3-151

3-151

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 16 FÉVRIER 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Erika Thijs au secrétaire d'État aux Entreprises publiques sur «le mauvais fonctionnement de la SNCB pour ce qui est du transport de marchandises entre le Land de Rhénanie du Nord-Westphalie et le port d'Anvers» (nº 3-1017)

Mme la présidente. - M. Peter Vanvelthoven, ministre de l'Emploi, répondra

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Begin deze week bezocht Vlaams minister-president Leterme de streek van Noordrijn-Westfalen.

De grote bedrijven in die streek zoeken een toegang tot de zee. Nu verschepen ze de goederen via Rotterdam, maar om monopolievorming niet extra in de hand te werken willen ze opteren voor Antwerpen als tweede mogelijkheid.

Het probleem is echter dat de grote industriële spoorgebruikers, zoals Bayer en BASF, momenteel erg ontevreden zijn over de manier waarop het goederenvervoer in België wordt geregeld. Bayer slaagt erin goederen per spoor in 24 uur naar de andere kant van Europa te brengen, maar het traject Duisburg-Antwerpen duurt 5 dagen. Er is er geen rechtstreekse lijn. Volgens de gedelegeerd bestuurder van Bayer België is het opmerkelijk dat ieder dok in de Antwerpse haven twee sporen heeft, terwijl maar 5 procent van de in Antwerpen geloste goederen de haven per trein verlaat.

Hieruit blijkt dat de NMBS er niet in slaagt om een goede service te verlenen voor het vrachtvervoer. Dat schaadt de Vlaamse economie en de Antwerpse haven in grote mate. De NMBS mist ook belangrijke kansen.

Hoe komt het dat grote industriële spoorgebruikers, die zeer belangrijk zijn voor de Antwerpse haven en de problematiek al verschillende malen aangekaart hebben, nog altijd niet tot een oplossing met de NMBS zijn kunnen komen?

Welke maatregelen worden genomen om op korte termijn het goederenvervoer vanuit Duisburg naar de Antwerpse haven te verbeteren?

De heer Peter Vanvelthoven, minister van Werk. - Ik lees het antwoord van staatssecretaris Tuybens.

De NMBS heeft twee soorten van activiteiten. Aan de ene kant is er het binnenlands reizigersvervoer. Dat is een opdracht van openbare dienst, waarvoor de overheid vaststelt welke prestaties en diensten geleverd moeten worden, en waarvoor ze een dotatie aan de NMBS geeft. Aan de andere kant mag de NMBS op eigen verantwoordelijkheid andere spooractiviteiten ontplooien, zoals internationaal reizigersvervoer en goederenvervoer. Dat moet ze doen op een rendabele, economische, marktconforme manier, zonder financiële bijdrage van de overheid. Door de Europese regelgeving zullen die commerciële activiteiten overigens steeds meer in een concurrentiële omgeving gebeuren. Dat wil zeggen dat ook andere spooroperatoren met hun treinen in België mogen rijden. Voor het internationale goederenvervoer is dat nu al het geval.

Voor de bedrijfsvoering in deze commerciële activiteiten zijn de NMBS en haar directie verantwoordelijk. De toeziende minister is enkel bevoegd om op te treden als de commerciële activiteit een verlies oplevert en de openbare dienstverlening daardoor in het gedrang komt. Dat betekent niet dat we geen belang hechten aan B-Cargo, de goederenafdeling van de NMBS. Integendeel! We hebben de NMBS steeds aangemoedigd om het goederenvervoer te blijven ontwikkelen en zich daarbij te concentreren op de takken waarin ze sterk staat.

Zonder in details te treden, kan ik bevestigen dat binnen B-Cargo de jongste jaren veel maatregelen genomen werden om de prestaties te verbeteren en om voorbereid te zijn op de open markt. Ongetwijfeld moeten die verbeteringen nog worden voortgezet en dat gebeurt ook.

De geschetste voorstelling van zaken is echter eenzijdig en overdreven negatief. Het aandeel van het spoor in de Antwerpse goederentrafiek ligt tussen 8 en 9%. Door de zeer goede scheepvaartverbindingen tussen het Ruhrgebied en Antwerpen - en ook Rotterdam - is de binnenscheepvaart voor heel wat bedrijven aantrekkelijk.

Wij hebben grote inspanningen gedaan hebben om de noodzakelijke Liefkenshoekspoortunnel sneller te kunnen realiseren; er is nu een akkoord over de financiering daarvan.

Ik heb al in december aan Alfaport, de koepel van de Antwerpse havenbedrijven, gevraagd om mij een verslag te bezorgen van hun bevindingen over het spoorvervoer in de haven. De bijeenkomst volgende week op mijn kabinet, was al gepland vóór het bezoek van de heer Leterme. Het Havenbedrijf, NMBS, B-Cargo, IFB en Infrabel zullen eraan deelnemen.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Het antwoord van de staatssecretaris zegt veel en aan de andere kant ook weer niets. Het is juist dat de NMBS alleen moet zorgen voor een goed binnenlands personenvervoer en dat B-Cargo voor eigen rekening rijdt. Maar dat belet niet dat de regering stevige stimulansen kan geven. Ze zou toch minstens de nodige investeringen kunnen doen, zodat het goederentransport per spoor van Antwerpen naar Duitsland in minder dan vijf dagen kan verlopen. Dat is niet alleen van belang voor Bayer, toch een van de grootste bedrijven die Antwerpen als doorgangsgebied gebruikt, maar ook voor de hele Vlaamse en zelfs de Belgische industrie.

Elders heb ik vernomen dat in mei overleg is gepland om tot een oplossing te komen. Ik stel vast dat de minister daarover niets zegt.