4-12

4-12

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 10 JANUARI 2008 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Regeling van de werkzaamheden

De voorzitter. - Ik zou graag het woord geven aan mevrouw Van dermeersch voor haar vraag aan de minister van Werk, maar we vinden de minister niet.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Dit getuigt toch echt van een enorm gebrek aan respect. De minister weet dat de plenaire vergadering om 15 uur begint. Als hij zelf niet aanwezig kan zijn, moet hij er toch voor zorgen dat een andere minister het antwoord kan geven. Hoe kan een senator het controlerecht uitoefenen als de minister weigert naar de Senaat te komen.

De voorzitter. - Ik begrijp u, maar de afwezigheid van minister Piette is wellicht te wijten aan een gebrek aan ervaring. We vinden hem niet en zijn kabinetsmedewerkers weten ook niet waar hij is.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Ik dring erop aan dat ik toch nog een antwoord op mijn mondelinge vraag over het generatiepact krijg. Het is een zeer actuele vraag en ik zou graag vandaag een antwoord krijgen.

De voorzitter. - Ik kan niet antwoorden in de plaats van de regering.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - Kan u erop aandringen dat er vandaag nog een antwoord gegeven wordt? Dit is toch geen manier van werken.

De voorzitter. - Dat zal niet gaan, want we werken nu onze agenda af.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik vind dit onvoorstelbaar en ik betreur dat het antwoord niet werd doorgegeven aan een andere minister. Vanaf de eerste dag geeft de minister in kwestie blijk van minachting voor het parlement.

De voorzitter. - Mijnheer Van Hauthem, u hebt gezien dat hier vandaag vijf ministers aanwezig waren.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Uiteraard, want er zijn nog geen staatssecretarissen om in hun plaats te komen antwoorden.

De voorzitter. - Als men het zo bekijkt, lijkt dat inderdaad de beste oplossing voor de Senaat.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Daar zijn we het dan over eens. Toch vind ik het beneden alle peil dat een minister niet komt opdagen om vragen van parlementsleden te beantwoorden.

De voorzitter. - Ik zal hem dat persoonlijk meedelen om te voorkomen dat het nog gebeurt.