3-130 | 3-130 |
De voorzitter. - Ik stel voor de vraag om uitleg van mevrouw Nyssens en de mondelinge vragen van mevrouw Thijs en mevrouw Talhaoui samen te voegen. (Instemming)
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Het gemeentelijk migrantenstemrecht maakt het voor migranten afkomstig van buiten de Europese Unie mogelijk om te stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Voorwaarde is dat zij kunnen aantonen dat zij al vijf jaar in België hun hoofdverblijfplaats hebben. De regering wil nu de wet wijzigen om aan die voorwaarde toe te voegen dat dit verblijf `wettig' moet zijn. Dat is een onmisbare aanvulling, maar ze is bijzonder onduidelijk.
Het Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding merkt terecht op dat er geen definitie van `wettig verblijf' bestaat.
Volgens de vreemdelingenwet kan op verschillende wijzen een verblijfsrecht aan vreemdelingen in ons land wordt toegekend. Dit kan een verblijf van langer dan drie maanden zijn conform de artikelen 9, 10 en 10bis van de vreemdelingenwet, een verblijf van onbeperkte duur conform artikel 15 van de vreemdelingenwet of de erkenning als vluchteling volgens artikel 49 van de vreemdelingenwet. Toch blijft er onduidelijkheid over het verblijfsstatuut van hen die zich overeenkomstig de artikelen 50 en 51 van de vreemdelingenwet al jaren voorwaardelijk in ons land bevinden.
Wat is het standpunt van de regering hierover?
Acht de regering het nodig het begrip `wettig verblijf' nader te bepalen om meer rechtszekerheid en duidelijkheid te scheppen met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen van 2006?
Hoe zal de regering dat organiseren? Hoe zal ze de betrokkenen duidelijk maken dat ze kiesrecht hebben? Hoe kunnen ze dat aanvragen? Welke documenten zullen daarvoor beschikbaar zijn?
Volgens ons mag vanaf een jaar vóór de verkiezingen niet meer aan de kieswetten worden gesleuteld. We denken dus dat het belangrijk is om zo snel mogelijk een standpunt in te nemen. In de Kamer diende Jo Vandeurzen op 20 april 2004 een wetsvoorstel in om het begrip `wettig verblijf' te verduidelijken. Graag had ik de mening van de regering hieromtrent.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - Ik had mijn vraag vorige week al ingediend, maar de actualiteit heeft mij deze week ingehaald. Ik heb onder meer een aantal vragen die aansluiten bij die van mevrouw Thijs.
We weten dat de vreemdelingen van buiten de EU zich net zoals de EU-onderdanen voor hun kiesrecht zullen moeten laten registreren maar dat ze, in tegenstelling tot de EU-onderdanen, een verklaring zullen moeten afleggen waarin ze zich ertoe verbinden de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden na te leven.
De ervaring met de verkiezingen van de Moslimraad en Moslimexecutieve leert ons dat er zich zonder een tijdige informatie- of sensibiliseringscampagne maar heel weinig nieuwe kiezers aanmelden.
Hoe wordt het wettig verblijf omschreven? Wat moeten we verstaan onder een verblijf van vijf jaar? Geldt dat ook voor mensen die een asielprocedure hebben gevolgd? Vanaf welk tijdstip wordt die vijf jaar geteld?
Hoe zal de minister praktisch te werk gaan in verband met de loyaliteitsverklaring over de naleving van de grondrechten? Op welke manier zal deze verklaring afgelegd moeten worden en hoe zullen de gemeenten zich daar op voorbereiden?
Geldt de uitbreiding van het kiesrecht ook voor de districtsraadsverkiezingen in Antwerpen?
Zal de minister tijdig een voorlichtings- en sensibiliseringscampagne organiseren voor alle niet-Belgen zodat zij aan deze verkiezingen kunnen deelnemen?
Mme Clotilde Nyssens (CDH). - Je voulais développer, cet après-midi, une demande d'explications portant sur le même sujet. Je m'associe donc aux questions posées en apportant une précision et en posant une question.
