3-164 | 3-164 |
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - De directeur van de Brandweervereniging Vlaanderen, Guy Van de gaer, zei deze week in verschillende kranten dat er te weinig praktische oefeningen voor de brandweerkorpsen plaatsvinden. Oefening baart kunst en dat geldt zeker ook voor de brandweerkorpsen die toch geregeld met gevaarlijkere branden te maken krijgen.
Bovendien wordt in de Vlaamse provinciale oefencentra te weinig gebruik gemaakt van de oefenfaciliteiten. De verschillende provinciale centra zijn zo divers dat er geen sprake is van een eenvormig kwalitatief aanbod. In tegenstelling tot Antwerpen en Limburg beschikt West-Vlaanderen niet eens over een aangepast groot provinciaal oefenterrein.
In Wallonië is de situatie nog dramatischer. De brandweerkorpsen beschikken niet over provinciale oefencentra en komen voor hun oefeningen naar Vlaanderen. De brandweerkorpsen hebben geen enkele verplichting om deel te nemen aan praktische oefeningen.
In de opleiding op provinciaal niveau wordt nog steeds gebruik gemaakt van oude cursussen, aangevuld met geactualiseerde info. De inhoud van de cursus hangt bovendien af van de eigen interpretatie van de lesgever.
Uit deze vaststellingen moeten toch dringend conclusies getrokken worden. We mogen niet wachten tot er zich een grote ramp voordoet om veranderingen door te voeren.
Welke maatregelen zal de minister nemen opdat onze brandweerkorpsen meer praktische oefeningen doen en gebruik maken van de oefenfaciliteiten? Kan er geen uniform oefenbeleid worden uitgestippeld, zoals in Nederland?
Zal de minister iets ondernemen voor de verouderde opleidingscursussen of wacht hij op de brandweerhervorming?
Waarom beschikt niet elke provincie over een aangepast provinciaal oefenterrein? Zullen de financiële middelen die de minister eventueel zal vrijmaken niet voornamelijk naar Wallonië gaan, waar momenteel bijna geen oefenfaciliteiten zijn? Kan er eventueel een samenwerkingsverband ontstaan tussen provincies zodat er voldoende oefenterreinen zijn?
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - Mijn departement is verantwoordelijk voor het uitstippelen van de grote lijnen inzake brandweeropleidingen. De praktische oefeningen worden georganiseerd door de brandweerkorpsen zelf en zijn bijgevolg de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Op dit moment bestaat er inderdaad geen uniform oefenbeleid. Daar zal in de toekomst verandering in komen. Met de hervorming van de Civiele Veiligheid zullen de bevoegdheden meer gestroomlijnd worden en de oprichting van een Federaal Kenniscentrum zal een grotere uniformiteit in het oefenbeleid brengen. De oprichting van het Federaal Kenniscentrum is één van de aanbevelingen van de commissie-Paulus. We wachten de hervorming van de Civiele Veiligheid niet af om sommige aspecten ervan, waarvan de voorbereiding klaar is, aan het parlement voor te leggen. De ministerraad heeft een wetsontwerp goedgekeurd met betrekking tot het Federaal Kenniscentrum. In de begroting van dit jaar is daarvoor een bedrag van 500.000 euro ingeschreven.
Op dit moment werken mijn diensten aan de vernieuwing van de opleiding op de verschillende niveaus. De eindtermen voor de verschillende modules worden gedefinieerd. Op korte termijn zal de basiscursus `brandweerman' ter beschikking komen van de brandweerscholen.
Het zou inderdaad ideaal zijn als elke provincie een aangepast provinciaal oefenterrein zou hebben. Provinciale brandweerscholen zijn vrij hun eigen investeringen te kiezen. Ook op dat punt heb ik geen bevoegdheid. Om de huidige situatie te verbeteren, heb ik beslist dat de federale overheid toch een inspanning voor de bijzondere chemische opleiding zou doen. Er werden subsidies voorzien om een oefenterrein voor de openbare hulpdiensten uit te bouwen in de provincie Oost-Vlaanderen en eenzelfde project zal in Wallonië worden opgestart.
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Dat alles is goed nieuws voor de brandweerkorpsen. Het volstaat echter niet dat er voor het Federale Kenniscentrum een bedrag in de begroting is ingeschreven. Heeft de minister daarvoor ook al concrete oprichtingplannen?
Ik juich toe dat er eindtermen worden opgesteld, zodat elke opleiding op dezelfde leest zal zijn geschoeid. De provinciale opleidingscentra zijn daarvoor vragende partij.
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - Het wetsontwerp voor de oprichting van het Federaal Kenniscentrum is reeds goedgekeurd door de ministerraad. Het kan dus worden ingediend in het parlement en vóór het parlementair reces worden goedgekeurd. Er moet niet meer op zoek worden gegaan naar middelen om de wet uit te voeren, want die staan al in de begroting. Zowel de wettelijke basis als de middelen voor het Federaal Kenniscentrum zullen in de loop van 2006 voorhanden zijn.