4-9 | 4-9 |
M. Etienne Schouppe (CD&V-N-VA), président du Collège des Questeurs. - Monsieur Mahoux, le rapport fait trente-quatre pages. C'est un document important. Il faut que je vous donne toutes les explications. J'espère que vous avez le temps. (Rires)
De begroting van de uitgaven voor het dienstjaar 2006 bestaat uit twee delen: 63.495.800,00 euro voor de uitgaven van de Senaat en 8.870.000,00 euro voor de dotaties aan de politieke partijen.
De kredieten ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting bedroegen: 61.594.000,00 euro voor de dotatie aan de Senaat en 8.870.000,00 euro voor de dotaties aan de politieke partijen.
In de begroting 2006 werd voor 596.000 euro financiële opbrengsten opgenomen, waardoor eventueel 1.305.800 euro zou moeten worden bijgepast. Voor de twee onderdelen samen is er een batig saldo van 2.067.740 euro. Voor 2006 is voor meer dan 3,3 miljoen euro minder uitgegeven dan oorspronkelijk begroot.
De begroting 2008 bestaat uit twee afzonderlijke delen: de eigenlijke werkingsbegroting van de Senaat en de uitvoering van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle op de verkiezingsuitgaven, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen.
Voor 2008 bedraagt het aandeel van de Senaat in de financiering van de politieke partijen 9.806.000 euro.
De senatoriale vergoedingen, afscheidsvergoedingen en bijdrage aan de pensioenkas vertegenwoordigen 22,00% van de totale werkingsmiddelen van de Senaat.
De uitgaven voor het politieke personeel ter ondersteuning van de individuele senatoren en de fractiesecretariaten bedragen 27,17%.
De personeelskosten voor het statutair personeel van de Senaat vertegenwoordigen 38,66% van de begroting.
De overige werkingskosten van de Senaat zijn goed voor 12,18% van de totale uitgavenbegroting.
Voor 2008 hebben we rekening gehouden met twee indexverhogingen, één in januari en één in december.
Voor de begroting van dit jaar hebben we rekening gehouden met een tekort van 3.631.760 euro na dotatie van 64,4 miljoen euro, de dotatie van 9,8 miljoen voor de politieke partijen en 0,75 miljoen financiële opbrengsten. Als we in 2008 even spaarzaam zijn als in 2006, dan kunnen de rekeningen in evenwicht worden afgesloten. We verzoeken de Senaat dan ook deze begroting goed te keuren.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Het Vlaams Belang zal zich bij de stemming onthouden. We zien niet in waarom de uittredende Senaatsvoorzitter tot einde oktober 2008 aanspraak kan maken op een voltijdse administratieve en een voltijdse universitaire medewerker a rato van 114.300 euro.
Voor alle duidelijkheid, het gaat niet over de huidige, maar over de aftredende voorzitter. Ik hoop dat mevrouw Lizin dit niet als een aanval op haar persoon begrijpt, maar onze fractie ziet echt niet in waarom iemand die geen senaatsvoorzitter meer is, tot einde oktober van volgend jaar nog op twee medewerkers aanspraak kan maken.
M. le président. - Le statut des anciens présidents du Sénat est similaire à celui des anciens ministres.
Mme Anne-Marie Lizin (PS). - C'est une tradition sénatoriale. J'excuse volontiers M. Schouppe qui n'est pas nécessairement au courant de toutes ces traditions.
De heer Etienne Schouppe (CD&V-N-VA). - Het bedrag dat hiervoor in de begroting is ingeschreven, is conform de beslissingen van het vorige Bureau van de Senaat. Het is onze plicht die beslissingen nauwgezet in de begroting op te nemen. Indien het Bureau in de nabije toekomst beslist dat op een andere manier te regelen, zal dat alleen maar een besparing zijn. De heer Van Hauthem zal begrijpen dat we bij de opmaak van de begroting nauwgezet uitvoeren wat in het verleden werd beslist door het Bureau, misschien zelfs ook door hemzelf.
De heer Joris Van Hauthem (VB). - Mijnheer Schouppe, het is niet omdat iets in het verleden werd goedgekeurd - overigens nooit door onze fractie - dat dit moet blijven duren. Het gaat hier om een traditie, die ook van toepassing is voor ministers, die ook na hun ambtsperiode nog een tijdlang over zekere faciliteiten blijven beschikken. Ik herinner me dat er enkele jaren geleden over een gelijkaardige regeling nogal wat heibel is geweest in het Vlaams Parlement en zelfs binnen de Vlaamse regering. Hoe dan ook is het niet omdat iets in het verleden zo was, dat het vandaag ook zo moet blijven. Ik zie de rationele reden van deze regeling echt niet in.