3-2023/4 | 3-2023/4 |
24 JANUARI 2007
De Senaat,
A. Overwegend dat Europa erin geslaagd is om in 20 jaar tijd uit te groeien tot een door iedereen erkende en gewaardeerde ruimtevaartmogendheid;
B. Overtuigd van de prominente rol die België moet blijven spelen binnen het Europees Ruimtevaartbeleid zoals gevoerd door de Europese Unie en de Europese Ruimteagentschap (ESA);
C. Wetend dat de Europese Unie in samenwerking met ESA in 2007 een geactualiseerd Europees ruimtevaartbeleid zal aankondigen, en dat de rol van ESA en van de nationale ruimtevaartagentschappen in dit beleid cruciaal is;
D. Overwegend dat een zelfstandig Europees ruimtevaartbeleid zich niet kan ontwikkelen zonder het behoud en de verdere uitbouw van een onafhankelijke toegang tot de ruimte;
E. Overwegend dat Arianespace reeds meer dan 20 jaar deze toegang garandeert en is uitgegroeid tot marktleider inzake commerciële lanceringen met een marktaandeel van meer dan 50 %;
F. Overwegende dat er ondanks dit succes geen garantie is dat de gouvernementele lanceringen van de Europese lidstaten worden uitgevoerd door Arianespace;
G. Overtuigd dat het wetenschappelijke en industriële netwerk binnen de groeiende ruimtevaartsector in België verder aangemoedigd en verstevigd moet worden;
Roept de regering op om,
1. te ijveren voor de goedkeuring door alle lidstaten van de Europese Unie of van ESA van het principe dat gouvernementele satellieten in een baan om de aarde worden gebracht met behulp van draagraketten die ontwikkeld zijn in het kader van ESA of door ESA gesteund worden, en dit met inachtneming van de marktprijs;
2. te streven naar een versterking van de industriële en operationele activiteiten in België om een deelname van Belgische bedrijven aan de verdere ontwikkeling van een competitieve, betrouwbare en open toegang tot de ruimte te garanderen;
3. de uitbouw van de Europese familie van draagraketten, met naast Ariane 5 ook Vega en Soyuz in Kourou, actief te ondersteunen;
4. in de schoot van ESA en de Europese Unie ervoor te zorgen dat alles in het werk wordt gesteld om de lanceerplatformen van Soyuz en Vega in Kourou tijdig af te werken;
5. de volgende ESA-ministerraad in 2008 grondig voor te bereiden, die cruciaal is voor de toekomst van het Europees draagrakettenprogramma;
6. mee te werken aan de verwezenlijking van dit programma, onder andere via de ontwikkeling van een opnieuw afvuurbare bovenste trap voor Ariane 5;
7. alles in het werk te stellen om de gevolgen van de ongunstige wisselkoers tussen de euro en de dollar tot een minimum te beperken, en te ijveren voor de creatie van een markt voor draagraketten die de euro als referentiemunt gebruikt;
8. ervoor te zorgen dat het principe van de « billijke compensatie » in ESA behouden blijft, ook wat het draagrakettenprogramma betreft;
9. te waarborgen dat de voordelen van de toepassing van dit principe op een billijke manier voor het geheel van de ESA-programma's en in overeenstemming met de regels die gelden in ESA worden verdeeld tussen de regio's;
10. op te treden als promotor van een gebruik van de Europese draagrakettenfamilie voor toekomstige Europese bemande ruimtevluchten.