3-190

3-190

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 23 NOVEMBRE 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de M. Hugo Coveliers à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur «la politique en matière de poursuites appliquée par le parquet d'Anvers» (nº 3-1286)

Mme la présidente. - M. Rudy Demotte, ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, répondra.

De heer Hugo Coveliers (Onafhankelijke). - In een weekblad waarvan men best alleen de uittreksels leest, heeft een gewezen Antwerpse politiechef een merkwaardige verklaring afgelegd, die een antwoord verdient in verband met ons rechtssysteem.

De journalist van Humo stelde de gewezen politiechef van de zone Antwerpen volgende vraag: `U zou ook met het parket zijn gebotst toen u het prostitutienetwerk rond Monika Stoces wilde aanpakken. Had zij een bevoorrechte relatie met persmagistrate Leen Nuyts?' Mevrouw Nuyts is op het ogenblik substituut federaal procureur. Ik citeer het antwoord van de gewezen politiechef: `Kijk, wij hadden een netwerk opgerold waarvan de centrale figuur een pain in the ass was: er ging geen actualiteitenprogramma op tv voorbij of die mevrouw schreeuwde uit hoe fout de aanpak van de prostitutie in Antwerpen wel was. Door haar optredens in de pers en op voorlichtingsavonden veroorzaakte ze voortdurend commotie met onze agenten. Eén agent is me komen vinden: "We hebben een fraudedossier lastens die mevrouw voor tientallen miljoenen franken dat het parket heeft geseponeerd". Ik bekijk dat dossier, en het was ernstig. Ik dien bij Van Lijsebeth een mondeling verzoek in voor een onderzoek naar de reden van die seponering: ik stelde me vragen over de invloedssfeer waarin die magistrate verkeerde (Lamine bedoelt hier de persmagistrate Leen Nuyts). Eén minuut heeft ons gesprek geduurd: ik vloog aan de deur.

Het resultaat was dat diezelfde persmagistrate in 2003, namens het parket, mee het onderzoek tegen mij heeft geleid. De magistrate tegen wie ik een klacht had ingediend! Sorry, dat is een democratie onwaardig.' Aldus de heer Lamine in Humo.

Luc Lamine insinueert dat het parket van Antwerpen, onder leiding van de procureur des Konings, Bart Van Lijsebeth, een vervolging heeft geseponeerd omwille van persoonlijke relaties van een magistrate, namelijk mevrouw Nuyts!

De minister heeft in de Kamer geantwoord dat er een onderzoek loopt. Ik hoop dat dit antwoord hier niet wordt herhaald, want dat zou bijzonder erg zijn voor de rechtsstaat.

Is het waar dat een strafrechtelijk onderzoek zou kunnen worden geseponeerd omwille van vriendschapsbanden van een magistrate met een van de hoofdverdachten?

Op basis van dat antwoord zal men consequenties moeten trekken, maar daar kan ik wellicht op terugkomen in een bijkomende vraag?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.

In de Kamer van volksvertegenwoordigers werd reeds een gelijkaardige vraag gesteld over de uitspraken van de heer Lamine.

Ik heb geantwoord dat het mij niet toekomt commentaar te geven op wat in het bewuste artikel werd gezegd. De heer Lamine behoort niet tot het personeel van de rechterlijke orde.

De heer Lamine heeft in dat interview inderdaad magistraten van het parket van Antwerpen vermeld en hij heeft ook melding gemaakt van een fraudedossier in het prostitutiemilieu dat zou zijn geseponeerd. Ik beschik ter zake nog niet over precieze informatie. Ik heb onmiddellijk na de mondelinge vraag in de Kamer een uitvoerig rapport gevraagd aan de procureur-generaal van Antwerpen.

Omdat het parket-generaal nog bezig is met het onderzoek van het dossier, kan ik de heer Vandenberghe nog niet op de hoogte brengen van de resultaten ervan.

De heer Hugo Coveliers (Onafhankelijke). - Dit is natuurlijk een bijzonder onbevredigend antwoord. Wanneer dossiers zonder gevolg geklasseerd worden, wat het volste recht is van het openbaar ministerie, gebeurt dat op basis van een motivering. Na de eerste bendecommissie van 1990-1991 heeft men de regel ingevoerd dat het parket de reden van seponering in het dossier moet vermelden. Zo'n reden kan zijn dat het niet om en prioritaire opdracht gaat, dat er niet voldoende bewijzen zijn of dat het dossier te weinig maatschappelijke impact heeft. Bovendien wordt elk dossier door een magistraat behandeld.

Mijn volgende vraag hierover zal gericht zijn aan de minister van Binnenlandse zaken. Ofwel is de bewering van de heer Lamine juist en dan is dat bijzonder erg voor het vertrouwen in het rechtssysteem. Ofwel is ze niet juist en dan is dat bijzonder erg voor de ex-politiechef, die nu adviseur-generaal voor de Benelux is.

Het is niet goed voor de rechtszekerheid om een verhaal als dit de ronde te laten doen. Iedereen die een probleem heeft met justitie, krijgt argwaan als op zoiets niet geantwoord wordt. Daarom vind ik dat dit onderzoek niet lang mag duren.