4-8

4-8

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 13 DECEMBER 2007 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel van resolutie betreffende het actieplan inzake de strijd tegen diabetes (Stuk 4-378)

Bespreking

(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Sociale Aangelegenheden, zie stuk 4-378/2.)

Mevrouw Els Schelfhout (CD&V-N-VA), corapporteur. - Veertien november staat sinds 1991 in het teken van diabetes. Sinds dat jaar organiseren de Wereldgezondheidsorganisatie en de International Diabetes Federation de Werelddiabetesdag.

Op 20 december 2006 werd een belangrijke stap gezet in de wereldwijde aanpak van diabetes. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft toen een voorstel van resolutie aangenomen die onder meer bepaalt dat vanaf 14 november 2007 deze Werelddiabetesdag als een internationale VN-dag wordt beschouwd. Diabetes is de eerste niet overdraagbare aandoening waaraan de VN jaarlijks wereldwijd aandacht zal besteden.

De speciale aandacht voor de diabetesproblematiek is niet overbodig. In 2007 hebben wereldwijd ongeveer 246 miljoen mensen diabetes. Het is een van de meest voorkomende niet overdraagbare aandoeningen. In de meeste geïndustrialiseerde landen is diabetes de vierde of vijfde belangrijkste doodsoorzaak. Er bestaat substantieel bewijs dat diabetes een epidemisch karakter aanneemt in vele ontwikkelingslanden en in recent geïndustrialiseerde landen.

In de meest recente publicaties van de IDF werden cijfers bekendgemaakt van nieuwe ramingen die ook betrekking hebben op België. Volgens deze cijfers bedraagt de prevalentie anno 2007 onder de volwassen Belgische bevolking 7,9 procent. Het gaat over 598.800 mensen. De projecties voor 2025 geven 9,7 procent aan of 756.600 mensen. De prevalentie in Europa wordt volgens deze cijfers geraamd op 8,4 procent in 2007 en 9,8 procent of 64,1 miljoen mensen in 2025.

Op 14 november 2007, de eerste officiële Werelddiabetesdag, wou ook de Senaatscommissie Sociale Aangelegenheden een belangrijk signaal geven. De VN-resolutie nodigt alle regeringen dringend uit hun verantwoordelijkheid op te nemen en een actieplan te ontwikkelen voor de preventie, de behandeling en de zorg op het vlak van diabetes.

De resolutie die gebaseerd is op een resolutie ingediend door de heer Beke, werd in de commissie eenparig goedgekeurd.

In de resolutie roepen we de regering op om in overleg met de deelgebieden en met alle betrokken actoren een degelijk actieplan uit te werken voor de strijd tegen diabetes.

In het actieplan wordt bijzondere aandacht gevraagd voor zeven punten:

1º De ontwikkeling van een sluitend systeem van registratie van het aantal diabetici.

2º De verdere ontwikkeling, digitalisering en financiële ondersteuning van de diabetespas en de integratie ervan in het Globaal Medisch Dossier.

3º Een grotere betrokkenheid van de eerstelijnszorg. Een belangrijke hinderpaal voor efficiënte communicatie binnen de diabeteszorg vormt de gebrekkige informatisering. Ook de implementatie van kwaliteitsmonitoring is voor verbetering vatbaar.

4º Het stimuleren van de multidisciplinaire aanpak van de diabetesproblematiek.

5º Een actievere betrokkenheid voor de deskundigen in diabetes in de organen van het RIZIV, door middel van een onafhankelijke adviesraad. Zo krijgen innovatieve geneesmiddelen meer kans op ontwikkeling.

6º Bijzondere aandacht voor de drempels en de discriminaties waarmee mensen met diabetes in het dagelijkse leven worden geconfronteerd. Vooral in de verzekeringssector vergt dit de nodige aandacht.

7º Het verzekeren van de toegankelijkheid tot zelfzorgmaterialen. Bijzondere aandacht moet hierbij gaan naar de patiënten die niet onder de diabetesconventie vallen.

Verder wordt gevraagd aan de federale regering om in overleg met de Gemeenschaps- en Gewestregeringen, volgende zaken uit te werken.

1º Een diabetespreventieplan in overleg met alle betrokken actoren verder te ontwikkelen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan doelgroepen met verhoogd risico. Volle aandacht moet daarbij gaan naar de strijd tegen obesitas en naar het bewustmaken van de bevolking van de noodzaak om meer te bewegen.

2º De nodige aandacht te schenken aan de diabetesproblematiek in de geneeskundeopleiding, in de aanvullende huisartsenopleiding en in bijscholing.

3º De opleiding tot diabeteseducator te erkennen.

4º De diabetesverenigingen te erkennen en te ondersteunen.

