3-1460/4

3-1460/4

Belgische Senaat

ZITTING 2005-2006

23 FEBRUARI 2006


Wetsontwerp tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, teneinde de adoptie door personen van hetzelfde geslacht mogelijk te maken


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 19 VAN MEVROUW DEFRAIGNE C.S.

Art. 2

Het 1) van dit artikel vervangen als volgt :

« 1) in a) vervalt het woord « of » en worden de woorden « , echtgenoten of samenwonenden van gelijk geslacht voor zover de adoptie zoals bepaald in dit wetboek betrekking heeft op een kind dat afstamt van een van de echtgenoten of de samenwonenden » ingevoegd na de woorden « samenwonenden van ongelijk geslacht ».

Verantwoording

Bij de behandeling van de wet op de adoptie werd door de holebibeweging gewezen op de gebrekkige juridische bescherming van kinderen die geboren worden in een lesbisch paar, waarvan bij een van de partners een kind is verwekt via kunstmatige inseminatie en van kinderen die in een homoseksueel of lesbisch paar aanwezig zijn als kind van een van de partners afkomstig uit een vorige relatie waarvan de partner overleden is of waar de biologische vader niet bekend is. Dit amendement komt tegemoet aan die bekommernis. Het wil immers het begrip adoptie van het Burgerlijk Wetboek verruimen tot de echtgenoten en samenwonenden van gelijk geslacht, doch het beperkt de adoptie tot die gevallen waarin de geadopteerde een afstammeling is van een van de echtgenoten of van de samenwonenden.

Daarnaast werd door sommigen ook gepleit om voor een homoseksueel of lesbisch paar een adoptie mogelijk te maken van een kind waarvan geen van beiden de ouder is. Het betreft de mogelijkheid om ook kinderen uit het buitenland te adopteren. Dit amendement beoogt niet die mogelijkheid in te voeren. De internationale adoptie hoort thuis in een volstrekt verschillende categorie. Het ligt hier niet in de bedoeling de rechtstoestand van een kind te verbeteren maar ouders te vinden voor een kind van wie de ouders overleden zijn of dat afgestaan is voor adoptie. Wij gaan ervan uit dat adoptiekinderen reeds heel wat problemen te overwinnen hebben; het is daarom niet wenselijk om deze kinderen nog met een bijkomende complexiteit in verband met de ouder- kindrelatie op te zadelen. In dat kader is het belang van het kind de eerste zorg. De samenleving moet een poging doen om deze kinderen nieuwe ouders te geven en dat daarenboven doen in omstandigheden die de rol van de oorspronkelijke ouders benaderen. Het staat niet aan ons onze opvattingen inzake seksuele geaardheid op te leggen noch een bepaald gezins- of oudermodel. Dit kan des te meer als een doorslaggevend argument worden beschouwd omdat onze samenleving tal van heteroseksuele paren telt die een kind willen adopteren en die mogelijkheid zouden verliezen ingeval de wet het adoptierecht toekent aan homoseksuele paren.

In de situaties die wij wel wensen te regelen heeft men te maken met een bewuste keuze van een ouder (eventueel gedaan samen met een partner) om een kind te hebben in het kader van een lesbische relatie of een plaats te bieden aan een kind in het kader van een homoseksuele of lesbische relatie waarbij evenwel een biologische band bestaat met één van de leden van het betrokken paar. In die omstandigheden moet de samenleving zich niet uitspreken over een opportuniteitsvraag maar de juridische bescherming van het kind waarborgen.

Christine DEFRAIGNE.
Berni COLLAS.
Jacques BROTCHI.
Patrik VANKRUNKELSVEN.
Jacques GERMEAUX.
Annemie VAN de CASTEELE.
Alain DESTEXHE.