4-187/1

4-187/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

19 SEPTEMBER 2007


Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 342bis in het Burgerlijk Wetboek inzake het ouderschapsboekje

(Ingediend door mevrouw Isabelle Durant c.s.)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 17 juli 2003 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-80/1 — BZ2003).

Het moederschap en het vaderschap op zich nemen, een nieuw leven op de wereld zetten, het kind verwelkomen, hem in zijn wereld opnemen, dat alles wil zeggen dat men een verplichting aangaat ten opzichte van het kind en dat men dit aan de samenleving kenbaar maakt. Deze verbintenis geldt voor elke ouder afzonderlijk, onafhankelijk van hun onderlinge verbintenis. De inhoud van die verbintenis, die bestaat uit rechten en plichten, staat in de wet beschreven. Om het uit te drukken in de termen van een wetsvoorstel tot herziening van de grondwet in Frankrijk : (vertaling) « Het ouderlijk gezag is een geheel van rechten en plichten, met als grondslag en als uiteindelijk doel het belang van het kind. Het is de taak van de vader en de moeder om het kind tot de meerderjarigheid of de meerderjarigverklaring te beschermen op het vlak van veiligheid, gezondheid en moraliteit, in te staan voor zijn opvoeding en het in staat te stellen zich te ontwikkelen, met eerbied voor zijn waardigheid als persoon. [...] Vader en moeder oefenen samen het ouderschap uit. [...] De scheiding van de ouders heeft geen invloed op de devolutieregels van de uitoefening van het ouderschap. Zowel de vader als de moeder moeten met het kind een persoonlijke relatie onderhouden en de band van het kind met de andere ouder respecteren. »

De Belgische wetgever heeft deze noties misschien iets minder expliciet al opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en heeft het meer bepaald over de duurzaamheid van het ouderlijk koppel, in vergelijking met het echtelijk koppel. De wet erkent de rol van de ouders als volwassenen die medeverantwoordelijk zijn voor de sociale integratie van het kind binnen de sociale en culturele elementen van de samenleving.

Wij denken dat het kan bijdragen tot een grotere erkenning van de afstammingsband indien men aan deze rechten en plichten herinnert zodra de afstamming is vastgesteld. Het is de bedoeling elk van de ouders correct in te lichten over de reikwijdte van zijn rechten en plichten en meer bepaald over het permanente karakter van deze verbintenis. Een letterlijke herhaling van bepaalde sleutelartikelen uit het Burgerlijk Wetboek is wellicht noodzakelijk, maar men mag ook niet vergeten dat een begrijpelijke en aantrekkelijke vormgeving kan bijdragen tot het eventuele gebruik van het boekje in de dialoog tussen ouder en kind.

Naast het in herinnering brengen van de wettelijke informatie dient het boekje ook een aantal praktische inlichtingen te bevatten, zoals de diensten die worden aangeboden door Kind en Gezin of het Office de la naissance et de l'enfance.

Dit voorstel geeft ook aan dat wij wensen dat beide ouders vanaf het begin meer bij de uitoefening van hun ouderschap betrokken worden. Het ligt in de lijn van de verlenging van het ouderschapsverlof die onlangs door de wetgever is aangenomen.

Tot op heden beschikken enkel de gehuwde ouders via het trouwboekje over een aantal inlichtingen. Er vinden echter veel geboortes plaats buiten het huwelijk (17 % in 1995). De informatie die momenteel in het trouwboekje staat, is bovendien zeer onvolledig en wordt op een nogal saaie manier voorgesteld.

Dankzij een ouderschapsboekje zou elk van de ouders over bruikbaardere informatie beschikken, wat ook hun onderlinge verbintenis is en hoe die zich ook ontwikkelt.

De afgifte van dit boekje kan plaatsvinden tijdens een plechtigheid waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand de belangrijkste elementen uit het boekje voorleest.

Dit voorstel houdt dan ook in dat, tenzij de ouders zich hiertegen verzetten, de geboorte met wat meer zichtbaarheid gepaard gaat dankzij de plechtige overhandiging van het boekje door de ambtenaar van de burgerlijke stand.

BESPREKING VAN DE ARTIKELEN

Artikel 2

Dit artikel strekt ertoe een ouderschapsboekje in te voeren, dat wordt overhandigd aan elk van de ouders van wie het kind afstamt. Dit boekje herinnert aan de voornaamste aspecten van het ouderlijk gezag en de verplichting tot onderhoud.

Het tweede lid van dit artikel geeft de regering de specifieke bevoegdheid om de precieze inhoud van het boekje te bepalen, alsook de manier waarop het wordt afgegeven.

Isabelle DURANT.
Josy DUBIÉ.
Carine RUSSO.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In boek I, titel VII, van het Burgerlijk Wetboek wordt een hoofdstuk VII ingevoegd dat artikel 342bis bevat, luidende :

« Hoofdstuk VII. Het ouderschapsboekje

Art. 342bis. Zodra de afstamming is vastgesteld, overhandigt de ambtenaar van de burgerlijke stand aan elk der ouders een ouderschapsboekje. Dit boekje brengt onder andere de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek in herinnering betreffende de plichten die voortvloeien uit de afstamming, alsook verschillende bepalingen met betrekking tot het ouderlijk gezag.

De Koning bepaalt de inhoud van het boekje alsook de regels voor het afgeven. »

12 juli 2007.

Isabelle DURANT.
Josy DUBIÉ.
Carine RUSSO.