4-13

4-13

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 17 JANVIER 2008 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de Mme Freya Piryns au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles, à la ministre de l'Économie, des Indépendants et de l'Agriculture et au ministre du Climat et de l'Énergie sur «la couverture de l'assurance familiale» (nº 4-94)

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Gisteren berichtte de pers over de hongerstaking van een man in Trois-Ponts wiens echtgenote het slachtoffer was van een ongeval terwijl ze een vriendendienst bewees.

Zijn echtgenote zou een koppel, dat ze op een feestavond naar huis voerde omdat ze te veel gedronken hadden om zelf nog te rijden, een bedrag van 11.000 euro schuldig zijn. Zij heeft met de wagen van dat koppel een ongeval veroorzaakt. Die mensen eisen nu de terugbetaling van de schade. Die is niet gedekt door de familiale verzekering, noch door de verzekering voor schade aan derden van de `Bobette'.

Deze situatie is ongehoord. De vrouw wilde een dienst verlenen en draait nu op voor alle kosten.

Wat vindt de minister van deze situatie? Wat zijn de rechten van de betrokken chauffeur en de plichten van de verzekeraar? Hoe gaat de minister reageren op de hongerstaking van de echtgenoot van de `Bobette'?

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen. - Aangezien ik het dossier niet ken, zal ik de algemene principes van de zogenaamde familiale verzekering in herinnering brengen. Die staan in het koninklijk besluit van 12 januari 1984 tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privéleven. Dat besluit bepaalt dat onder andere de schade aan roerende of onroerende goederen of aan dieren die een verzekerde onder zijn bewaring heeft van de dekking kan worden uitgesloten. De reden voor die uitsluiting ligt in het feit dat de bewaarneming een contractuele relatie veronderstelt en dat het voorwerp van de verzekering de dekking is van de aansprakelijkheid buiten overeenkomst.

Los van het concrete dossier ga ik er dan ook van uit dat de verzekeraar van de `familiale verzekering' er niet toe kan worden verplicht om aansprakelijkheden te dekken die voortvloeien uit een contractuele relatie. Misschien kan in dergelijke gevallen een specifiek verzekeringscontract worden gesloten, zoals vzw's als de Responsible Young Drivers reeds doen. Het kan nuttig zijn dergelijke contracten meer bekend te maken.

Mevrouw Freya Piryns (Groen!). - Ik denk inderdaad dat de verzekeraar niet kan worden verplicht de aansprakelijkheid te dekken. Dat is nu net het probleem.

De overheid steekt terecht heel wat middelen in bewustmakingscampagnes om rijden onder invloed te ontraden. Incidenten als dit moeten dan ook worden voorkomen. Mensen mogen daar niet het slachtoffer van worden. We moeten nagaan hoe hieraan wettelijk een mouw kan worden gepast. Mensen ertoe aanzetten een bijkomende verzekering te nemen voor het geval ze een Bob inschakelen, volstaat niet.