Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-32

ZITTING 2004-2005

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 3-1199 van de heer Noreilde d.d. 28 juli 2004 (N.) :
Verkiezingen. — Organisatie. — Kostprijs.

Op 13 juni 2004 vonden de Vlaamse en Europese verkiezingen plaats. Verschillende mensen werden opgeroepen om op de dag van de verkiezingen zelf mee te helpen aan de organisatie van de democratie en hun burgerplicht te vervullen door de functie van voorzitter, bijzitter of secretaris op te nemen in de stembureaus, stemopnemingsbureaus, ... Een aantal onder hen weigerde de functie waarvoor zij waren opgeroepen of kwamen niet opdagen.

1. Hoeveel burgers werden opgeroepen om de verkiezingen te helpen organiseren ?

2. Kan de geachte minister dit aantal uitsplitsen naar de functie die deze burgers hebben opgenomen ?

3. Wat is de totale kostprijs van de organisatie van de verkiezingen ?

Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid de onderstaande antwoorden te verstrekken op zijn vragen.

1. Bij de verkiezingen van 13 juni 2004 voor het Europese Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden zijn er 10 512 stembureaus (3 833 met geautomatiseerde stemming en 6 679 met traditionele stemming) en 4 427 stemopnemingsbureaus (2 214 stemopnemingsbureaus A voor het Europese Parlement en 2 213 stemopnemingsbureaus B voor de Vlaamse Raad of Waalse Gewestraad) geïnstalleerd in de Belgische gemeenten.

Er hebben 97 300 burgers effectief gezeteld in bovenvermelde kiesbureaus. Hiernaast zijn er ook nog een aantal burgers opgeroepen om in de kieshoofdbureaus te zetelen op het niveau van het kieskanton, de kieskring, de provincie of het college. In deze kieshoofdbureaus (3 collegehoofdbureaus, 11 provinciehoofdbureaus, 20 kieskringhoofdbureaus, 62 geautomatiseerde kantonhoofdbureaus, 146 traditionele kantonhoofdbureaus A en 146 traditionele kantonhoofdbureaus B) hebben er effectief 2 328 leden gezeteld. In het totaal hebben dus 99 628 burgers als leden in de kiesbureaus de verkiezingen van 13 juni 2004 daadwerkelijk helpen organiseren.

2. Het principe is dat elk kiesbureau samengesteld wordt uit een voorzitter, vier bijzitters en een secretaris (artikelen 94 tot 95 van het Kieswetboek). Een uitzondering is voorzien voor de samenstelling van een geautomatiseerd stembureau met meer dan 800 kiezers : een voorzitter, vijf bijzitters, een secretaris en een adjunct-secretaris (artikelen 14, 2º, van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming).

Derhalve waren er bij de verkiezingen van 13 juni 2004 :

— voor de stembureaus : 10 512 voorzitters, 45 881 bijzitters en 14 345 secretarissen en adjunct-secretarissen;

— voor de stemopnemingsbureaus : 4 427 voorzitters, 17 708 bijzitters en 4 427 secretarissen;

— voor de kieshoofdbureaus : 388 voorzitters, 1 552 bijzitters en 388 secretarissen.

3. In de wet van 22 december 2003 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 is onder de basisallocatie 12.25 — verkiezingsuitgaven, 8 040 000 euro voorzien. Tot op heden zijn voor de verkiezingen van 13 juni 2004 een aantal facturen ten bedrage van 7 131 342,35 euro betaald door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Andere facturen ten behoeve van deze verkiezingen moeten nog worden vereffend.

Overeenkomstig artikel 4 van de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur en tot aanvulling van de kieswetgeving met betrekking tot de gewesten en gemeenschappen, hebben — naast de verkiezingsuitgaven van de federale Staat — de gemeenschappen en gewesten eveneens een aantal financiële verplichtingen bij de organisatie van de verkiezingen voor het Europese Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden.

De gemeenten dragen ook een aantal verkiezingskosten in uitvoering van artikel 130 van het Kieswetboek.