3-2075/1

3-2075/1

Belgische Senaat

ZITTING 2006-2007

14 FEBRUARI 2007


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van ... tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht

(Ingediend door mevrouw Sabine de Bethune, de heer Wouter Beke en mevrouw Elke Tindemans)


TOELICHTING


Omdat België het Facultatief Protocol bij het Kinderrechtenverdrag inzake de betrokkenheid van kinderen in gewapende conflicten geratificeerd heeft, werd in onze nationale wetgeving ingeschreven dat minderjarigen niet kunnen ingezet worden in welke vorm van gewapende operatie dan ook. Niettemin blijven het volgens het internationaal humanitair recht militairen. Dit betekent dat zij ingeval van oorlog of een aanval op het Belgische grondgebied niet als burgers beschermd worden, maar zelfs legitieme aanvalsdoelwitten zijn.

De Senaat keurde op 20 april 2006 de resolutie goed van CD&V-senatrice Sabine de Bethune over kinderen in gewapende conflicten (stuk 3-1370/1-6), waarin een aanpassing van de nationale wetgeving wordt gevraagd. Immers, ons land telt nog altijd een zeventigtal jongeren tussen 16 en 18 jaar met een militair statuut, omdat ze als kandidaat-beroepsonderofficieren studeren aan een militaire school.

Daarom adviseert de Senaatscommissie minister Flahaut zijn beleid aan te passen conform het « straight 18-principe ». De regering had de wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht kunnen aangrijpen om die jongeren een burgerstatuut te geven, zoals ook eerder Portugal deed. Een andere mogelijkheid bestaat erin om de minimumleeftijd voor toelating tot de militaire scholen te bepalen op 18 jaar, zoals in Duitsland, Denemarken, Finland en Zwitserland.

Beide opties zijn conform het « straight 18-principe », waardoor België in een meer comfortabele positie zou zetelen in onderhandelingen met landen die wel systematisch met de problematiek van kindsoldaten worden geconfronteerd. Tevens zou België op Europees niveau een voortrekkersrol kunnen spelen.

De Senaat vindt voor zijn aanbevelingen ook een ruim draagvlak binnen de samenleving. Dit bleek duidelijk uit de hoorzittingen die eerder in de Senaat plaatsvonden, evenals uit het krachtige werk van de Belgische coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten.

België is niet het enige Europese land dat op dit vlak tekortschiet. Groot-Brittannië telt ongeveer 6 000 minderjarigen bij de strijdkrachten. Tot voor kort werden deze kinderen ook naar oorlogsgebieden gestuurd, zoals Irak en Bosnië. Ook Nederland stelt de minimumleeftijd voor vrijwillige rekrutering op 16 jaar en heeft zelfs het facultatief protocol niet geratificeerd, net zo min als Hongarije, Cyprus, Estland, Slowakije en Letland. Een coherent Europees beleid is dus nog veraf.

Daarom wil dit wetsvoorstel tegemoetkomen aan deze bezorgdheden en wijzigt het de wet tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, waardoor minderjarige kandidaten geen militair statuut krijgen tot de leeftijd van 18 jaar en waardoor ze volgens het internationaal humanitair recht ook geen legitiem militair doelwit kunnen vormen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 2

Dit artikel vult het 4º aan van artikel 5, § 1, met betrekking tot de militairen die aanvaard worden in de school van onderofficieren met het oog op het behalen van een diploma van secundair onderwijs. De toevoeging voorziet erin dat degenen die in de School voor onderofficieren zijn ingeschreven en die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, het burgerstatuut behouden. Zo past ons land zich aan « het straight 18-principe » aan.

Artikel 3

Schrapping van het derde lid van artikel 7, als gevolg van de wijziging van artikel 5.

Artikel 4

Aanvulling van artikel 9, 6º, met betrekking tot de vereiste leeftijdsversie, door te preciseren dat de min 18-jarigen die een vorming genieten aan de School van onderofficieren het burgerstatuut behouden, zolang zij de leeftijd van 18 jaar niet bereikt hebben.

Artikel 5

Opheffing van artikel 21, tweede lid, tengevolge van de wijziging van artikel 5.

Artikel 6

Schrapping van artikel 192, eerste lid, van voornoemde wet. Door de voorgestelde aanpassingen zijn er geen militairen meer beneden de 18 jaar, aangezien zij het burgerstatuut hebben gekregen. Als gevolg hiervan is deze passage in artikel 192 irrelevant.

Sabine de BETHUNE
Wouter BEKE
Elke TINDEMANS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 5, § 1, 4º, van de wet van ... tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, wordt in fine aangevuld met het volgende zinsdeel :

« ; evenwel zullen zij die de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben, tot de leeftijd van 18 jaar het burgerstatuut behouden. ».

Art. 3

Artikel 7, derde lid, van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 4

Artikel 9, 6º, wordt in fine aangevuld met het volgende zinsdeel :

« ; evenwel zullen zij die de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben, tot de leeftijd van 18 jaar het burgerstatuut behouden. ».

Art. 5

Artikel 21, tweede lid, van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 6

Artikel 192, eerste lid, van dezelfde wet wordt opgeheven.

2 februari 2007.

Sabine de BETHUNE
Wouter BEKE
Elke TINDEMANS.