3-108

3-108

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 21 APRIL 2005 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Hugo Vandenberghe aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven over «de aanstelling van Amerikaanse advocatenkantoren door overheidsbedrijven» (nr. 3-764)

De voorzitter. - De heer Bruno Tobback, minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen, antwoordt namens de heer Johan Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Bij nazicht blijkt dat een aantal overheidsbedrijven zich bij grote transacties laten bijstaan door Amerikaanse advocatenkantoren.

Ik kan ter zake verwijzen naar volgende voorbeelden.

Bij de privatisering van BIAC werd de vennootschap bijgestaan door het kantoor Freshfields Bruckhaus Deringer. De Belgische staat werd als aandeelhouder bijgestaan door het kantoor Cleary, Gottlieb, Steen & Hamilton. De verkoop van de aandelen van BIAC was één van de laatste grote privatiseringsoperaties van de federale overheid en had betrekking op een bedrag van 735 miljoen euro. De Belgische staat zou 352 miljoen euro aan de transactie hebben verdiend.

De spoorontsluiting van de nationale luchthaven zou klaar zijn tegen december 2010. De kostprijs voor een vlotte bereikbaarheid per trein wordt op 500 miljoen euro begroot, waarvan de privé-sector de helft zou financieren. Infrabel, eigenaar en beheerder van het Belgische spoornet, zou met het oog op het sluiten van een akkoord met de privé-sector worden bijgestaan door het kantoor Cleary Gottlieb Steen & Hamilton.

Voor de begeleiding van het strategisch project van De Post, dat onder meer de zoektocht naar een partner inhoudt, wordt opnieuw een beroep gedaan op het kantoor Cleary Gottlieb Steen & Hamilton.

Eurostation deed in het kader van haar vastgoedtransacties een beroep op Clifford Chance.

Het is zeker niet mijn bedoeling de expertise van de betrokken advocatenkantoren in twijfel te trekken. In vele gevallen doen deze kantoren trouwens een beroep op een Belgische advocaat die zeer vertrouwd is met het Belgisch recht. Desalniettemin wekt het enige verwondering dat de overheid de Belgische kantoren niet bekwaam acht om voor haar op te treden.

Moet de wet op de overheidsopdrachten bij de aanstelling van juridisch adviseurs niet worden nageleefd?

Welke criteria hanteert de overheid voor de selectie van advocatenkantoren bij de zogenaamde grotere transacties, waarvan ik enkele voorbeelden heb gegeven?

Wordt de keuze van Amerikaanse advocatenkantoren mede bepaald door een gebrek aan knowhow bij de Belgische of Europese advocatenkantoren?

Hanteren de Amerikaanse kantoren dezelfde tarieven als Belgische en Europese kantoren? Of worden ze precies uitgekozen omdat ze veel hogere tarieven aanrekenen?

Worden er ereloonafspraken gemaakt?

Welk uurtarief wordt daarbij gehanteerd?

De heer Bruno Tobback, minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen. - De vraag van de heer Hugo Vandenberghe bevat al een deel van het antwoord, namelijk dat de overheidsbedrijven waarnaar hij verwijst doorgaans worden bijgestaan door Belgische advocaten, die weliswaar als gevolg van fusies binnen de advocatuur deel uitmaken van een Belgisch kantoor van een Britse of Amerikaanse advocatenfirma. Dat is echter niet altijd zo. De Post bijvoorbeeld doet in het huidige project voor het opzetten van partnerschap een beroep op het kantoor Eubelius dat voor zover we weten niet verbonden is aan een buitenlands kantoor.

De keuze is in ieder geval niet gebaseerd op het feit of het kantoor Amerikaans, Brits of Belgisch is, maar veeleer op de knowhow voor een bepaald soort transacties. In eerste instantie wordt gekozen voor de knowhow van de Belgische advocaten van deze firma's, in combinatie met de vertrouwdheid met internationale markten.

In het enige van de door de heer Vandenberghe opgesomde gevallen waarin het advocatenkantoor mede door de overheid is aangeworven, namelijk de verkoop van aandelen van BIAC, beschikte het kantoor in kwestie over een unieke expertise, onder meer wegens de kennis die het al eerder in dat dossier had opgedaan. Die expertise en het gegeven dat de meeste andere kantoren die over vergelijkbare ervaring en knowhow beschikken doorgaans worden aangeworven door de kandidaat-kopers, hebben ertoe geleid dat de Inspectie van Financiën nooit bezwaren heeft geuit tegen dit soort contracten en er bovendien in zijn advies doorgaans op wijst dat de overheid met gelijke wapens moet kunnen strijden in haar onderhandelingen met kandidaat-kopers. Het uurtarief dat de overheid betaalt, ligt zeker niet hoger dan het tarief dat de advocatenkantoren zonder Amerikaanse banden aan de kandidaat-kopers vragen. Bovendien zou de overheid ook een aanzienlijke korting hebben verkregen van het advocatenkantoor in kwestie.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Het antwoord is zeer ontgoochelend. Op alle delicate vragen ontwijkt de minister de moeilijkheden. Ik heb in de eerste plaats gevraagd waarom de wet op de overheidsopdrachten niet wordt toegepast. Die moet voor de geringste aankoop worden toegepast.

Ik twijfel er niet aan dat de gekozen kantoren de nodige knowhow hebben, maar ik betwist dat zij alleen die hebben. De nationale of Europese kantoren moeten bovendien ook de gelegenheid krijgen om knowhow te verwerven, zoniet ontstaan er monopolieposities.

Ik heb niet gehoord om welke redenen de wet op de overheidsopdrachten niet wordt toegepast. Ik heb evenmin iets vernomen over de kostprijs, behalve dat de kantoren waarop een beroep wordt gedaan dezelfde prijs zouden hanteren als de Belgische kantoren.

Dit antwoord verplicht ons bij het Rekenhof de facturen te consulteren en op de zaak terug te komen.