3-157

3-157

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 30 MAART 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Luc Willems aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «het spanningsveld tussen privé-bewaking en politie» (nr. 3-1496)

De voorzitter. - De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt.

De heer Luc Willems (VLD). - Op een recente studiedag van het Centrum voor Politiestudies over de kerntaken van de politie bleek dat de veiligheidstaken steeds meer berusten bij privé-bewakingsfirma's. Daarnaast zijn er heel wat privé-detectives en firma's voor veiligheidsadvies actief, al dan niet met een vergunning. Ook de overheid heeft veiligheidsberoepen, zoals veiligheidsbeambten, stadswachten, zaalwachters, en dergelijke, in het leven geroepen.

Bedrijven, particulieren en overheden doen meer en meer een beroep op deze vormen van bewaking, omdat ze goedkoper uitvallen en omdat de gevraagde service met zekerheid wordt geleverd. Verscheidene veiligheidsdeskundigen vrezen voor een uitholling van de veiligheidstaak van de politie.

Een strakke controle op de private veiligheidsactoren door de lokale politie en een betere samenwerking op het terrein zouden nochtans een positief effect kunnen hebben. Ondernemingen zonder vergunning kunnen dan niet langer de erkende firma's schaden en de kans dat malafide personen op heterdaad worden gepakt, neemt toe.

Hoe staat de minister tegenover de vaststellingen die op de studiedag naar voren werden gebracht?

Kan hij enigszins inschatten welk percentage personen of bedrijven zonder vergunning in de private veiligheidssector actief is?

Wanneer verwacht hij de conclusies van de commissie die zich bezighoudt met het definiëren van de kerntaken van de lokale politie?

Plant hij een overleg tussen de politiediensten en de private veiligheidssector om tot een betere samenwerking te komen?

De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - Ik lees het antwoord van minister Dewael.

Het is verkeerd de discussie over de verhouding tussen private en publieke veiligheid te voeren in termen van concurrentie en tegenstelling. We moeten denken in termen van complementariteit en partnerschap. Veiligheid is een verantwoordelijkheid van iedereen.

Organisatoren van privé-initiatieven moeten óók hun verantwoordelijkheid nemen en niet alles op de politie, en dus op de belastingbetaler, afwentelen. Ook zij kunnen en moeten een deel van het partnerschap tussen overheid en privé-sfeer invullen. Denk maar aan het voorbeeld van voetbalclubs en de organisatie van voetbalwedstrijden. Zo is het ook niet de taak van de overheid om de interne veiligheid van winkelgalerijen, pretparken, parkeergarages, en andere privé-plaatsen te waarborgen. Ook hier moet de beheerder van deze plaatsen zijn verantwoordelijkheid nemen.

De maatschappelijke vraag naar veiligheid is de laatste jaren geëxplodeerd. De politie kan niet aan al deze vragen voldoen. Vandaag oefent de politie vaak nog tal van taken uit waarvoor eigenlijk beter geen beroep zou worden gedaan op het dure politie-uniform.

In de discussie over de kerntaken van de politie is het eerste criterium de openbare macht en het gezag. De politie is het enige instituut dat namens de overheid het gezag desnoods met geweld kan afdwingen. We spreken dan van law enforcement.

Een andere kerntaak van de politie is wat men noemt de community policing. Deze taak mag zeker niet in de verdrukking komen door de politietaken enkel te definiëren vanuit de pure criminaliteitsbestrijding.

De begeleidingscommissie buigt zich momenteel over de verdere invulling van de kerntaken van de lokale politie, de zogenoemde basisfunctionaliteiten, zoals die reglementair zijn vastgelegd. De conclusies van de begeleidingscommissie verwacht ik de komende maanden.

Taken die buiten deze basisfunctionaliteiten vallen, kunnen door andere diensten worden uitgevoerd, hetzij van de publieke sector, bijvoorbeeld de stadswachten, hetzij van de privé-sector, de privé-bewakingsfirma's.

De wet private veiligheid omschrijft de bevoegdheid van de privé-bewakingsfirma's op een limitatieve wijze. Ze opereren voornamelijk op privé-domein in opdracht van privé-burgers. De wet zegt ook duidelijk wanneer bewakingsfirma's voor de overheid actief kunnen zijn.

Ik ben ervan overtuigd dat de huidige wet, met de nodige creativiteit, nog heel wat ruimte laat voor nieuwe projecten van publiek-private samenwerking die kunnen leiden tot een meer parate politiecapaciteit. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de bewaking van parkings langs de autosnelwegen, waarover momenteel overleg wordt gepleegd met de bevoegde overheden, de politiediensten en de bewakingssector.

Tot slot: de controle op de privé-veiligheidssector wordt door mijn diensten georganiseerd. In dit kader werd onder meer een netwerk opgericht van gespecialiseerde politiemedewerkers in de lokale politiezones. Slechts zeer sporadisch wordt een illegale onderneming gesignaleerd. Telkens wordt een onderzoek ingesteld en worden de betrokkenen administratief vervolgd.