3-189

3-189

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 23 NOVEMBRE 2006 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Débat sur la violence domestique

Mme la présidente. - Avant d'entamer le débat, je tiens à remettre à M. Blondeel, notre greffier, le pin's contre les violences domestiques, qui symbolise la Campagne du ruban blanc. (Mme la présidente épingle le pin's au revers du veston de M. Blondeel.)

Mevrouw Fatma Pehlivan (SP.A-SPIRIT). - Over de omvang van huiselijk geweld circuleren nationaal en internationaal heel wat cijfers, maar aan de ernst en het politieke belang ervan twijfelt niemand.

In ons land is de voorbije jaren heel wat vooruitgang geboekt in de strijd tegen huiselijk geweld. We hebben nieuwe wetgeving, diverse projecten zijn opgestart, het nationaal actieplan kwam tot stand. Kortom, het besef groeit dat huiselijk geweld geen privéaangelegenheid is en dat de overheid de fundamentele plicht heeft de oorzaken en de gevolgen van deze mensenrechtenschending aan te pakken.

Dit is precies de bedoeling van de campagne van de Raad van Europa: de parlementen nogmaals aanzetten tot actie. Zoals gezegd is er op het terrein en op beleidsvlak al heel wat gebeurd. En ook de parlementsleden nemen geregeld initiatieven rond huiselijk geweld.

Dat neemt echter niet weg dat grootschalige campagnes nog steeds noodzakelijk zijn, ook in landen waar het beleid ter zake al goed is uitgebouwd. Immers, ondanks al het goede werk worden ook in ons land nog heel wat vrouwen met huiselijk geweld geconfronteerd. Sommigen af en toe, anderen regelmatig of zelfs dagelijks. De opvang en begeleiding van slachtoffers en daders kan altijd nog uitgebreid en verbeterd worden.

Ik ben heel blij met de gezamenlijke resolutie van Kamer en Senaat. Dit is nogmaals een sterk signaal dat we huiselijk geweld nooit zullen tolereren en dat blijvende inspanningen een absolute noodzaak zijn.

Op het vlak van de inzameling van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens zijn bijvoorbeeld inspanningen nodig. Er circuleren heel wat cijfers, maar alleen op basis van correcte cijfers kan men goede analyses maken, gerichte en doeltreffende maatregelen nemen en projecten starten. Omdat de problematiek zich door zijn bijzonder karakter niet gemakkelijk laat meten, is een extra inspanning absoluut nodig. Ook internationaal en Europees wordt sterk de nadruk gelegd op het belang van een methodologie om analyses en vergelijkende studies met andere landen te kunnen maken.

Een van de concrete vragen van de actie van de Raad van Europa is het uittrekken van voldoende middelen voor de strijd tegen geweld. Ik weet dat zowel de minister als de gemeenschappen en gewesten heel wat moeite doen, maar dat onder meer de onderlinge bevoegdheidsverdeling een bemoeilijkende factor is. De continuïteit van de projecten en de ruimte om ze te laten voortlopen en uitbouwen mag hier in geen geval onder leiden.

De onzekerheid waar de mensen op het veld mee te maken krijgen, is geen goede zaak. Ik hoop dan ook dat alle partijen en niveaus voldoende inspanningen opbrengen om hier duidelijkheid in te brengen en structurele ondersteuning te bieden, ook op lange termijn. Dat is ook noodzakelijk voor een efficiënte en effectieve uitvoering van de waardevolle initiatieven en voorstellen van het nationale actieplan. En dat zijn er heel wat.

De campagne vraagt ook aandacht voor bewustmaking voor de problematiek van geweld tegen vrouwen. Bewustmaking en preventie blijven noodzakelijk. We moeten uiteraard iedereen overtuigen dat geweld tegen vrouwen niet kan getolereerd worden, maar we moeten vooral mensen die vanuit hun beroep met slachtoffers of daders kunnen te maken krijgen, bereiken. Tijdens de hoorzittingen van het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen kwam aan het licht dat er op dit vlak toch nog problemen bestaan. Vandaar dat ik nogmaals het belang wil benadrukken van opleiding, vorming en bewustmaking van politie, artsen, de juridische wereld, ziekenhuispersoneel en ga zo maar verder. Zij zijn in de meeste gevallen het beste geplaatst om geweld op te sporen en er iets aan te doen.

Het is bovendien essentieel dat mannen betrokken worden bij de acties en maatregelen. Het initiatief van de minister tot het opstellen en laten ondertekenen van een charter `Mannen engageren zich' kan ik dan ook alleen maar toejuichen. Het is een betekenisvol symbolisch initiatief, maar daarnaast zijn er natuurlijk concrete projecten en activiteiten nodig die mannen aanspreken op hun verantwoordelijkheid om huiselijk geweld te voorkomen of te doen stoppen.

Wereldwijd onderzoek toont aan dat partnergeweld de meest voorkomende vorm van geweld is. Toch bestaan er nog tal van andere vormen van huiselijk geweld, ook in ons land. Ik verwijs naar eergerelateerd geweld, geweld in het kader van mensenhandel en seksuele uitbuiting, huisslavernij en genitale mutilatie.

Op de internationale conferentie van 21 november werd extra aandacht geschonken aan genitale verminking. De maatregelen en initiatieven waartoe werd besloten, zijn broodnodig. Ik zal ze van zeer nabij opvolgen.

Ik verwijs ook naar onderzoeken en projecten in Nederland inzake eergerelateerd geweld waaruit onthutsende cijfers tevoorschijn kwamen. De situatie in Nederland kan niet zomaar op de Belgische context gereflecteerd worden, maar die cijfers zijn toch een signaal om aan deze problematiek op zijn minst extra aandacht te besteden.

Bovenstaande praktijken zijn dan wel in ons land rechtstreeks of onrechtstreeks strafbaar, het neemt niet weg dat onderzoek, het verzamelen van gegevens hieromtrent, sensibilisatie en gerichte maatregelen nodig zijn.

Geweld, onder welke vorm of in welke situatie ook, heeft verregaande gevolgen voor vrouwen, hun kinderen en de maatschappij. Geweld is een wereldwijd verspreid en complex fenomeen dat in vele vormen voorkomt. Ondanks het vele goede werk en de bewonderenswaardige inspanningen op het veld blijven er nog bergen werk te verrichten. Dagelijks zijn vrouwen slachtoffer, worden fundamentele rechten en vrijheden met voeten getreden. Elke vorm van geweld blijft een schending van fundamentele rechten. De strijd tegen geweld moet dan ook een prioritair punt blijven op onze politieke agenda. Laten we er samen op toezien dat de huidige dynamiek in de strijd tegen geweld niet stilvalt.