3-165

3-165

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 18 MEI 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Mia De Schamphelaere aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over «de naleving van leeftijdsratings bij videospelen en media in het algemeen» (nr. 3-1139)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Naar aanleiding van enkele gewelddelicten gepleegd door jonge mensen wordt opnieuw de vraag gesteld welke invloed gewelddadige of racistische videospelletjes kunnen hebben op de denkbeelden en gedragingen van jongeren.

Het is niet onze bedoeling een hetze te voeren tegen dit eigentijds ontspanningsmiddel van vele kinderen en jongeren. We zijn ons er ook van bewust dat de mentale weerbaarheid en de menselijke nabijheid van ouders en opvoeders veel sterker bepalen hoeveel impact een spelletje eventueel heeft op gedragingen en denkbeelden dan de inhoud van het spelletje zelf.

Toch wensen we, samen met de Gezinsbond, onze bezorgdheid te uiten over bepaalde excessen in spelletjes. Die vormen een van de vele elementen in de banalisering van geweld in onze samenleving.

Er bestaat een ratingsysteem voor spelletjes dat door verschillende deskundigen en onderzoekers in Europees verband is uitgewerkt. Deze Europese dimensie heeft natuurlijk te maken met de eengemaakte markt, maar ook met de eenduidigheid van de Europese cultuur. Het Europese ratingsysteem hanteert bijvoorbeeld andere waarden en normen dan het Amerikaanse. De rating wordt aangegeven op de verpakking van de verschillende mediaproducten. Het bestaat onder andere uit een minimumleeftijd en logo's die de reden van die minimumleeftijd aangeven, bijvoorbeeld te veel geweld of te veel seks. In andere lidstaten is dit systeem ook wettelijk afdwingbaar gemaakt. In Nederland is het verboden +16-spelletjes te verkopen aan wie jonger is dan zestien.

Wat is het standpunt van de minister met betrekking tot het invoeren van algemene, wettelijk afdwingbare leeftijdsvereisten?

Gaan de diensten van de minister actief op zoek naar mogelijke overtredingen van de antidiscriminatiewet door deze media? Zijn er al spelletjes van de markt gehaald wegens een dergelijke overtreding?

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie. - In de marge van de dramatische gebeurtenissen van vorige week in Antwerpen worden andermaal vragen gesteld over de mogelijk schadelijke invloed van videospelletjes op bepaalde personen. Enkele maanden geleden rezen dergelijke vragen ook al naar aanleiding van de commotie rond de mogelijke ontwikkeling van het videospelletje `Bully'. Op dat ogenblik heb ik kennis genomen van het PEGI-ratingsysteem dat door de sector enkele jaren geleden werd opgezet in het kader van een zelfregulering. Het Nederlandse NICAM werd daarbij als voorbeeld genomen. Dat is een onafhankelijk orgaan dat instaat voor de classificatie van televisieprogramma's en films en dat ook het PEGI-systeem uitvoert. Momenteel onderzoek ik de concrete werking van het Nederlandse model. Morgen zal een adviseur van de Dienst voor strafrechtelijk beleid in mijn opdracht deelnemen aan een werkbezoek aan het NICAM te Hilversum om bijkomende informatie over het Nederlandse systeem te vergaren.

Ik heb geen weet van videospelletjes die werden verboden wegens inbreuken op de antidiscriminatiewet.

Er bestaan geen bijzondere richtlijnen voor het openbaar ministerie aangaande de systematische controle op dergelijke spelletjes.

Het spreekt voor zich dat de parketten wel een onderzoek instellen wanneer ze met dit soort klachten worden geconfronteerd.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Er moet worden gewerkt aan een classificatie op Europees niveau. Het zou interessant zijn na te gaan hoe andere lidstaten het uitgewerkte ratingsysteem op Europees niveau willen toepassen en afdwingbaar maken. Dat is een belangrijke hulp voor ouders, leerkrachten en opvoeders.

Een aantal spelen met een onaanvaardbaar geweld- of racismegehalte moeten wettelijk kunnen worden verboden. Er bestaan daar wellicht instrumenten voor. Het San Andreas-game, waarbij de tegenstanders op een racistische manier worden vernietigd, is in Duitsland bijvoorbeeld verboden.