3-190

3-190

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 23 NOVEMBER 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Hugo Vandenberghe aan de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken en aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en aan de minister van Middenstand en Landbouw over «voedselfraude» (nr. 3-1911)

De voorzitter. - Mevrouw Els Van Weert, staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven, antwoordt.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik herhaal mijn vraag van vorige week. Toen kon ze door de regering niet worden beantwoord omdat de staatssecretaris van dienst geen antwoord had meegekregen. Alleen van de minister van Middenstand en Landbouw kreeg ik een kort antwoord. De andere ministers hadden blijkbaar een probleem om mijn vraag te beantwoorden.

De jongste jaren wordt de voedselmaffia in Europa hard bestreden. Om te voorkomen dat de consument voedsel van inferieure kwaliteit voorgeschoteld krijgt, worden de grote middelen ingezet. Ik verwijs naar het voedselschandaal in Duitsland, waar een groot, vertakt voedselschandaal wordt onderzocht. Eén van de voornaamste bekommernissen is voorkomen dat producten van lage kwaliteit als topproducten worden verkocht. Door de genetische vingerafdruk te controleren, kunnen aangelengde producten of producten die met mindere kwaliteitsproducten zijn aangevuld uit de winkelrekken gehaald worden.

Een alternatieve methode om de authenticiteit van voedsel te achterhalen, is TRACE. Dit onderzoeksprogramma, dat gesponsord wordt door de Europese Unie, bepaalt aan de hand van water-, stikstof-, zuurstof- en luchtisotopen in welke weersomstandigheden en in welk milieu een product geteeld, geoogst of gefokt werd.

Ook in België wordt voedselfraude bestreden met financiële steun van de Europese Unie. Men maakt bijvoorbeeld gebruik van satellietbeelden om oogsten van landbouwers te controleren.

In welke mate is er in België, in vergelijking met de andere lidstaten van de Europese Unie, sprake van voedselfraude?

Langs welke wegen tracht men de voedselfraude op federaal niveau te bestrijden? Hoe verloopt de samenwerking met Europa op dit vlak?

Worden projecten, waarbij satellietbeelden gebruikt worden om landbouwoogsten te controleren, op federaal niveau ondersteund? Controleert dit project landbouwers in het hele land, of blijft de controle regionaal beperkt? Dit aspect werd vorige week al door minister Laruelle beantwoord.

Bewuste consumenten kiezen steeds meer voor voedsel met een `ethisch' of `organisch' label. Wanneer voedselkwaliteit in het geding is, blijft het controleren van deze labels een heikel punt. Kan de minister garanderen dat deze labels overeenstemmen met de realiteit van het productieproces? In welke mate stoot men op misbruiken in deze sector en hoe wil men misbruiken van deze aard in de toekomst voorkomen?

Mevrouw Els Van Weert, staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven. - Ik lees het antwoord van de minister.

Net zoals andere Europese landen krijgt ook België af en toe af te rekenen met gevallen van voedselfraude. Gezien de grote diversiteit aan soorten fraude enerzijds en de weinige gegevens die internationaal beschikbaar zijn anderzijds, is het erg moeilijk om de vergelijking te maken met andere lidstaten. In 2005 werden 216 fraudedossiers door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen geopend. Een aantal van deze dossiers kon worden afgesloten na een éénmalige controle. De andere dossiers leidden echter tot een meer doorgedreven onderzoek. Zo'n 10% van deze dossiers werden aan andere diensten overgemaakt, ofwel omdat ze niet dadelijk een frauduleus karakter hadden, ofwel omdat ze in eerste instantie niet onder de bevoegdheid van het FAVV vielen. In de zwaarste gevallen en telkens wanneer dit nodig leek, werd het onderzoek in samenwerking met de rechterlijke macht gevoerd.

Binnen het FAVV wordt de strijd tegen de voedselfraude door de Nationale Opsporingseenheid, NOE, georganiseerd. Deze eenheid neemt deel aan vergaderingen van diverse multidisciplinaire werkgroepen: de multidisciplinaire hormonencel, MHC, de interdepartementale Commissie voor de coördinatie van de fraudebestrijding in de economische sectoren, ICCF, en de interdepartementale Coördinatiecel voor de controle van de voedselveiligheid, ICVV.

Bovendien neemt de NOE het voorzitterschap waar van de multidisciplinaire Cel voor de bestrijding van fraude in de voedselketen. Op Europees niveau wordt de bestrijding van fraude in haar breedste betekenis gecoördineerd door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding, OLAF.

De satellietcontroles waaraan senator Vandenberghe refereert, moeten de gewestelijke overheden in staat stellen om eventuele fraude bij de premieaanvragen door landbouwers te controleren. De federale overheid maakt van deze controles of hun resultaten geen gebruik, aangezien zij voor de voedselveiligheid niet relevant zijn.

Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen is bevoegd voor de voedselveiligheid.

Het Agentschap controleert elke operator, afgezien van een mogelijke labeling. De meeste commerciële labels, zoals bij voorbeeld `ethisch' of `organisch' overstijgen het probleem van de voedselveiligheid.