Vragen en Antwoorden

BELGISCHE SENAAT


Bulletin 3-30

ZITTING 2004-2005

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement (Art. 70 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Mobiliteit

Vraag nr. 3-1723 van de heer Koninckx d.d. 10 november 2004 (N.) :
Verkeersveiligheid. — Veiligheidsgordel. — Vrijstelling.

Artikel 35.1.1 van het verkeersreglement zegt dat de bestuurder en de passagiers van auto's die aan het verkeer deelnemen, de veiligheidsgordel moeten dragen op plaatsen die ermee uitgerust zijn.

Artikel 35.2.6 bepaalt in een vrijstelling van de draagplicht van de veiligheidsgordel voor « de personen die in het bezit zijn van een vrijstelling op grond van gewichtige medische tegenindicaties afgeleverd door door de minister van Verkeerswezen ... »

Het nut en de noodzaak van het dragen van de veiligheidsgordel zijn aangetoond in verschillende wetenschappelijke studies en rapporten. Op basis van de ongevallencijfers van 2000 heeft het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid berekend dat, indien de gordeldracht voorin (momenteel ongeveer 57 %) en achterin (momenteel 45 %) respectievelijk 80 % en 65 % zou bereiken, het jaarlijkse dodenaantal zou dalen met 131 en het aantal zwaargewonden met 808, wat neerkomt op een vermindering met respectievelijk 8,9 en 8,2 %.

In het licht van deze cijfers is het goed om ervoor te waken dat er niet lichtzinnig wordt omgesprongen met het toekennen van een vrijstelling van de draagplicht.

Kan de geachte minister mij meedelen :

1. Aan hoeveel personen een dergelijke vrijstelling werd verleend in de loop van de voorbije vijf jaar ?

2. Hoeveel personen in België over zo'n vrijstelling beschikken ?

3. Of en eventueel hoeveel vrijstellingen er worden verleend op basis van een niet-gemotiveerd medisch attest waarin de door de wet genoemde « gewichtige medische tegenindicaties » niet nader zijn omschreven ?