3-110

3-110

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 APRIL 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Stefaan Noreilde aan de minister van Werk over «de discriminatie van studenten-stagiairs in de arbeidsongevallenwet» (nr. 3-788)

De voorzitter. - De heer Renaat Landuyt, minister van Mobiliteit, antwoordt namens mevrouw Freya Van den Bossche, minister van Werk.

De heer Stefaan Noreilde (VLD). - De arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 is niet van toepassing op onbezoldigde stagiairs die in het raam van hun studieprogramma stage lopen in een bedrijf. Studenten zijn wel verzekerd voor beroepsziekten. Het Arbitragehof oordeelde in zijn arrest van 16 november 2004 dat dit een discriminatie is en een schending van de Grondwet inhoudt. De minister verklaarde zich bewust te zijn van dit probleem.

Arbeidsongevallen van stagiairs worden momenteel verzekerd door de gewone schoolverzekering, die echter ontoereikend is ingeval van een blijvend of dodelijk letsel. De minister antwoordde midden januari op een vraag van volksvertegenwoordiger D'hondt dat met de betrokken instellingen en de sociale partners naar een oplossing zal worden gezocht. Een langdurige rechtsonzekerheid echter, dreigt ervoor te zorgen dat ondernemingen na het arrest van het Arbitragehof zullen aarzelen om nog stagiairs te aanvaarden.

Heeft de Minister de diverse betrokken partijen reeds samengebracht? Zo ja, wie zat er rond de tafel en wat is de stand van zaken? Zoniet, wanneer is de minister van plan dit te doen? Welke timing houdt de minister aan om tot een definitieve oplossing te komen?

Hoe ziet de minister de sleutel inzake de financiering? Zal ze trachten de departementen van onderwijs te overtuigen om deze regeling te financieren?

De heer Renaat Landuyt, minister van Mobiliteit. - Minister Van den Bossche geeft namens haarzelf antwoord voor zover het gaat over het Fonds voor Arbeidsongevallen en ook namens minister Demotte voor zover het gaat over het Fonds voor Beroepsziekten.

Ze hebben zich over het probleem gebogen en zullen hun standpunt bepalen tijdens de eerstkomende bijeenkomst van de Beheerscomités van de beide instellingen in de maand mei.

Minister Van den Bossche zal verder het arrest van het Arbitragehof en de inhoud van de voorstellen van de beide Beheerscomités analyseren, zodra ze bij haar zijn toegekomen, en vervolgens haar beslissing nemen. De twee ministers willen in geen geval over één nacht ijs gaan.

De heer Stefaan Noreilde (VLD). - De tijd loopt en we staan blijkbaar niet veel verder. Ik wacht af wat de minister einde mei zal beslissen en zal haar dan zeker opnieuw interpelleren.