Une modification du texte s'impose, car celui-ci comprend le terme « résidence » qui, selon l'arrêt de la Cour de cassation du 16 janvier 2004, ne comprend pas la condition de légalité du séjour.
Si un étranger se présente aujourd'hui dans son administration communale pour s'inscrire et y faire la déclaration en question, l'employé communal lui répondra que cette démarche est prématurée. Étant donné la proximité des élections communales, il est grand temps d'informer le public des formalités à accomplir. Comment les communes s'y prendront-elles ?
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - Ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie dat heeft geleid tot een interpretatieve bepaling in het wetboek van de Belgische nationaliteit, heeft de regering een wijziging voorgesteld van de gemeentekieswet zoals gewijzigd bij de wet van 19 maart 2004.
Deze wijziging die weldra in het Parlement wordt besproken, komt erop neer dat het 5 jaar ononderbroken verblijf in België waarop de niet-Europese vreemdeling zich moet beroepen om op de kiezerslijst van zijn gemeente te worden ingeschreven, gedekt moet zijn door een wettelijke verblijfstitel. De Raad van State heeft over deze wijziging geen opmerkingen gemaakt.
Onder wettelijk verblijf in België verstaat men het verblijf van de vreemdeling die over een wettelijke verblijfstitel in België beschikt. Een verblijfstitel moet ofwel een recht op vestiging aantonen, ofwel een machtiging om voor een onbepaalde of bepaalde duur in het Koninkrijk te verblijven. Het gaat dus om de vreemdelingen die in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven.
De regeling, die in het wetsontwerp houdende diverse bepalingen is opgenomen, is bijgevolg niet willekeurig. De categorieën zijn duidelijk omschreven: het gaat om vreemdelingen die in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister zijn ingeschreven. De voorwaarde van 5 jaar ononderbroken hoofdverblijf in ons land moet zijn vervuld op het ogenblik dat betrokkene zijn aanvraag indient.
Voor de uitvoering van artikel 1ter van de gemeentekieswet moet de regering drie besluiten nemen: een koninklijk besluit tot vaststelling van het model van de aanvraag die de niet-Belgische burgers van buiten de EU die hun hoofdverblijfplaats in België hebben gevestigd, moeten indienen in de gemeente van die hoofdverblijfplaats als ze wensen ingeschreven te worden op de kiezerslijst; een koninklijk besluit tot bepaling van de wijze waarop de erkenning van de aanvraag ingeschreven wordt in de bevolkingsregisters; een ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de beslissing waarbij het college van burgemeester en schepenen de aanvraag ofwel erkent, ofwel verwerpt.
Deze besluiten werden goedgekeurd door de ministerraad van 24 juni. Ze kunnen nog niet worden bekengemaakt omdat het KB tot vaststelling van het model van de aanvraag preciseert wat moet worden verstaan onder 5 jaar ononderbroken hoofdverblijfplaats in België. Het KB kan niet worden bekendgemaakt zolang de gemeentekieswet in die zin niet is aangepast. Die aanpassing is opgenomen in het wetsontwerp houdende diverse bepalingen.
Ik heb gisteren in de Kamer verklaard dat het wetsontwerp houdende diverse bepalingen en de koninklijke besluiten die klaar zijn, als één pakket aan de commissie zullen worden voorgelegd. Zodoende is de commissie tegelijk op de hoogte van de voorgenomen wetswijziging, de KB's en het ministerieel besluit.
Op het aanvraagformulier om als kiezer te worden ingeschreven staat een vermelding waarbij de niet-Belgische burger van buiten de Europese Unie zich ertoe verbindt de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden na te leven. Zoals artikel 1ter bepaalt wordt aan de aanvrager een attest van die verklaring overhandigd waarvan het model bij koninklijk besluit is vastgelegd. Als de vreemdeling van verblijfplaats verandert, dan kan de nieuwe gemeente van verblijf hem vragen dit attest voor te leggen.
