3-147

3-147

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 26 JANUARI 2006 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Mia De Schamphelaere aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over «de vruchtbaarheidsbehandelingen» (nr. 3-972)

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - De programmawet werd op een laat tijdstip behandeld in de Senaat. Op een mooie winteravond hebben we ons gebogen over een voorstel dat onderhandeld werd met de fertiliteitscentra en de farmaceutische sector om een farmaceutische specialiteit, meer in het bijzonder gonadotrofines, gemakkelijker beschikbaar te stellen voor de fertiliteitscentra. De bedoeling is om de erkende zorgprogramma's te versterken die erop gericht zijn de vruchtbaarheidsproblemen te diagnosticeren en te behandelen, teneinde de kwaliteit van de behandeling te vergroten, meer bepaald de risico's op meerlingenzwangerschappen, die dikwijls uitmonden in een vroeggeboorte, te beperken.

Hierdoor is een geïntegreerde zorgverstrekking mogelijk, waartoe alleen centra toegang hebben die een grote expertise terzake bezitten en deze kwaliteitseis door het gebruik van een erkend zorgprogramma waarborgen.

De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging zal aldus forfaitair de kosten van de betrokken farmaceutische specialiteiten, de inseminatiebehandeling, de spermavoorbereiding, het registratiewerk en de andere elementen die door de Koning moeten worden bepaald, kunnen dekken.

De basis van tegemoetkoming, een daling van 12% op niveau van de buitenbedrijfprijs, zou gelden vanaf 1 januari 2006. Het scenario dat was goedgekeurd na overleg tussen experts, artsensyndicaten, ziekenfondsen en de farmaceutische sector zou leiden tot een besparing van 6 miljoen euro per jaar en dus tot 500.000 euro per maand.

Blijkbaar is de uitvoering van dit artikel in de praktijk nog niet gerealiseerd, wat leidt tot grote onzekerheid in de fertiliteitscentra.. Waarom wordt hiermee gewacht? Wanneer de minister zal optreden?

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Ik heb de firma's die gonadotrofines commercialiseren de in het vooruitzicht gestelde terugbetalingsmodaliteiten meegedeeld. De behandelingen van vruchtbaarheidsproblemen worden beperkt tot de gespecialiseerde centra omwille van hun ervaring op dit gebied, meer bepaald in het domein van meerlingenzwangerschappen.

In de nota was opgenomen dat de behandelingen met gonadotrofines alleen worden terugbetaald indien ze worden voorgeschreven door artsen verbonden of aangesloten bij deze centra.

Omdat het begrip `aangesloten' tot op heden niet gereglementeerd is, zou het publiceren van de terugbetalingsmodaliteiten neerkomen op het uitsluiten van artsen die niet aan de bewuste centra verbonden zijn. Hun patiënten zouden dan immers niet meer in aanmerking komen voor tegemoetkoming in deze behandeling.

In samenwerking met het RIZIV bereiden mijn diensten een besluit voor dat niet alleen de modaliteiten van aansluiting regelt maar ook de rechten en plichten van de aangesloten centra en artsen. Het besluit zal onder meer de verplichting inhouden pertinente gegevens te registreren. Via dit besluit zullen de patiënten dus bij hun behandelende arts kunnen blijven. De prijsdaling met 12% zal van toepassing zijn van zodra de nieuwe terugbetalingsmodaliteiten gepubliceerd zijn.

We hebben de inwerkingtreding van de maatregel dus hoegenaamd niet bewust vertraagd, integendeel.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Dat laatste durf ik te betwijfelen, gezien ook de centra ervan uitgingen dat de maatregel, volgens het akkoord dat in november werd gesloten, op 1 januari van kracht zou worden. Op dit ogenblik heerst er grote onzekerheid. Artsen weten niet met welke medicatie ze de vruchtbaarheidsbehandeling kunnen opstarten of wat de kostprijs zal zijn, voor het centrum, voor het RIZIV, maar vooral ook voor de patiënt. Misschien was het wel mogelijk om vanaf 1 januari een maatregel in werking te laten treden voor de behandelingen die worden uitgevoerd in de vruchtbaarheidscentra zelf, om daarna aan de uitbreiding te beginnen naar artsen die verbonden zijn met de gespecialiseerde centra.

Het gaat hier weer eens om één van die paarse beloften die niet op het verwachte tijdstip worden ingelost.

De heer Rudy Demotte, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. - Dat is een politiek standpunt waarmee ik het niet eens ben.