3-137 | 3-137 |
De voorzitter. - De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister, antwoordt namens de heer André Flahaut, minister van Landsverdediging.
Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Sommige orkestwerken vergen een grote bezetting. Elke orkestintendant beschikt over een lijst van musici die de normale orkestbezetting kunnen aanvullen. Dat is zeer gewoon in muziekmiddens. Voor heel wat musici is dat overigens een mooie bijverdienste.
Dat het Nationaal Orkest van België zich voor de uitvoeringen van Richard Strauss' Eine Alpensinfonie op bijkomende muzikanten moest beroepen, is normaal. De componist schreef dit magistrale werk immers voor een zeer grote orkestbezetting met onder meer een bijzonder ruim aantal koperblazers.
Minder normaal is dat de minister van Landsverdediging het Nationaal Orkest voor deze uitvoeringen toezegde hoornisten van de Muziekkapel van de Gidsen en trompettisten en bazuinspelers van de Muziekkapel van de Marine ter beschikking te stellen zonder aanvullende bezoldiging en/of weekendvergoeding.
Waarom heeft de minister voormelde musici ertoe verplicht een orkest te versterken? Dat gebeurde tijdens normale militaire diensturen; vrijdag 9 september was een werkdag. Het ensemble behoort weliswaar tot de Kanselarij van de Eerste Minister en wordt bijgevolg hoofdzakelijk door de federale overheid betoelaagd, maar toch gebeurde de outsourcing zonder de musici een overigens belastbare vergoeding of een andere vorm van compensatie te geven.
Heeft de minister hiermee geen gevaarlijk precedent in het leven geroepen dat rechtstreeks schade berokkent aan de militaire musici en onrechtstreeks aan de burgermusici die normaal worden aangezocht?
De heer Vincent Van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de eerste minister. - Meerdere muzikanten van de Koninklijke Muziekkapellen van Defensie hebben inderdaad het Nationaal Orkest van België, het NOB, versterkt voor twee concerten die op 9 en 11 september in Brussel werden gegeven.
Het NOB heeft een aanvraag ingediend bij de Staf van de Koninklijke Muziekkapellen van Defensie. Door op het verzoek in te gaan komen die muziekkapellen tegemoet aan een van hun doelstellingen, namelijk een opening creëren naar de civiele muzikale wereld en zowel op artistiek als op materieel vlak samenwerken met de orkesten en de conservatoria van het land.
Aangezien het NOB een parastatale instelling van het type B is, kan er van deloyale concurrentie geen sprake zijn. Het gaat immers om de samenwerking tussen twee entiteiten van de federale overheid.
Alle prestaties maakten deel uit van een contract tussen het NOB en het departement van Defensie. De militaire muzikanten hebben vergoedingen ontvangen voor de verplaatsingen en de weekendprestaties. De verklaringsverbintenis van 28 juli 2005 bepaalt immers dat de begunstigde zich garant stelt voor de terugbetaling aan het ministerie van Defensie van de vergoeding van de muzikanten en van hun verplaatsingskosten van de kazerne naar de concertzaal.
Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - Blijkbaar heeft de minister een contract gesloten met het NOB. Dat is een zeer merkwaardige werkwijze. De minister stuurt zijn muzikanten erop uit om vriendendiensten te bewijzen zonder de betrokken musici te horen. Dat kan misschien een precedent scheppen voor de uitbesteding van ander personeel van Defensie.