3-132

3-132

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 10 NOVEMBER 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Hugo Vandenberghe aan de vice-eerste minister en minister van Justitie en aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over «de grote hoeveelheid aan drugsgeld in omloop in België» (nr. 3-1111)

De voorzitter. - Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw, antwoordt namens mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en minister van Justitie.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - In ons land circuleert ongehinderd minstens 1,3 miljard euro drugsgeld. De federale politie en de antiwitwascel kunnen het niet meer opsporen omdat de criminelen de banken mijden en nog enkel werken met contant geld. De politie roept alle economische sectoren op extra waakzaam te zijn voor grote hoeveelheden baar geld.

Net als in Nederland worden in ons land opmerkelijk veel synthetische drugs gemaakt. België is ook een doorvoerland voor cocaïne. Volgens de directie bestrijding van de economische en financiële criminaliteit circuleert in België 1,3 miljard euro aan drugsgeld. Het geld bestaat vooral uit zeer kleine coupures en heeft zijn weg gevonden naar een alternatief circuit van cash geld, waar de controleorganen geen of te weinig vat op hebben.

Om het verkeer van baar crimineel geld te bestrijden, startte genoemde directie in 2003 het project `Cash Watch'. Tijdens het eerste jaar werd vooral gewerkt op de luchthaven van Zaventem en werd 2,75 miljoen euro in beslag genomen. Maar vorig jaar waren er andere prioriteiten en is het project minder opgevolgd.

De directie bestrijding financiële criminaliteit wijst op de grote moeilijkheden om verdacht geld te controleren. Het is niet altijd evident om de douane, de lokale politie en de bewakingsdiensten alert te maken voor grote hoeveelheden cash die in omloop zijn. Bovendien zijn er ook grote commerciële belangen in het spel.

Graag had ik van de minister vernomen hoe het bedrag aan drugsgeld dat in omloop is in ons land, wordt vastgesteld. Is genoemd cijfer exact of gaat het om een schatting? Hoe wil de regering de drugsgeldstroom een halt toeroepen? Acht de minister het niet wenselijk om het project `Cash Watch' beter op te volgen?

Mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand en Landbouw. - Exacte cijfers omtrent de opbrengsten van verkoop van drugs in België zijn niet voorhanden.

Het cijfer van 1,3 miljard euro dat aan drugsgeld in België zou circuleren is het resultaat van een extrapolatie van cijfers afkomstig van de Verenigde Naties.

De totale wereldwijde omzet van de drugsmarkt wordt geraamd op 266 miljard euro waarvan 177 miljard euro toegeschreven wordt aan de opbrengsten van de straatverkoop van drugs. Binnen dit contingent wordt het aandeel van Europa becijferd op 33% of ongeveer 59 miljard euro. Rekening houdend met 10 miljoen Belgen tegenover 450 miljoen Europeanen betekent dat een bedrag van 1,3 miljard euro.

Met dat cijfer moet uiteraard omzichtig worden omgegaan.

De strijd tegen de circulatie van drugsgeld wordt vooral geleverd in het kader van de anti-witwaswetgeving. België beschikt reeds sinds 1993 over een anti-witwaswet die nog aangescherpt werd door de wet van 12 januari 2004.

Op grond van die wetgeving bestaat er een meldingsplicht in hoofde van een aantal instellingen en beroepen ten voordele van de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI).

Uit de evolutie van de dossiers tussen 2000 en 2004 blijkt dat het aantal dossiers dat werd aangemeld en waarvoor een relatie met de drugshandel werd vermoed, met bijna twee derden is gedaald. Die daling was sterker dan de daling die voor het totale aantal aangemelde dossiers kan worden vastgesteld. Dat zou kunnen betekenen dat het criminele milieu bewuster is geworden van het risico op detectie waardoor de meldingsplichtige instellingen en beroepen worden vermeden. Een andere gedeeltelijke verklaring ligt ongetwijfeld ook in de vermindering van het aantal wisseltransacties ten gevolge van de invoering van de euro. Hierdoor valt de kans op detectie ter gelegenheid van een wisseltransactie weg.

Dat neemt niet weg dat door de wet van 12 januari 2004 bijkomende maatregelen werden ingevoerd met het oog op de reglementering van het contant geldverkeer. Zo mag bijvoorbeeld de prijs van de verkoop van een onroerend goed enkel vereffend worden door middel van overschrijving of cheque behalve voor een bedrag tot 10% van de verkoop en voor zover dat niet meer bedraagt dan 15.000 euro. Zo werd ook vastgelegd dat de prijs van de verkoop door een handelaar van een goed ter waarde van 15.000 euro of meer niet meer in contanten mag worden vereffend.

Binnen de Raad van Europa werd in juli 2005 de reglementering aangenomen dat binnen de betrokken Europese landen aangifte moet worden gedaan van in- of uitvoer van contante sommen vanaf 10.000 euro en meer.

Het `Cash Watch' project dat in maart 2003 werd opgestart loopt nog steeds in samenwerking met de lokale politie en de GDA Brussel/Asse. Er werden eveneens initiatieven genomen om dit project uit te breiden naar de andere luchthavens. Dit staat naast de opleiding en sensibilisering van de verschillende diensten die werkzaam zijn op onze luchthavens.

Het is juist dat in 2004 minder geld in beslag werd genomen dan in 2003. Dit mag evenwel niet toegeschreven worden aan een gebrek aan belangstelling. Zo mag bijvoorbeeld het faillissement van Sabena en de invloed ervan op een aantal rechtstreekse bestemmingen alsmede op het aantal getransporteerde passagiers niet uit het oog worden verloren bij de interpretatie van de resultaten.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik stel vast dat het cijfer van 1,3 miljard euro het resultaat is van een statistische bewerking en niet onderbouwd is door dossiers.

In feite staan we voor een blinde vlek. Uit de enorme hoeveelheden drugs die in beslag worden genomen, kunnen wel bepaalde conclusies worden getrokken. Uit rapporten blijkt dat een belangrijk circuit door drugsgeld wordt gefinancierd. De bestrijding hiervan vergt echter een adequaat uitgerust bestuur. Maar gelet op de afwezigheid van de minister van Justitie, kan de discussie daarover nu niet worden gevoerd.