De voorzitter. - Ik feliciteer mevrouw Schelfhout met haar maidenspeech. (Algemeen applaus)

Mme Sfia Bouarfa (PS), corapporteur. - Nous avons convenu, ma collègue et moi-même, qu'il lui revenait la charge de présenter le rapport puisqu'il s'agissait de sa première intervention en séance plénière. Elle s'est d'ailleurs acquittée brillamment de sa mission.

J'ajouterai pour ma part un commentaire supplémentaire. Plusieurs intervenants ont insisté pour que, dans la lutte contre cette maladie sournoise qu'est le diabète, une attention particulière soit accordée à la population allochtone étant donné qu'un nombre significatif de ses membres souffrent de cette maladie.

M. Georges Dallemagne (cdH). - Je tiens d'abord à féliciter les rapporteuses, ainsi que la présidente qui a travaillé avec l'ensemble de la commission pour que cette importante résolution puisse aboutir rapidement. Il n'est en effet pas anodin que l'OMS ait décidé cette année d'organiser pour la première fois une Journée mondiale de lutte contre le diabète. Le diabète est la première maladie non infectieuse qui retient autant l'attention de la communauté internationale.

C'est à un problème pandémique que nous avons affaire. Il n'est pas l'apanage des pays riches. Il touche aussi, et de plus en plus, les populations précarisées et les populations des pays pauvres. Cette maladie grève très lourdement les budgets des systèmes de santé et va peser de plus en plus sur notre budget de santé.

Il est donc important que le Sénat donne aujourd'hui ce signal et que nous développions un plan national de lutte contre le diabète qui tienne compte des aspects préventifs et curatifs et mette autour de la table tous les acteurs concernés : l'État fédéral, les entités fédérées, les médecins et les patients atteints de cette maladie.

Nous ne pourrons stabiliser les statistiques relatives au diabète que si nous nous attaquons au problème de notre mode de vie : les problèmes de nutrition, le manque d'exercice physique, etc. Aujourd'hui, cette maladie frappe 500.000 Belges et elle pourrait demain en toucher jusqu'à un sur dix. Ce sont en tout cas les prévisions des épidémiologistes. Je me félicite donc que le Sénat adresse un message fort en faveur de la lutte contre le diabète.

Mme Isabelle Durant (Ecolo). - Je m'associe aux propos des mes collègues et je souligne la qualité du travail qui a été accompli en un délai très court.

Puisque nous avons parlé tout à l'heure de questions institutionnelles, je voudrais ajouter que le plan national de lutte contre le diabète souhaité dans cette résolution constitue un beau cas d'école. La coordination de la lutte contre une telle maladie mérite en effet que les entités fédérées et l'État fédéral coordonnent leurs efforts pour mener des politiques efficaces à l'égard des patients. Cela me semble une approche des problèmes institutionnels plus intéressante que d'autres.

De heer Wouter Beke (CD&V-N-VA). - Het gaat inderdaad om een ernstig probleem. Collega Dallemagne heeft er reeds op gewezen dat wordt verwacht dat in 2025 één op tien Belgen aan diabetes zal lijden. Een vroegtijdige opsporing van diabetes kost de sociale zekerheid ongeveer 1.500 euro per jaar; een laattijdige opsporing kost gemiddeld 5.000 tot 6.000 euro. Alleen al om budgettaire redenen is de vroegtijdige opsporing van het allergrootste belang.

Met de voorliggende resolutie willen we de aandacht van de federale regering en de regeringen van de deelgebieden op de ziekte vestigen. Preventie is immers van het allergrootste belang.

De Senaat moet niet alleen resoluties over belangrijke onderwerpen aannemen, hij moet er ook over waken dat de opeenvolgende regeringen de goedgekeurde resoluties in de praktijk omzetten.

De heer Joris Van Hauthem (VB). - Ik twijfel absoluut niet aan de goede bedoelingen van de indieners van het voorliggende voorstel van resolutie. Het gaat inderdaad om een belangrijk probleem. Ik stel echter vast dat de Senaat de federale regering vraagt zich te begeven op domeinen die eigenlijk aan de Gemeenschappen zijn voorbehouden. Men heeft het weliswaar over `overleg', maar ik heb daar vragen bij. Zo is preventie nu eenmaal een gemeenschapsbevoegdheid. Vanwege die onduidelijkheid zal mijn fractie zich onthouden.

M. Philippe Mahoux (PS). - En tant que médecin mais également au nom de mon groupe, je soutiens évidemment cette résolution. J'insiste particulièrement sur la nécessité de poursuivre et d'intensifier la recherche sur le diabète, particulièrement le diabète de type 1, car la résolution ne met pas suffisamment l'accent sur cet aspect des choses. En outre, la commission des Affaires sociales du Sénat poursuivra son travail relatif à l'une des étiologies du diabète de type 2, à savoir l'obésité et les habitudes alimentaires.

-De bespreking is gesloten.

-De stemming over het voorstel van resolutie in zijn geheel heeft later plaats.