Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-71

ZITTING 2005-2006

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de minister van Begroting en Consumentenzaken

Vraag nr. 3-5433 van de heer Buysse d.d. 14 juni 2006 (N.) :
Treinbegeleiders. — Beëdiging.

In principe moeten treinbegeleiders beëdigd worden. Het gevolg hiervan is dat ze over een soort van politiekaart kunnen beschikken op basis van het koninklijk besluit van 2 juli 1999 in verband met het toezicht op de naleving van de reglementering betreffende de spoorwegen. Op basis van die kaart kunnen de treinbegeleiders onder meer de identiteit controleren van de passagiers die niet in staat van overtreding zijn en vaststellingen doen.

Volgens mijn informatie is een deel van de treinbegeleiders die de jongste jaren in dienst zijn gekomen nog steeds niet beëdigd, en beschikken zij dus ook niet over een dergelijke politiekaart.

Het gevolg hiervan zou onder andere zijn dat indien een niet-beëdigde treinbegeleider het formulier C170, het formulier om onregelmatigheden en overtredingen vast te stellen, opstelt, dit tot resultaat zou hebben dat dit niet afdwingbaar zou zijn, bijvoorbeeld wat de inning van boetes betreft.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Is er een achterstand in de beëdiging van de treinbegeleiders ?

2. Welke zijn de concrete cijfers en wat is de reden van de achterstand ?

3. Klopt het dat op die manier een deel van de inkomsten niet kunnen gerecupereerd worden ? Indien ja, op welk bedrag wordt het verlies geraamd ?