4-181/1

4-181/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2007

10 SEPTEMBER 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, teneinde een verbod in te stellen op het bedelen langs de openbare weg op alle plaatsen waar het verkeer kan worden gehinderd of onveilig gemaakt

(Ingediend door mevrouw Christine Defraigne)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel neemt de tekst over van een voorstel dat reeds op 2 september 2005 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 3-1337/1 - 2004/2005).

Sinds een paar jaar bezetten vele bedelaars de kruispunten van onze grote steden. Ze lopen onvermoeibaar de hele dag lang langs de files die voor het rode licht staan, om te bedelen bij de bestuurders.

De aanwezigheid van die voetgangers tussen de voertuigen, terwijl ze op de kruispunten bijna tegen de file plakken, vormt zowel voor henzelf als voor de weggebruikers een gevaar.

Deze vorm van bedelarij gebeurt vaak voor de verkeerslichten die toegang verlenen tot de grote verkeersaders. Het verkeer rijdt er vrij snel. De bedelaars lopen voortdurend het risico omvergereden te worden of een ongeval te veroorzaken door een automobilist te verplichten hen op het laatste moment te ontwijken. Een persoon die zich op de rijweg bevindt is immers een onvoorziene hindernis waarvan de bestuurder niet altijd de aanwezigheid kan vermoeden.

De kruispunten waar gebedeld wordt, zijn natuurlijk ook de drukste kruispunten ... wat de risico's nog groter maakt. Vooral omdat ze overspoeld worden met bedelaars op de drukste momenten, wanneer automobilisten nog gemakkelijker worden afgeleid dan anders.

Ten slotte wordt het bedelen op de openbare weg ook vaak in groep gedaan, wat de onoplettendheid van de automobilisten verder vergroot en dus ook de kans op ongevallen.

Een aantal gemeenten, waaronder Luik, hebben al een reglement aangenomen waarbij het bedelen op kruispunten wordt verboden (1) . Deze beslissing is gebaseerd op de problematiek van het wegverkeer.

Aangezien het om een gemeentelijke regeling gaat, blijft het verbod beperkt tot de stadsgrenzen. Het probleem blijft dus bestaan op plaatsen waar een dergelijk reglement niet van kracht is.

Een gemeentereglement dat een verbod instelt op de bedelarij, kan trouwens altijd door de Raad van State geannuleerd worden. In een arrest van 8 oktober 1997 (2) , heeft de Raad van State immers geoordeeld dat, aangezien bedelarij niet bij wet verboden is en dat een politiereglement de bedelarij alleen kan tegengaan door de maatregelen toe te passen die vereist zijn voor het handhaven van de openbare orde, veiligheid, rust en gezondheid, een verbod via een gemeentelijk reglement in verhouding dient te staan tot vastgestelde of te verwachten problemen.

De indienster van het wetsvoorstel stelt dus voor om in het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer het bedelen op de openbare weg te verbieden, wanneer het verkeer erdoor gehinderd of onveilig gemaakt kan worden. Als voorbeeld van plaatsen waar het verkeer gehinderd kan worden, worden expliciet de kruispunten en de omgeving van verkeerslichten genoemd.

De indienster verwijst daarbij naar artikel 42.2.1. van hetzelfde koninklijk besluit, waarin bepaald wordt dat « de voetgangers de begaanbare trottoirs, de delen van de openbare weg voor hen voorbehouden door het verkeersbord D9 of de verhoogde bermen moeten volgen en, zo er geen zijn, de begaanbare gelijkgrondse bermen ».

Wie de nieuwe bepaling overtreedt, kan gestraft worden met de straffen bepaald in het tweede lid van artikel 29 van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.

Een nationale wetgeving met betrekking tot dit probleem zal waarschijnlijk bijdragen tot het indijken van de praktijken van mensenhandelaars die mensen naar België brengen met het oogmerk ze te verplichten om op de kruispunten van de grote steden te gaan bedelen. Dit wetsvoorstel zit dus op dezelfde lijn als het ontwerp van de vorige regering tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de versterking van de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel en tegen praktijken van huisjesmelkers (stuk Kamer, nr. 51-1560/14).

Dergelijke netwerken zijn jammer genoeg erg talrijk. Zo heeft de politie enkele jaren geleden in Molenbeek honderdacht bedelaars opgepakt die op de grote kruispunten van het gewest stonden te bedelen. Zij waren uit Roemenië naar Brussel gebracht door netwerken van mensenhandel en woonden in onbewoonbaar verklaarde panden.

Om zich rekenschap te geven van de lijdensweg van deze mensen die door gewetenloze schurken zijn overhaald om naar « luilekkerland België » te komen, of die vanwege hun handicap gemakkelijk konden worden ingelijfd (blinden, verlamden, andere mindervaliden), dient men het artikel te lezen dat Anne Lowyck daarover publiceerde op de website van Amnesty International : « Jusqu'où peut aller la cruauté ? L'exploitation des mendiants handicapés, 1er décembre 2002 ».

Ook kinderen worden door deze netwerken uitgebuit. Onderzoeker Lorne Walters zegt hierover (3)  : « en Europe, notamment depuis la chute de l'ancienne URSS, s'est créé un véritable vivier quasi illimité de misère humaine qui alimente désormais en « marchandise » le commerce international de la traite/trafic d'enfants, selon d'aucuns, plus lucratif que l'ensemble des trafics d'armes et de drogues réunis ».

Christine DEFRAIGNE.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 42 van het koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer wordt aangevuld met een 42.5, luidende :

« 42.5. Het is verboden te bedelen op de openbare weg op alle plaatsen waar het verkeer hierdoor gehinderd of onveilig gemaakt kan worden en in het bijzonder op kruispunten en in de omgeving van verkeerslichten. ».

12 juli 2007.

Christine DEFRAIGNE.

(1) Uittreksel van het register der beraadslagingen van de gemeenteraad, zitting van 25 juni 2001.

(2) Raad van State, arrest nr. 68 735 van 8 oktober 1997.

(3) « Un enfant mendiant est-il un enfant maltraité ? », La Libre Belgique, 9 maart 2005.