(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
In een antwoord van de geachte minister op mijn mondelinge vraag 3-633 (Parlementaire Handelingen 3-104 van 24 maart 2005, blz. 25) over de diversiteit binnen justitie gaf de geachte minister te kennen dat zij beseft dat er een reëel probleem bestaat wat betreft de aanwerving van personen van vreemde origine. De doelstellingen in het managementplan van de FOD Justitie, evenals de concrete acties om de aanwerving van personen van vreemde origine te stimuleren, zijn duidelijk, correct en nobel maar helaas ook weinig proactief. De aanpak via een netwerk duurt volgens mij veel te lang en de bereidheid om stages te organiseren betekent helaas niet dat dit ook gebeurt. Verschillende factoren spelen hier mee : de groep afgestudeerde personen van vreemde origine groeit sterk en is ongeduldig om aan het werk te gaan, de tewerkstellingsgraad van allochtonen in overheidsfuncties is laag en zou een voorbeeld moeten zijn voor de privé-sector en last but not least : de informatie over vacatures bereikt hen nu onvoldoende. Verder maak ik de nuchtere vaststelling dat mensen van allochtone oorsprong, wanneer zij in contact komen met het gerecht, geen rechters en andere magistraten aantreffen met de nodige culturele, hedendaagse bagage. Justitie moet zo snel mogelijk een afspiegeling van onze samenleving worden zodat mensen zich ook in justitie kunnen herkennen.
Vandaar volgende vragen aan de geachte minister :
1. Kan zij cijfers verstrekken over het aantal ambtenaren van allochtone origine, zowel binnen de FOD Justitie als bij de staande en de zittende magistratuur ? Gezien mij ter ore is gekomen dat het parket van Brussel slechts één stagiaire telt, van Aziatische oorsprong, kan zij concrete cijfers geven van het aantal rechters, substituten, referendarissen, parketjuristen, griffiers, secretarissen en contractuele juristen van allochtone oorsprong ?
2. Aangezien openbare ambten best een afspiegeling zijn van onze samenleving, heeft zij een concreet initiatief om een informatie- of sensibiliseringscampagne op te zetten om versneld en via een absoluut nodige inhaalbeweging meer « diversiteit » te rekruteren ?
Antwoord: 1. Er zijn geen cijfers gekend over de (allochtone) herkomst van de magistraten of over de andere functies binnen de rechterlijke orde (referendarissen, parketjuristen, griffiers, secretarissen). In de bestaande wervingsprocedures vastgelegd in het gerechtelijk wetboek is dit gegeven immers niet relevant. Elke kandidaat die voldoet aan diploma- en anciënniteitvereisten kan deelnemen aan desbetreffende wervingsexamens, zonder onderscheid naar etnische herkomst.
2. De examens voor betrokken functies worden publiek aangekondigd. Wat betreft de ambten in de magistratuur en voor de referendarissen en de parketjuristen behoort de organisatie van de examens trouwens tot de bevoegdheid van de Hoge Raad voor de Justitie.
In elk geval wordt, behoudens de officiële bekendmakingen, steeds meer aandacht besteed aan alternatieve informatiekanalen (dagbladen, brochures, web-site, deelname van de Fod Justitie aan informatiedagen, ...). Deze inspanningen zullen blijvend worden verder gezet omdat communicatie en transparantie noodzakelijk en transparantie noodzakelijk zijn om gelijkheid te waarborgen.
Deze informatie wordt nu algemeen verstrekt. De aanduiding van ambtenaren beslast voor diversiteit en gelijken kansen, in uitvoering van het geïntegreerd managementplan, moet toelaten te bepalen op welke terreinen en voor welke doelgroepen gerichte initiatieven zich zouden opdringen.