Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-41

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans


Minister van Middenstand en Landbouw

Vraag nr. 3-2547 van de heer Vandenberghe H. d.d. 27 april 2005 (N.) :
Federale overheidsdiensten. — Beroep op advocaten.

De tekst van deze vraag is dezelfde als die van vraag nr. 3-2542 aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken, die hiervoor werd gepubliceerd.

Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vraag.

1. Deontologisch gezien acht ik mij niet gemachtigd de namen te noemen van de advocaten aan wie de verdediging van de federale overheidsdiensten wordt toevertrouwd.

Een meer gedetailleerd antwoord wordt gericht aan het geachte lid, met kopie aan de Griffie (1) .

2. Er wordt rekening gehouden met tal van keuzecriteria :

a) de bevoegde rechtbank ratione materiae en ratione loci,

b) de eerbiediging van de deontologische regels van andere advocaten die reeds door andere partijen werden geraadpleegd,

c) het financieel belang voor verschillende departementen die voor dezelfde zaak een gemeenschappelijke advocaat moeten kiezen,

d) de wens van andere partijen die dezelfde belangen hebben als de Belgische staat,

e) het verregaand gespecialiseerd karakter van een zaak,

f) de bekende ervaring van een advocaat voor een bepaald type van geschillen,

g) het feit dat verschillende opeenvolgende geschillen met elkaar verwant zijn.

Al deze criteria zijn zoveel pertinenter voor de doeltreffende verdediging van de belangen van de Belgische Staat dan het strikt beroep op de mededinging. Bovendien vereist de hoogdringendheid eigen aan het gerechtelijk of administratief kortgeding de aanwijzing van advocaten binnen uiterst korte termijnen.

3. De federale overheidsdienst Economie, KMO Middenstand en Energie heeft nooit een beroep gedaan op de techniek van het abonnement.

4. De aanwijzing van advocaten stemt weinig overeen met het dwingend karakter van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten.

Er dient evenwel te worden onderstreept dat de bovenvermelde redenen voor het merendeel beantwoorden aan de criteria in aanmerking genomen door de wetgever ter rechtvaardiging van het gebruik van de onderhandelingsprocedure besproken in het artikel 17, § 2, 1º, a) (gering bedrag), c) (dringend karakter), f ) (specificiteit), 2º a) (aanvullende diensten), § 3, 2º (onmogelijkheid om vooraf een globale prijs te bepalen) van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

Indien het bijna altijd onmogelijk is om de kosten te ramen voor de tussenkomst van een advocaat bij geschillen die voor de hoven en rechtbanken worden gebracht, daar die afhangen van de plichten die hij zal moeten vervullen naarmate de procedure vordert, met inbegrip van de eventuele mogelijkheden tot beroep, heeft de FOD zijn advocaten reeds verzocht hun uurtarieven mee te delen, zonder dat dit evenwel als een doorslaggevend criterium wordt beschouwd.


(1) De door het geachte lid gevraagde gegevens werden hem rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.