens ook wensen. Ook verschillende CD&V-burgervaders zijn lid van Burgemeesters voor de vrede, een club die wordt aangevoerd door de burgemeester van Hiroshima en die onze wereld kernwapenvrij wil maken. De burgemeesters van Brugge, Ieper, Jabbeke, Waregem, Roeselare, Kortrijk en zelfs de voormalige burgemeester van Vilvoorde, Jean-Luc Dehaene, zijn er onder anderen lid van.
Onze vraag aan de minister is dan ook zeer duidelijk. Wanneer zal de minister gevolg geven aan de oproep van Burgemeesters voor de vrede en ervoor zorgen dat ons land volledig kernwapenvrij wordt?
De heer Charles Michel, minister van Ontwikkelingssamenwerking. - De minister van Landsverdediging heeft aan de premier laten weten dat het om een verspreking ging. Hiermee is de zaak voor de eerste minister gesloten.
M. Georges Dallemagne (cdH). - C'est évidemment un peu mince... Je comprends que M. le ministre ait lu cette réponse en souriant, car elle ressemble fort à une plaisanterie !
Il n'empêche que le sujet est sérieux. Visiblement, la question n'est plus de savoir si les capacités nucléaires existent ou non, mais de savoir comment traiter ce problème et comment répondre aux questions qui se posent concernant la sécurité, l'inspection, le respect de nos engagements internationaux - que ce soit vis-à-vis du Traité de non-prolifération ou de l'OTAN - et, surtout, la dissuasion nucléaire.
À cet égard, j'invite le gouvernement à lire un article très intéressant qui vient de paraître dans Le Monde et qui évoque notamment le rapport établi par cinq anciens chefs d'état-major de pays de l'Alliance atlantique - dont les États-Unis, la France, l'Allemagne, etc. - qui proposent d'utiliser l'arme nucléaire à titre préventif.
Cette option, qui sera bientôt débattue à l'OTAN, est évidemment inquiétante sur les plans politique et stratégique.
Les capacités nucléaires présentes à la base de Kleine Brogel seront-elles intégrées dans ce type de dispositif et dans les nouvelles propositions émises à l'échelon politique ? J'imagine que nous n'en sommes pas encore là, mais le débat est en tout cas ouvert.
De heer Bart Martens (sp.a-spirit). - Ik vind dat we dit probleem niet mogen bagatelliseren. Dit is niet iets om grapjes over te maken. De veiligheid van onze bevolking staat op het spel. Ik kan best begrijpen dat minister De Crem onder druk van de NAVO en van de premier zegt dat hij zich heeft versproken, maar het kwaad is wel geschied. Ondertussen weet heel de wereld, ook de mensen met slechte bedoelingen, dat er in Kleine Brogel kernwapens aanwezig zijn.
Het enige passende antwoord hierop is niet zeggen dat hij zich heeft versproken, maar wel ervoor zorgen dat ons land effectief kernwapenvrij wordt. We moeten de NAVO laten weten dat we niet langer kernwapens op ons grondgebied dulden, zoals de Burgemeesters voor de vrede en het overgrote deel van de bevolking van onze overheden overigens vragen.
We kunnen dit probleem niet afdoen als een verspreking om dan over te gaan tot de orde van de dag. We zullen er dus nog op terugkomen.