Overeenkomstig artikel 86 van de Gemeentekieswet, gewijzigd bij de wet van 19 maart 2004, zullen de niet-Europese vreemdelingen die ingeschreven zijn op de kiezerslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen eveneens voor hun districtsraad kiezen.
De federale overheid is niet langer bevoegd voor de organisatie van de gemeente- en provincieraadsverkiezingen. De gemeenten moeten hun burgers alle pertinente informatie verstrekken zodra de wet en de bovengenoemde uitvoeringsbesluiten in het Belgisch Staatsblad zullen zijn gepubliceerd.
Ten slotte herinner ik eraan dat de niet-Europese vreemdelingen hun aanvraag tot inschrijving op de kiezerslijsten tot 31 juli 2006 kunnen indienen.
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - De minister stelt dat het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag moet oordelen. In kleine gemeenten zal dat iets gemakkelijker zijn, maar in steden als Antwerpen, Gent of Brussel kunnen problemen rijzen omdat zich daar veel personen kunnen aanmelden. Zal de federale overheid de gemeenten ondersteuning bieden?
Als hier in het Parlement al een heel debat wordt gevoerd over de definitie van een `wettig verblijf', hoe moeten de gemeenten daar dan over oordelen? Er zijn immers verschillende manieren om in ons land te verblijven.
Mevrouw Fauzaya Talhaoui (SP.A-SPIRIT). - Ik stel mij dezelfde vraag. Ik herinner me dat we tijdens de vorige regeerperiode in de Kamer urenlang hebben gedebatteerd over het begrip `wettig verblijf', ook al had de Raad van State ons referentiepunten aangereikt. Ik vrees dat heel de discussie weer de kop zal opsteken.
De minister antwoordt dat de koninklijke besluiten zullen worden opgenomen in het wetsontwerp houdende diverse bepalingen. Ik hoop dat dit vlug zal gebeuren. Als het de bedoeling is dat het Vlaams Gewest een informatie- en sensibiliseringscampagne organiseert, dan moeten Kamer en Senaat dit dossier tijdig afronden.
Mme Clotilde Nyssens (CDH). - Dans le passé, monsieur le ministre, les électeurs non européens ont reçu dans leur boîte aux lettres un document qui expliquait la démarche. Avez-vous l'intention d'en faire autant, en prévoyant une information nationale ?
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - De wetgeving die wordt geremedieerd is tot stand gekomen via een parlementair initiatief.
Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Inderdaad, maar hoe!
De heer Patrick Dewael, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - Dat is de verantwoordelijkheid van het Parlement. Alleszins heeft de regering vastgesteld dat over de notie `wettig verblijf' onduidelijkheid is ontstaan, onder meer ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie waarvan sprake.
De regering wil dit verhelpen omdat rechtszekerheid van essentieel belang is. In sommige communiqués wordt een legaal verblijf geïnterpreteerd als een verblijf van al die personen die niet illegaal in ons land verblijven. Die interpretatie ligt alleszins niet in de lijn van de door het Parlement goedgekeurde teksten. Via het ontwerp houdende diverse bepalingen willen we de rechtszekerheid dan ook herstellen.
Mevrouw Thijs is van oordeel dat het voor kleinere gemeenten niet gemakkelijk is. Ofwel gaat het om een gele kaart, de identiteitskaart voor vreemdelingen, ofwel om een witte kaart, die wordt verleend aan iemand die voor een beperkte of onbeperkte duur is ingeschreven in het vreemdelingenregister. Deze werkwijze lijkt me eenvoudig hanteerbaar en gemakkelijk te controleren.
Als het ontwerp houdende diverse bepalingen ter bespreking voorligt, kunnen de door de regering reeds goedgekeurde ontwerpen van KB ter informatie aan het Parlement worden meegedeeld.
Het behoort tot de bevoegdheid van de Gewesten om de gemeente- en provincieraadsverkiezingen te organiseren, met alle gevolgen die dat impliceert.